friesland

WAAROM IS
DIT BELANGRIJK?

Dit onderzoek laat zien dat het mogelijk is om oude beekfuncties te herstellen. Niet alleen goed voor de natuur, maar ook interessant voor sportvissers. En wie weet, misschien kun je over een paar jaar in het voorjaar bij De Linde weer volop windes vangen!

WAT IS ER NODIG VOOR EEN BETERE TOEKOMST?

De studenten doen concrete aanbevelingen om het leefgebied voor de winde te verbeteren:

  • Baggeren om slibophoping tegen te gaan

  • Versmalling van de beek voor meer stroming

  • Beschaduwing om hoge temperaturen te beperken

  • Dood hout en structuren voor schuilplekken en variatie

  • Zandsuppletie om geschikte paaiplekken te creëren

Daarnaast kan herintroductie van de winde een optie zijn, maar dan moeten de leefomstandigheden eerst verbeteren.

De Friese beek De Linde is de afgelopen eeuw flink veranderd door kanalisatie en ander menselijk ingrijpen. Waar vroeger een natuurlijk stromende beek door het landschap kronkelde, stroomt nu een vrij rechte en trage watergang. Toch is er hoop op herstel. Vier studenten van de HAS Green Academy deden in opdracht van Wetterskip Fryslân onderzoek naar de ecologische geschiktheid van De Linde voor de winde, een vis die symbool staat voor gezonde, stromende beken.

WAAROM JUIST DE WINDE?
De winde is gekozen als doelsoort omdat deze vis kenmerkend is voor langzaam stromende laaglandbeken, zoals De Linde oorspronkelijk was. Bovendien heeft de winde een interessante leefwijze. In het voorjaar trekt hij vanaf open water naar beken om daar te paaien. Daarmee is de soort een goede graadmeter voor de kwaliteit en verbondenheid van het beekstelsel. Als de winde zich ergens vestigt, betekent dat meestal dat de omstandigheden voor meerdere soorten vissen verbeteren. Ook binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW) is de winde daarom een belangrijke soort.

DE ONDERZOEKSRESULTATEN
Met fuiken, eDNA (sporen van DNA in water) en gezenderde windes werd gekeken of de vis zich in De Linde ophoudt. Wat bleek, de winde komt maar zelden in De Linde voor. Slechts op enkele plekken, zoals bij de vispassage bij Madenweg, werden sporen aangetroffen. De meeste gezenderde windes lieten De Linde links liggen.

De voornaamste reden hiervoor is de op veel plekken te zwakke stroming. Voor de winde is stroming om meerdere redenen cruciaal. Ten eerste helpt stroming hem te oriënteren en stimuleert het de migratie naar paaiplekken. Zonder zogenoemde lokstroom mist de winde de afslag naar geschikte delen van de beek. Ten tweede gaat stroming slibophoping tegen, wat voor geschikte zuurstofconcentraties zorgt. Dit is essentieel voor het overleven van de eitjes en larven van de winde.

Ziet de winde toekomst in De Linde?

Wouter met een forse snoekbaars

Wouter met een dikke snoek

Even voorstellen

VAN JE PASSIE JE WERK MAKEN
De afgelopen drie jaar ben ik werkzaam geweest bij Tijhuis Ingenieurs in Hoorn, als veldwerker in de waterbodem, waar ik veel ervaring heb opgedaan en met een hoop plezier heb gewerkt. Maar ik was toe aan een nieuwe uitdaging. 

Van je passie je werk maken, is denk ik de droom van elke sportvisser. Ik ben bijna dagelijks bezig met het vissen en alles wat daarbij komt kijken, maar ook veel met het maken van content voor mijn Instagramaccount. Deze uitdaging bij Sportvisserij Fryslân lijkt me daarom een prachtige kans waarin ik mijzelf goed kan ontwikkelen en waarin we samen mooie dingen kunnen realiseren. Ik heb er 200% zin in!

Per 1 oktober is Wouter Booi begonnen met zijn nieuwe baan bij Sportvisserij Fryslân. Hij gaat aan de slag als projectmedewerker en zal in die rol de onderwerpen sportvisserijvoorzieningen, wedstrijden, visrechten, zeevisserij en social media oppakken. Wouter stelt zich graag aan jullie voor.
TEKST EN FOTOGRAFIE: WOUTER BOOI

ALLROUND SPORTVISSER IN HART EN NIEREN
Mijn naam is Wouter Booi, ik ben 24 jaar en een allround sportvisser in hart en nieren. Ik ben geboren en getogen in Ureterp, waar ik altijd met veel plezier heb gewoond. Sinds drie jaar woon ik samen met mijn vriendin in Feanwâlden. Binnenkort verhuizen we naar onze nieuwe woning in Burgum.

BEGONNEN MET EEN DIKKE WJIRM
Vroeger, als klein mannetje, begon ik met de vaste stok, een dobber en een dikke ‘wjirm'. Al vrij snel heb ik de vaste stok ingeruild voor een werphengeltje en ben ik overgestapt op het snoeken in de slootjes bij ons in de buurt. Toen ik eenmaal de smaak te pakken had, ben ik daar nooit meer mee gestopt.

De visserij die ik het meest beoefen, is roofvissen. In de winter ga ik grotendeels achter de dikke snoeken aan, gewapend met doodaas of kunstaas, zowel trollend als werpend, vanaf de kant of vanuit de boot. Tijdens het gesloten seizoen besteed ik veel tijd achter de winkle picker met de method feeder, gericht op dikke zeelt.

FINESSEVISSERIJ
Als het voorjaar weer begint, ruil ik het zwaardere werk in voor de finessevisserij. Dan ben ik vaak aan het streetvissen op baars en snoekbaars en doe ik regelmatig mee aan streetfishwedstrijden, die door het hele land worden georganiseerd. Welke visserij ik het leukst vind, kan ik eigenlijk niet zeggen. Elke techniek en vissoort heeft zijn charme. Juist de afwisseling per seizoen is wat het voor mij zo leuk maakt

Jeroen Schreuder

Een prachtige ruisvoorn

Een ideale stek voor ruisvoorn



NIEUWSGIERIG?
Wie nieuwsgierig is naar vliegvissen, kan terecht bij Vliegvisvereniging De Pompemich in Terkaple >> www.pompemich.nl. Daar worden werpavonden en bindavonden georganiseerd, waar deelnemers materiaal kunnen testen, leren werpen en hun eerste vlieg kunnen binden.

FRIESLAND: EEN PARADIJS VOOR DE VLIEGVISSER
Van grote meren tot smalle slootjes, Friesland is een waar speelveld voor wie met de vlieg wil vissen.

  • Tjeukermeer & Prinses Margrietkanaal: uitstekend voor snoekbaars, roofblei en winde.

  • Polders rond Grote Brekken, Bantega en Heerenveen: rijk aan voorn, baars en snoek.

Voor beginnende vliegvissers raadt Jeroen overzichtelijke poldersloten van circa tien meter breed aan, zonder obstakels achter je. En zelfs in een slootje van twee meter breed kan een verrassend grote snoek liggen.

Vliegvissen:
de mooiste verslaving die er is

Het is moeilijk voor te stellen dat de man die nu zo beheerst met de vlieghengel werpt ooit begon met iets heel eenvoudigs: een bamboehengel. Jeroen Schreuder uit Lemmer leerde vissen van zijn vader en opa, vaak langs de Prinsesmargrietsluis waar zijn opa sluismeester was. Het vliegvissen kwam pas later op zijn pad.
TEKST: FOTOGRAFIE: JEROEN SCHREUDER

DE VLIEGHENGEL IN LUXEMBURG
Tijdens een vistrip naar Luxemburg ontdekte Jeroen de charme van de vlieghengel, op de rivier de Sûre waar alleen deze vismethode is toegestaan. Wat begon als een experiment, groeide al snel uit tot een verslaving. Via een collega kwam hij bij Vliegvisvereniging De Pompemich terecht, waar ervaren leden hem de kneepjes van het vak bijbrachten. Sindsdien vist Jeroen uitsluitend met de vlieghengel.


PURE MAGIE
Voor Jeroen is vliegvissen meer dan een vistechniek, het is een manier om volledig op te gaan in het moment. Het ritme van het werpen, het zachte landen van de vlieg, de spanning op de lijn, het werkt bijna hypnotiserend. Alles draait om kijken, luisteren en voelen, insecten op en rond het water, de beweging van de lijn en het gedrag van azende vis.

Een extra dimensie is het binden van eigen vliegen. Met kennis van de natuur, van muggenlarven tot aasgedrag, maakt Jeroen lokmiddelen waarmee hij vissen weet te verleiden. Het moment waarop een vis toeslaat op een zelfgebonden vlieg noemt hij ‘pure magie’.

EEN MIDDAG AAN HET WATER
Wanneer ik bij het afgesproken watertje naast het Tjeukemeer aankom, zie ik een jeep staan. Ernaast staat een man gebogen over zijn spullen, druk bezig om lijnen aan elkaar te knopen. Dat moet Jeroen zijn.

Hij heeft ook een tweede hengel klaargemaakt, zodat ik zelf kan ervaren hoe het is om met de vlieghengel te vissen. Bij de werphengel met een molen zorgt het gewicht van je aas en montage ervoor dat je kunt inwerpen. Maar omdat de vlieg bijna geen gewicht heeft, werp je met een vlieghengel juist met het gewicht van de lijn. Door je hengel heen en weer te zwiepen, kom je steeds een beetje verder met je vlieg. Dat blijkt nog best lastig te zijn. Jeroen roept regelmatig: “Tien tot twee uur!” Maar in mijn enthousiasme zwaai ik eerder van negen tot drie uur. Het kost tijd om het ritme onder de knie te krijgen, zeker met het stevige windje dat het werpen extra lastig maakt.

Dan volgt mijn eerste aanbeet, duidelijk een ruisvoorn. Heel even lijkt het alsof het gelukt is, maar de ruisvoorn valt er al snel af. De volgende ruisvoorn die toehapt, weet ik tot vlak voor de kant binnen te halen, maar ook deze weet te ontsnappen. Jeroen laat ondertussen met zijn eigen hengel zien hoe het moet: korte, gecontroleerde worpen en een strakke presentatie. Geduldig en geconcentreerd weet hij uiteindelijk een paar blankvoorns en ruisvoorns te landen.

Al met al vond ik het een ontzettend leuke ervaring. Het voelde uitdagend, leerzaam en het smaakt zeker naar meer.

DE KUNST VAN DE VLIEG
Vliegen zijn er in verschillende hoofdcategorieën. Droge vliegen gebruik je voor vissen die aan de oppervlakte azen. Dit is spectaculair bij rustig weer. Emergers zijn onweerstaanbaar bij een insectenpiek. Natte vliegen zijn ideaal voor net onder het wateroppervlak. Nymfen zijn zinkende larve-imitaties en het hele jaar door effectief. Voor roofvissen zoals snoek en roofblei zorgen streamers voor spectaculaire aanbeten.

SEIZOENEN VOL KANSEN
In het voorjaar trekken vissen massaal vanuit het IJsselmeer de Friese boezem in, een indrukwekkend schouwspel voor wie het weet te vinden. In de zomer jagen ruisvoorns en windes hoog in het water, in de herfst verschuift de aandacht naar roofvis en in de winter lonken beschutte plekken voor nymf- en streamervissen.

ZO BEGIN JE ZELF MET VLIEGVISSEN
Voor snoek gebruik je een klasse #7–#10 hengel, drijvende lijn, stalen onderlijn en grote streamer. Voor witvis/baars is een klasse #4–#6 hengel beter, met drijvende lijn, fijne leader en een nimf of droge vlieg.

Belangrijk om te weten is dat bij vliegvissen het werpgewicht in de lijn zit en niet in de vlieg. Daarom kies je het materiaal altijd op basis van de vlieg die je wilt presenteren.

VEELGEMAAKTE BEGINNERSFOUTEN

  • Te hard werpen → knopen in de leader.

  • Vissen op verkeerde plekken.

  • Materiaal kopen dat niet bij het visdoel past.

Zelfgemaakte vliegen

Stijn vangt zijn eerste karper in Feanwâlden

Onlangs kregen we een enthousiaste mail van Harm, de vader van Stijn. In de Visparel van Feanwâlden ving Stijn zijn allereerste karper!

Het begon met het weglopen van de pen, vervolgens goed aanslaan en uiteindelijk de ontlading toen de karper na een mooi gevecht veilig in het net lag. Volgens Harm was Stijns trotse gezicht op dat moment echt onvergetelijk.

Wat is er mooier dan zo’n eerste viservaring? Juist dát is waar de Visparels voor bedoeld zijn. Een plek waar kinderen op een laagdrempelige en leuke manier kunnen kennismaken met het vissen. En als het dan lukt, zoals bij Stijn, smaakt dat natuurlijk naar meer!

We wensen Stijn nog veel mooie visavonturen toe.

WAAROM IS DE VBC BELANGRIJK VOOR U?

Daardoor kunnen vissen, zoals de paling, zich lastig verplaatsen. We pleiten daarom voor vispassages en slimme gemaalontwerpen. Dat is goed voor de visstand én voor de sportvisserij.”

De VBC volgt ook de actuele ontwikkelingen op het gebied van waterkwaliteit. De waterkwaliteit heeft invloed op de visstand. Dit kan zowel de beroeps- als de sportvisserij raken. Goed blijven monitoren en samen werken aan oplossingen is essentieel.

EEN ONDERBELICHTE BONDGENOOT
Toch weet lang niet iedereen van het bestaan van de VBC. “Dat is jammer,” vindt Eelke. “Want juist sportvissers  hebben belang bij goed visstandbeheer. Het zou mooi zijn als vissers beter weten waar ze met vragen of zorgen terecht kunnen. De VBC is er ook voor hen.”

Hij pleit voor meer zichtbaarheid, bijvoorbeeld met een publieksbijeenkomst of symposium. “We hebben dat in 2018 al eens gedaan. Een volle zaal, goede sprekers. Dat helpt om het belang van de VBC onder de aandacht te brengen.”

BEGRIP KWEKEN EN SAMENWERKEN
Eelke ziet het als zijn persoonlijke missie om bruggen te slaan tussen sportvissers en beroepsvissers. “Er wordt soms snel geoordeeld, vooral online. Maar ik zie dat de meeste vissers, zowel beroeps- als sportvissers, zorgvuldig met de natuur omgaan. Zoals de beroepsvisser die grotere ontsnappingsringen in zijn fuiken gebruikt dan verplicht is, omdat hij zelf ook wil dat er volgend jaar nog paling zwemt.”

Juist door dat soort verhalen te delen, ontstaat er begrip. “De VBC is een plek waar dat kan, waar je elkaar ontmoet, luistert en samenwerkt aan viswater dat gezond en leefbaar blijft. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de generaties na ons.”

Eelke Boersma

Wie aan de waterkant zit, denkt waarschijnlijk niet meteen aan overlegtafels, visstand-modellen en gebiedsafspraken. Toch zijn dit de plekken waar bepaald wordt of we nu én straks goed kunnen blijven vissen. In Friesland gebeurt dat onder meer bij de Visstandbeheercommissie Friese Boezem, kortweg de VBC. En juist voor sportvissers is dat belangrijker dan je denkt.

Al negen jaar is Eelke Boersma voorzitter van de VBC. Eelke is een man met jarenlange ervaring in het visserijveld. Ooit begonnen als politieman kwam hij in 1988 in de visserijcontrole terecht. Daarna volgde een loopbaan als visserijkundig ambtenaar op de Waddenzee en later op het IJsselmeer. “In die jaren is mijn hart echt bij de visserij gaan liggen,” zegt hij. “Toen ik in 2016 met pensioen ging en zag dat de VBC Friese Boezem een nieuwe voorzitter zocht, wist ik: dit is mijn kans om iets te betekenen voor de visserij in Friesland”.


DIT DOET DE VBC
De VBC is een overlegorgaan waarin sportvisserij, beroepsvisserij, overheden en natuurorganisaties samenkomen om te overleggen over het beheer van de visstand. “Het is een plek waar belangen worden besproken, waar we samen naar oplossingen zoeken. Dat is nodig, want onze Friese boezemwateren worden intensief gebruikt.”

De VBC speelt volgens Eelke een verbindende rol. “Je hebt elkaar nodig. Sportvissers, beroepsvissers, terreinbeheerders, niemand kan het alleen. Als er spanningen zijn, zoals bij een nieuwe beroepsvisser in een sportvisgebied, proberen we met elkaar in gesprek te gaan. Alleen zo kweek je wederzijds begrip.”

VISSTAND EN NATUUR IN BALANS
Ook ecologisch is het werk van de VBC van groot belang, zoals het herstel van vismigratie of de bescherming van kwetsbare soorten. “Nederland is waterdicht gemaakt, met sluizen en stuwen.

EEN VISDAG OM NOOIT TE VERGETEN

Albert (Appie) Knijpstra uit Haskerhorne is al zijn hele leven fanatiek snoekbaarsvisser. Vroeg in de ochtend was hij vaak aan de waterkant te vinden, op zijn vaste stek. Daar viste hij alleen of samen met zijn vismaat Rinze Aardema en later ook vaak met zijn kleinkinderen. Maar in maart van dit jaar veranderde alles. Na een ziekenhuisopname kreeg Albert te horen dat hij ongeneeslijk ziek was. Zijn gezondheid ging snel achteruit en vissen zat er helaas niet meer in. Toch bleef de wens bestaan om nog één keer naar zijn favoriete visstek te gaan.
DOOR: JOHAN OOSTERHOF

Via de praktijkondersteuner kwam het idee van de Wensambulance op tafel. Albert vroeg regelmatig of het nog eens zou lukken, vooral als zijn kleinzoon weer enthousiast vertelde over een mooie snoekbaarsvangst. Uiteindelijk werd de wens in gang gezet en met de hulp van familie en vrijwilligers kon Albert nog één keer vissen.

Op de afgesproken dag was vrijwel het hele gezin aanwezig: zijn vrouw Griet, zijn twee zonen met hun partners en kinderen en natuurlijk zijn trouwe vismaat. Speciale dank gaat uit naar Theo de Vries, die namens HSV Ons Genoegen Sint Nicolaasga de visstek heeft vrijgehouden.

TERUG OP ZIJN VASTE PLEK
Het weer was redelijk. Er stond wel een stevige wind, maar dat mocht de pret niet drukken. Albert kon niet wachten om te beginnen. Twee uur lang was hij weer aan het water, op zijn plek. Er werd gevist, gepraat, gelachen en herinneringen opgehaald.

Het plekje zelf heeft voor Albert een speciale betekenis. Hier bracht hij veel ochtenden door. Griet zat er dan vaak naast met een boek, terwijl Albert aan het vissen was. Regelmatig werd er een snoekbaars gevangen.

NOG EEN KEER VISSEN MET DE MENSEN DIE ERTOE DOEN
Bij het mogelijk maken van deze dag hielpen veel mensen mee: Lammert zorgde voor de hengels, Ineke maakte de hapjes en lunch, Yacintha regelde wat lekkers voor de vrijwilligers en zijn vismaat Rinze was erbij om samen terug te blikken op jaren vol visverhalen.

Een paar uur later zat het erop. Albert was moe, maar tevreden. De wens was vervuld: nog één keer vissen, op zijn eigen plek, met de mensen die er voor hem toe doen.

Nieuws van andere regio's

Friesland

WAAROM IS
DIT BELANGRIJK?

Dit onderzoek laat zien dat het mogelijk is om oude beekfuncties te herstellen. Niet alleen goed voor de natuur, maar ook interessant voor sportvissers. En wie weet, misschien kun je over een paar jaar in het voorjaar bij De Linde weer volop windes vangen!

WAT IS ER NODIG VOOR EEN BETERE TOEKOMST?

De studenten doen concrete aanbevelingen om het leefgebied voor de winde te verbeteren:

  • Baggeren om slibophoping tegen te gaan

  • Versmalling van de beek voor meer stroming

  • Beschaduwing om hoge temperaturen te beperken

  • Dood hout en structuren voor schuilplekken en variatie

  • Zandsuppletie om geschikte paaiplekken te creëren

Daarnaast kan herintroductie van de winde een optie zijn, maar dan moeten de leefomstandigheden eerst verbeteren.

De Friese beek [MK1] De Linde is de afgelopen eeuw flink veranderd door kanalisatie en ander menselijk ingrijpen. Waar vroeger een natuurlijk stromende beek door het landschap kronkelde, stroomt nu een vrij rechte en trage watergang. Toch is er hoop op herstel. Vier studenten van de HAS Green Academy deden in opdracht van Wetterskip Fryslân onderzoek naar de ecologische geschiktheid van De Linde voor de winde, een vis die symbool staat voor gezonde, stromende beken.

WAAROM JUIST DE WINDE?
De winde is gekozen als doelsoort omdat deze vis kenmerkend is voor langzaam stromende laaglandbeken, zoals De Linde oorspronkelijk was. Bovendien heeft de winde een interessante leefwijze. In het voorjaar trekt hij vanaf open water naar beken om daar te paaien. Daarmee is de soort een goede graadmeter voor de kwaliteit en verbondenheid van het beekstelsel. Als de winde zich ergens vestigt, betekent dat meestal dat de omstandigheden voor meerdere soorten vissen verbeteren. Ook binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW) is de winde daarom een belangrijke soort.

DE ONDERZOEKSRESULTATEN
Met fuiken, eDNA (sporen van DNA in water) en gezenderde windes werd gekeken of de vis zich in De Linde ophoudt. Wat bleek, de winde komt maar zelden in De Linde voor. Slechts op enkele plekken, zoals bij de vispassage bij Madenweg, werden sporen aangetroffen. De meeste gezenderde windes lieten De Linde links liggen.

De voornaamste reden hiervoor is de op veel plekken te zwakke stroming. Voor de winde is stroming om meerdere redenen cruciaal. Ten eerste helpt stroming hem te oriënteren en stimuleert het de migratie naar paaiplekken. Zonder zogenoemde lokstroom mist de winde de afslag naar geschikte delen van de beek. Ten tweede gaat stroming slibophoping tegen, wat voor geschikte zuurstofconcentraties zorgt. Dit is essentieel voor het overleven van de eitjes en larven van de winde.

 [MK1]Volgens internet is De Linde een rivier. Er staat overal beek, wat volgens mij technisch gezien niet echt fout is. Daarom heb ik het laten staan.

Ziet de winde toekomst in De Linde?

VAN JE PASSIE JE WERK MAKEN
De afgelopen drie jaar ben ik werkzaam geweest bij Tijhuis Ingenieurs in Hoorn, als veldwerker in de waterbodem, waar ik veel ervaring heb opgedaan en met een hoop plezier heb gewerkt. Maar ik was toe aan een nieuwe uitdaging. 

Van je passie je werk maken, is denk ik de droom van elke sportvisser. Ik ben bijna dagelijks bezig met het vissen en alles wat daarbij komt kijken, maar ook veel met het maken van content voor mijn Instagramaccount. Deze uitdaging bij Sportvisserij Fryslân lijkt me daarom een prachtige kans waarin ik mijzelf goed kan ontwikkelen en waarin we samen mooie dingen kunnen realiseren. Ik heb er 200% zin in!

Wouter met een forse snoekbaars

Per 1 oktober is Wouter Booi begonnen met zijn nieuwe baan bij Sportvisserij Fryslân. Hij gaat aan de slag als projectmedewerker en zal in die rol de onderwerpen sportvisserijvoorzieningen, wedstrijden, visrechten, zeevisserij en social media oppakken. Wouter stelt zich graag aan jullie voor.
TEKST EN FOTOGRAFIE: WOUTER BOOI

ALLROUND SPORTVISSER IN HART EN NIEREN
Mijn naam is Wouter Booi, ik ben 24 jaar en een allround sportvisser in hart en nieren. Ik ben geboren en getogen in Ureterp, waar ik altijd met veel plezier heb gewoond. Sinds drie jaar woon ik samen met mijn vriendin in Feanwâlden. Binnenkort verhuizen we naar onze nieuwe woning in Burgum.

BEGONNEN MET EEN DIKKE WJIRM
Vroeger, als klein mannetje, begon ik met de vaste stok, een dobber en een dikke ‘wjirm'. Al vrij snel heb ik de vaste stok ingeruild voor een werphengeltje en ben ik overgestapt op het snoeken in de slootjes bij ons in de buurt. Toen ik eenmaal de smaak te pakken had, ben ik daar nooit meer mee gestopt.

De visserij die ik het meest beoefen, is roofvissen. In de winter ga ik grotendeels achter de dikke snoeken aan, gewapend met doodaas of kunstaas, zowel trollend als werpend, vanaf de kant of vanuit de boot. Tijdens het gesloten seizoen besteed ik veel tijd achter de winkle picker met de method feeder, gericht op dikke zeelt.

FINESSEVISSERIJ
Als het voorjaar weer begint, ruil ik het zwaardere werk in voor de finessevisserij. Dan ben ik vaak aan het streetvissen op baars en snoekbaars en doe ik regelmatig mee aan streetfishwedstrijden, die door het hele land worden georganiseerd. Welke visserij ik het leukst vind, kan ik eigenlijk niet zeggen. Elke techniek en vissoort heeft zijn charme. Juist de afwisseling per seizoen is wat het voor mij zo leuk maakt

Wouter met een dikke snoek

Even voorstellen

Jeroen Schreuder

Een ideale stek voor ruisvoorn

Zelfgemaakte vliegen

DE KUNST VAN DE VLIEG
Vliegen zijn er in verschillende hoofdcategorieën. Droge vliegen gebruik je voor vissen die aan de oppervlakte azen. Dit is spectaculair bij rustig weer. Emergers zijn onweerstaanbaar bij een insectenpiek. Natte vliegen zijn ideaal voor net onder het wateroppervlak. Nymfen zijn zinkende larve-imitaties en het hele jaar door effectief. Voor roofvissen zoals snoek en roofblei zorgen streamers voor spectaculaire aanbeten.

SEIZOENEN VOL KANSEN
In het voorjaar trekken vissen massaal vanuit het IJsselmeer de Friese boezem in, een indrukwekkend schouwspel voor wie het weet te vinden. In de zomer jagen ruisvoorns en windes hoog in het water, in de herfst verschuift de aandacht naar roofvis en in de winter lonken beschutte plekken voor nymf- en streamervissen.

ZO BEGIN JE ZELF MET VLIEGVISSEN
Voor snoek gebruik je een klasse #7–#10 hengel, drijvende lijn, stalen onderlijn en grote streamer. Voor witvis/baars is een klasse #4–#6 hengel beter, met drijvende lijn, fijne leader en een nimf of droge vlieg.

Belangrijk om te weten is dat bij vliegvissen het werpgewicht in de lijn zit en niet in de vlieg. Daarom kies je het materiaal altijd op basis van de vlieg die je wilt presenteren.

VEELGEMAAKTE BEGINNERSFOUTEN

  • Te hard werpen → knopen in de leader.

  • Vissen op verkeerde plekken.

  • Materiaal kopen dat niet bij het visdoel past.

FRIESLAND: EEN PARADIJS VOOR DE VLIEGVISSER
Van grote meren tot smalle slootjes, Friesland is een waar speelveld voor wie met de vlieg wil vissen.

  • Tjeukermeer & Prinses Margrietkanaal: uitstekend voor snoekbaars, roofblei en winde.

  • Polders rond Grote Brekken, Bantega en Heerenveen: rijk aan voorn, baars en snoek.

Voor beginnende vliegvissers raadt Jeroen overzichtelijke poldersloten van circa tien meter breed aan, zonder obstakels achter je. En zelfs in een slootje van twee meter breed kan een verrassend grote snoek liggen.

Een prachtige ruisvoorn

Het is moeilijk voor te stellen dat de man die nu zo beheerst met de vlieghengel werpt ooit begon met iets heel eenvoudigs: een bamboehengel. Jeroen Schreuder uit Lemmer leerde vissen van zijn vader en opa, vaak langs de Prinsesmargrietsluis waar zijn opa sluismeester was. Het vliegvissen kwam pas later op zijn pad.
TEKST: FOTOGRAFIE: JEROEN SCHREUDER

DE VLIEGHENGEL IN LUXEMBURG
Tijdens een vistrip naar Luxemburg ontdekte Jeroen de charme van de vlieghengel, op de rivier de Sûre waar alleen deze vismethode is toegestaan. Wat begon als een experiment, groeide al snel uit tot een verslaving. Via een collega kwam hij bij Vliegvisvereniging De Pompemich terecht, waar ervaren leden hem de kneepjes van het vak bijbrachten. Sindsdien vist Jeroen uitsluitend met de vlieghengel.

PURE MAGIE
Voor Jeroen is vliegvissen meer dan een vistechniek, het is een manier om volledig op te gaan in het moment. Het ritme van het werpen, het zachte landen van de vlieg, de spanning op de lijn, het werkt bijna hypnotiserend. Alles draait om kijken, luisteren en voelen, insecten op en rond het water, de beweging van de lijn en het gedrag van azende vis.

Een extra dimensie is het binden van eigen vliegen. Met kennis van de natuur, van muggenlarven tot aasgedrag, maakt Jeroen lokmiddelen waarmee hij vissen weet te verleiden. Het moment waarop een vis toeslaat op een zelfgebonden vlieg noemt hij ‘pure magie’.

EEN MIDDAG AAN HET WATER
Wanneer ik bij het afgesproken watertje naast het Tjeukemeer aankom, zie ik een jeep staan. Ernaast staat een man gebogen over zijn spullen, druk bezig om lijnen aan elkaar te knopen. Dat moet Jeroen zijn.

Hij heeft ook een tweede hengel klaargemaakt, zodat ik zelf kan ervaren hoe het is om met de vlieghengel te vissen. Bij de werphengel met een molen zorgt het gewicht van je aas en montage ervoor dat je kunt inwerpen. Maar omdat de vlieg bijna geen gewicht heeft, werp je met een vlieghengel juist met het gewicht van de lijn. Door je hengel heen en weer te zwiepen, kom je steeds een beetje verder met je vlieg. Dat blijkt nog best lastig te zijn. Jeroen roept regelmatig: “Tien tot twee uur!” Maar in mijn enthousiasme zwaai ik eerder van negen tot drie uur. Het kost tijd om het ritme onder de knie te krijgen, zeker met het stevige windje dat het werpen extra lastig maakt.

Dan volgt mijn eerste aanbeet, duidelijk een ruisvoorn. Heel even lijkt het alsof het gelukt is, maar de ruisvoorn valt er al snel af. De volgende ruisvoorn die toehapt, weet ik tot vlak voor de kant binnen te halen, maar ook deze weet te ontsnappen. Jeroen laat ondertussen met zijn eigen hengel zien hoe het moet: korte, gecontroleerde worpen en een strakke presentatie. Geduldig en geconcentreerd weet hij uiteindelijk een paar blankvoorns en ruisvoorns te landen.

Al met al vond ik het een ontzettend leuke ervaring. Het voelde uitdagend, leerzaam en het smaakt zeker naar meer.

Vliegvissen:
de mooiste verslaving die er is

Onlangs kregen we een enthousiaste mail van Harm, de vader van Stijn. In de Visparel van Feanwâlden ving Stijn zijn allereerste karper!

Het begon met het weglopen van de pen, vervolgens goed aanslaan en uiteindelijk de ontlading toen de karper na een mooi gevecht veilig in het net lag. Volgens Harm was Stijns trotse gezicht op dat moment echt onvergetelijk.

Wat is er mooier dan zo’n eerste viservaring? Juist dát is waar de Visparels voor bedoeld zijn. Een plek waar kinderen op een laagdrempelige en leuke manier kunnen kennismaken met het vissen. En als het dan lukt, zoals bij Stijn, smaakt dat natuurlijk naar meer!

We wensen Stijn nog veel mooie visavonturen toe.

Stijn vangt zijn eerste karper in Feanwâlden

Daardoor kunnen vissen, zoals de paling, zich lastig verplaatsen. We pleiten daarom voor vispassages en slimme gemaalontwerpen. Dat is goed voor de visstand én voor de sportvisserij.”

De VBC volgt ook de actuele ontwikkelingen op het gebied van waterkwaliteit. De waterkwaliteit heeft invloed op de visstand. Dit kan zowel de beroeps- als de sportvisserij raken. Goed blijven monitoren en samen werken aan oplossingen is essentieel.

EEN ONDERBELICHTE BONDGENOOT
Toch weet lang niet iedereen van het bestaan van de VBC. “Dat is jammer,” vindt Eelke. “Want juist sportvissers  hebben belang bij goed visstandbeheer. Het zou mooi zijn als vissers beter weten waar ze met vragen of zorgen terecht kunnen. De VBC is er ook voor hen.”

Hij pleit voor meer zichtbaarheid, bijvoorbeeld met een publieksbijeenkomst of symposium. “We hebben dat in 2018 al eens gedaan. Een volle zaal, goede sprekers. Dat helpt om het belang van de VBC onder de aandacht te brengen.”

BEGRIP KWEKEN EN SAMENWERKEN
Eelke ziet het als zijn persoonlijke missie om bruggen te slaan tussen sportvissers en beroepsvissers. “Er wordt soms snel geoordeeld, vooral online. Maar ik zie dat de meeste vissers, zowel beroeps- als sportvissers, zorgvuldig met de natuur omgaan. Zoals de beroepsvisser die grotere ontsnappingsringen in zijn fuiken gebruikt dan verplicht is, omdat hij zelf ook wil dat er volgend jaar nog paling zwemt.”

Juist door dat soort verhalen te delen, ontstaat er begrip. “De VBC is een plek waar dat kan, waar je elkaar ontmoet, luistert en samenwerkt aan viswater dat gezond en leefbaar blijft. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de generaties na ons.”

Wie aan de waterkant zit, denkt waarschijnlijk niet meteen aan overlegtafels, visstand-modellen en gebiedsafspraken. Toch zijn dit de plekken waar bepaald wordt of we nu én straks goed kunnen blijven vissen. In Friesland gebeurt dat onder meer bij de Visstandbeheercommissie Friese Boezem, kortweg de VBC. En juist voor sportvissers is dat belangrijker dan je denkt.

Al negen jaar is Eelke Boersma voorzitter van de VBC. Eelke is een man met jarenlange ervaring in het visserijveld. Ooit begonnen als politieman kwam hij in 1988 in de visserijcontrole terecht. Daarna volgde een loopbaan als visserijkundig ambtenaar op de Waddenzee en later op het IJsselmeer. “In die jaren is mijn hart echt bij de visserij gaan liggen,” zegt hij. “Toen ik in 2016 met pensioen ging en zag dat de VBC Friese Boezem een nieuwe voorzitter zocht, wist ik: dit is mijn kans om iets te betekenen voor de visserij in Friesland”.

DIT DOET DE VBC
De VBC is een overlegorgaan waarin sportvisserij, beroepsvisserij, overheden en natuurorganisaties samenkomen om te overleggen over het beheer van de visstand. “Het is een plek waar belangen worden besproken, waar we samen naar oplossingen zoeken. Dat is nodig, want onze Friese boezemwateren worden intensief gebruikt.”

De VBC speelt volgens Eelke een verbindende rol. “Je hebt elkaar nodig. Sportvissers, beroepsvissers, terreinbeheerders, niemand kan het alleen. Als er spanningen zijn, zoals bij een nieuwe beroepsvisser in een sportvisgebied, proberen we met elkaar in gesprek te gaan. Alleen zo kweek je wederzijds begrip.”

VISSTAND EN NATUUR IN BALANS
Ook ecologisch is het werk van de VBC van groot belang, zoals het herstel van vismigratie of de bescherming van kwetsbare soorten. “Nederland is waterdicht gemaakt, met sluizen en stuwen.

WAAROM IS DE VBC BELANGRIJK VOOR U?

Eelke Boersma

Albert (Appie) Knijpstra uit Haskerhorne is al zijn hele leven fanatiek snoekbaarsvisser. Vroeg in de ochtend was hij vaak aan de waterkant te vinden, op zijn vaste stek. Daar viste hij alleen of samen met zijn vismaat Rinze Aardema en later ook vaak met zijn kleinkinderen. Maar in maart van dit jaar veranderde alles. Na een ziekenhuisopname kreeg Albert te horen dat hij ongeneeslijk ziek was. Zijn gezondheid ging snel achteruit en vissen zat er helaas niet meer in. Toch bleef de wens bestaan om nog één keer naar zijn favoriete visstek te gaan.
DOOR: JOHAN OOSTERHOF

Via de praktijkondersteuner kwam het idee van de Wensambulance op tafel. Albert vroeg regelmatig of het nog eens zou lukken, vooral als zijn kleinzoon weer enthousiast vertelde over een mooie snoekbaarsvangst. Uiteindelijk werd de wens in gang gezet en met de hulp van familie en vrijwilligers kon Albert nog één keer vissen.

Op de afgesproken dag was vrijwel het hele gezin aanwezig: zijn vrouw Griet, zijn twee zonen met hun partners en kinderen en natuurlijk zijn trouwe vismaat. Speciale dank gaat uit naar Theo de Vries, die namens HSV Ons Genoegen Sint Nicolaasga de visstek heeft vrijgehouden.

TERUG OP ZIJN VASTE PLEK
Het weer was redelijk. Er stond wel een stevige wind, maar dat mocht de pret niet drukken. Albert kon niet wachten om te beginnen. Twee uur lang was hij weer aan het water, op zijn plek. Er werd gevist, gepraat, gelachen en herinneringen opgehaald.

Het plekje zelf heeft voor Albert een speciale betekenis. Hier bracht hij veel ochtenden door. Griet zat er dan vaak naast met een boek, terwijl Albert aan het vissen was. Regelmatig werd er een snoekbaars gevangen.

NOG EEN KEER VISSEN MET DE MENSEN DIE ERTOE DOEN
Bij het mogelijk maken van deze dag hielpen veel mensen mee: Lammert zorgde voor de hengels, Ineke maakte de hapjes en lunch, Yacintha regelde wat lekkers voor de vrijwilligers en zijn vismaat Rinze was erbij om samen terug te blikken op jaren vol visverhalen.

Een paar uur later zat het erop. Albert was moe, maar tevreden. De wens was vervuld: nog één keer vissen, op zijn eigen plek, met de mensen die er voor hem toe doen.

EEN VISDAG OM NOOIT TE VERGETEN

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm