
In Nederlandse
zeevis worden de laatste jaren steeds vaker tongluizen gezien. Dit type zeepissebedden is (nog) vrij zeldzaam, maar vrijwel alle vissoorten hebben last van parasitaire wormen.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG
BEELD: SHUTTERSTOCK
BIJVANGST
TONGKNAGERS
EN DARMZUIGERS

Tongluizen zijn parasitaire pissebedden die zich vastbijten in de kieuwen en bek van een vis, waar ze leven van bloed en weefselvocht. Sommigen vreten ook aan de tong tot er niet veel meer overblijft dan een stompje. Deze plek neemt de parasiet vervolgens in. De onfortuinlijke vis overleeft dit en zit dus met een tongkaper opgescheept. Kijk je in de bek van zo’n geïnfecteerde vis, dan zie je kleine kraaloogjes en pootjes van een buitenaards ogende parasiet.
NIET ZO KIESKEURIG
Voorheen kwamen ‘tongbijters’ voornamelijk voor in warmere wateren, maar de laatste jaren worden deze parasieten ook in onze contreien gezien. Eerst in Pietermannen, recenter bij wijting. Het gaat om een tongluis (Ceratothoa steindachneri) die Pieterman-tongbijter wordt genoemd, omdat hij vooral bij deze soort is aangetroffen. Dat er nu ook wijtingen zijn gevangen met dezelfde parasiet, bewijst dat de Pieterman-tongluis niet heel kieskeurig is. Bovendien is hij al eerder gezien bij een aantal zeebaarssoorten in de Middellandse Zee.
MEER PARASIETEN
Tongluizen zijn vrij zeldzaam, in tegenstelling tot andere visparasieten. Visluizen zijn bijvoorbeeld veel algemener en beter zichtbaar. Daarnaast zijn er minuscule viswormen die bij mensen de maag- of darmwand kunnen beschadigen. Dat is de reden dat haring verplicht 24 uur in de vriezer moet voordat er maatjes van worden gesneden. Alle vis die bedoeld is om rauw te eten (zoals tonijn voor sushi) ondergaat in heel Europa zo’n wettelijk verplichte vriesbehandeling.
BIJZONDERE CYCLUS
Ook zoetwatervis is vergeven van de parasieten. Vaak zijn dit plat- en rondwormen, met soms een bijzondere levenscyclus. Zo start de platworm Bucephalus polymorphus zijn ontwikkeling in een driehoeksmossel, om zich daarna te nestelen in de kieuwen, huid of vinnen van blankvoorns en grondels. Worden die verslonden door een roofvis, dan groeit de parasiet in de darmen daarvan uit tot een volwassen worm. De eitjes belanden via vissenpoep in het water en zo is de cirkel rond.
ZEELT CARPACCIO
Een andere parasiet (Opisthorchis felineus) gebruikt waterslakken, brasem of zeelt om de lever van visetende zoogdieren te infecteren. Dit kunnen katten, vossen of ratten zijn, maar soms is een mens de klos. Zoals een Nederlandse vrouw die na haar vakantie in Italië plots koorts kreeg. De oorzaak bleek carpaccio van rauwe zeelt te zijn die ze drie weken eerder had gegeten. Nog eens 45 gasten van hetzelfde restaurant werden ook ziek. Na een korte kuur met een worm-
dodend middel was iedereen weer parasieten-vrij.
Tongluizen zijn parasitaire pissebedden die zich vastbijten in de kieuwen en bek van een vis, waar ze leven van bloed en weefselvocht. Sommigen vreten ook aan de tong tot er niet veel meer overblijft dan een stompje. Deze plek neemt de parasiet vervolgens in. De onfortuinlijke vis overleeft dit en zit dus met een tongkaper opgescheept. Kijk je in de bek van zo’n geïnfecteerde vis, dan zie je kleine kraaloogjes en pootjes van een buitenaards ogende parasiet.
NIET ZO KIESKEURIG
Voorheen kwamen ‘tongbijters’ voornamelijk voor in warmere wateren, maar de laatste jaren worden deze parasieten ook in onze contreien gezien. Eerst in Pietermannen, recenter bij wijting. Het gaat om een tongluis (Ceratothoa steindachneri) die Pieterman-tongbijter wordt genoemd, omdat hij vooral bij deze soort is aangetroffen. Dat er nu ook wijtingen zijn gevangen met dezelfde parasiet, bewijst dat de Pieterman-tongluis niet heel kieskeurig is. Bovendien is hij al eerder gezien bij een aantal zeebaarssoorten in de Middellandse Zee.
MEER PARASIETEN
Tongluizen zijn vrij zeldzaam, in tegenstelling tot andere visparasieten. Visluizen zijn bijvoorbeeld veel algemener en beter zichtbaar. Daarnaast zijn er minuscule viswormen die bij mensen de maag- of darmwand kunnen beschadigen. Dat is de reden dat haring verplicht 24 uur in de vriezer moet voordat er maatjes van worden gesneden. Alle vis die bedoeld is om rauw te eten (zoals tonijn voor sushi) ondergaat in heel Europa zo’n wettelijk verplichte vriesbehandeling.
BIJZONDERE CYCLUS
Ook zoetwatervis is vergeven van de parasieten. Vaak zijn dit plat- en rondwormen, met soms een bijzondere levenscyclus. Zo start de platworm Bucephalus polymorphus zijn ontwikkeling in een driehoeksmossel, om zich daarna te nestelen in de kieuwen, huid of vinnen van blankvoorns en grondels. Worden die verslonden door een roofvis, dan groeit de parasiet in de darmen daarvan uit tot een volwassen worm. De eitjes belanden via vissenpoep in het water en zo is de cirkel rond.
ZEELT CARPACCIO
Een andere parasiet (Opisthorchis felineus) gebruikt waterslakken, brasem of zeelt om de lever van visetende zoogdieren te infecteren. Dit kunnen katten, vossen of ratten zijn, maar soms is een mens de klos. Zoals een Nederlandse vrouw die na haar vakantie in Italië plots koorts kreeg. De oorzaak bleek carpaccio van rauwe zeelt te zijn die ze drie weken eerder had gegeten. Nog eens 45 gasten van hetzelfde restaurant werden ook ziek. Na een korte kuur met een worm-
dodend middel was iedereen weer parasieten-vrij.