DOBBEREN
meT DIRK
Al meer dan veertig jaar vist Tanno Swets (52) vanuit een boot met de vaste hengel op witvis. De rust, ontspanning en de unieke ervaring zijn voor hem de belangrijkste redenen om op het veenriviertje de Giessen een hengeltje uit te werpen. We stapten aan boord van Dirk voor een ochtendje ongecompliceerd dobberen.
Door over te schakelen naar wormen op de haak en een onderlijn die plat op de bodem ligt, maak je meer kans op brasem.
MATERIAAL
Hengel: vaste hengel van vijf meter
Dobber: 1,5 tot 2 gram
Hoofdlijn: 12/00 nylon
Onderlijn: 10/00 nylon
Haak: maat 16
Aas: maden, casters en wormen
De visdiepte bepaalt grotendeels de henggellengte, want een vaste hengel afsteken is in de boot niet heel erg praktisch. Tanno: “Afstand is bovendien geen issue, want als je ergens wilt vissen vaar je daar simpelweg naartoe. Op deze plek staat 2,5 meter water, dus vis ik met een vijf meter lange hengel en een opslag van ongeveer een meter. Zo hoef je bij de meeste vissen geen deel af te steken en kun je ze in één keer uit het water tillen of scheppen.”
BOOTTIPS
Steekstokken zijn essentieel om een visboot te verankeren en stil op de plek te houden. Tanno: “Plaats beide stokken aan dezelfde zijde van de boot. Eentje bij de boeg, de andere bij de achtersteven. Mijn steekstokken zijn circa vier meter lang, gemaakt van 40 mm rond aluminium en hebben een licht afgeronde prikpunt. Alhoewel een vlijmscherpe punt beter in de bodem prikt, heeft deze ook de neiging om zich sneller los te wrikken. Buisisolatie op de steekstok dempt de deining van de boot en voorkomt beschadigen van de bootrand en de steekstok.”
Neem vanwege de beperkte ruimte in de boot minder materiaal mee en bereid je spullen en het voer thuis voor. “Mijn luxe viskist – met handige zijplateaus voor aas en andere benodigdheden – past niet in deze boot. Daarom gebruik ik een kleine viskist of een compacte stoel. Een emmer dient als stabiele verhoging voor mijn aasbak. Het lokvoer maak ik thuis klaar, want dit in de boot bereiden is niet heel praktisch.”
Complete
verrassing: na vier decennia zonder
karper vangt Tanno
nu ineens twee
spiegelkarpers
op rij
Ankeren op zeven meter uit de oever stelt je in staat om richting de vaargeul te vissen, maar vergeet ook de zone tussen wal en schip zeker niet
DE GIESSEN
De Giessen is een zestien kilometer lange veenrivier die meandert tussen Noordeloos en Hardinxveld-Giessendam. Om hier te mogen vissen is een VISpas van een van de dertien in de Alblasserwaard gevestigde hengelsportverenigingen noodzakelijk. De bootvisser is hier in het voordeel aangezien de mogelijkheden voor de kantvisser beperkt zijn tot kleine strookjes openbaar groen of kade tussen de bebouwing.
Meer informatie: www.visplanner.nl
STERKE VERRASSING
De overstap naar een meer brasemgerichte aanpak levert aanvankelijk enkel wat kolbleien op. Maar dan meldt zich de eerste vis van formaat. Na de aanbeet lijkt het eerst even alsof Tanno vastzit aan de bodem, maar na een paar seconden voelt hij doffe dreunen op de hengeltop en komt het elastiek steeds verder uit de hengeltop naar buiten. Voorzichtig drilt hij de vis naar de boot, de eerste brasem is binnen. Vaak volgen er dan snel meerdere soortgenoten, maar deze keer blijft het verdacht lang stil totdat een tweede grote vis zich meldt. “Deze is duidelijk sterker, ik denk daarom dat het een zeelt is.” Na een paar minuten – zonder een glimp van de vis te hebben gezien – beginnen we ons af te vragen of het misschien toch iets anders is. “Een spiegelkarper”, roept Tanno verbaasd wanneer de vis aan het wateroppervlak verschijnt, en direct daarna weer naar beneden duikt.
GROOTSE PRESTATIE
De combinatie van hengel, elastiek en lijn is goed in balans, waardoor ook met licht materiaal bijzondere prestaties mogelijk zijn. Dit wordt gestaafd door de karper die even later in het net ligt. Een hele prestatie gezien de onderlijn van slechts 10/00 nylon. Een kwartier later herhaalt dit tafereel zich en vangt Tanno warempel een tweede spiegelkarper. “In ruim veertig jaar heb ik hier met de vaste hengel nog nooit een karper gevangen, en nu heb ik er binnen een half uur twee”, zegt hij verbouwereerd. Dat is mooi, maar hij vermoedt dat de kans op brasem nu vrijwel verkeken is. “Die karpers domineren de stek en hebben deze flink opgeschud. Maar we proberen in de resterende tijd nog een brasem te vangen.” Het slotakkoord is echter weer voor de kleine vis en zo is de cirkel rond. “Zo’n onverwachte wending is toch fantastisch?!,” zegt Tanno tevreden nagenietend terwijl hij zijn materiaal opbergt en we ons opmaken om terug te varen naar de ligplaats.
ONTSPANNINGS-BADKUIP
Dirk mag vergeleken met moderne slagschepen ouderwets zijn en comfort ontberen, maar voor Tanno maakt dat de viservaring niet minder bijzonder. Integendeel: de sentimentele waarde geeft elke visochtend extra glans. “Uiteraard heb ik wel eens over een nieuwe boot nagedacht. Geen stalen exemplaar dat je om de drie jaar helemaal moet strippen, schuren en opnieuw schilderen. Maar ik kan er geen afstand van doen. Er kleven simpelweg teveel herinneringen aan deze boot”, zegt hij terwijl-ie Dirk met een paar stevige steken vastlegt, het dekzeil monteert en tevreden huiswaarts keert.
PERFECTE TEGENHANGER
Zelfs na 42 jaar verveelt het vissen met de vaste stok vanaf het water Tanno niet. “Vanuit de boot voel je je één met het water en de natuur. Bij voorkeur stap ik om 06.30 uur in de boot. Zeker in het weekend heerst er dan nog een serene rust. Terwijl ik al lang wakker en alert ben, zie ik de omgeving geleidelijk ontwaken.” Aangezien hij vaak alleen vanuit de boot vist, heeft Tanno doorgaans niet veel aanspraak. “Vanaf de kant maak je geregeld een praatje met een wandelaar of leg je de hengel even neer om met een collega-visser de vangsten door te nemen. Maar in mijn oude, simpele boot kom ik helemaal tot rust. Het is in veel opzichten de perfecte tegenhanger van het hectische en drukke leven van tegenwoordig,” analyseert Tanno, die samen met zijn vrouw een eigen onderneming runt. Inmiddels heeft hij meer kleine visjes gevangen, dus stopt hij wat wormen in de cupset met grotere vissen als doel.
NIET TE SNEL PIEKEN
Op de Giessen kun je prachtig vissen. “Je vangt hier mooie witvis, vooral forse brasems die vaak tussen de 45 en 65 centimeter lang zijn. In het voorjaar worden er ook regelmatig fraaie zeelten gevangen.” De brasem heeft doorgaans wel wat tijd nodig – vaak een uur – voordat die zich op de stek meldt en met vertrouwen begint te azen, maar dat is prima wat Tanno betreft. “Een snelle brasemvangst lijkt wellicht ideaal, maar mijn ervaring is dat het daar dan vaak bij blijft – terwijl je denkt: ‘Nu gaat het los’. Het is alsof je de verkenner hebt gevangen en de rest van de school zich terugtrekt. Dat is me hier al vaker overkomen. Daarom stem ik mijn voer en aas in het begin af op het vangen van kleine vis. Als dat begint te lopen, pas ik mijn presentatie aan. Dan kies ik voor een klassieker als de worm en schuif ik de dobber omhoog zodat de onderlijn plat op de bodem ligt – precies hoe de brasem het graag heeft.”
Blankvoorns zijn als eerste present op de stek, waarna de grotere vis later volgt.
Als Giessenburg nog slaapt, sluipen we over het smalle pad langs zijn ouderlijk huis achter Tanno aan. “Dit is mijn boot”, zegt de Giessenaar trots als we de ligplaats bereiken. “Mijn opa, ook een sportvisser, heeft deze stalen platbodem zelf gebouwd. Daarna nam mijn vader de boot over. Samen met hem heb ik hierin een hoop mooie herinneringen gemaakt. Na zijn overlijden ben ik de derde generatie die de boot bezit. Ik heb hem Dirk genoemd, naar de bijnaam van mijn vader”, legt Tanno uit terwijl hij het dekzeil verwijdert en het hengelmateriaal in de boot legt. Na een korte vaartocht over de vliet – langs oer-Hollandse boerderijen en onder lage bruggetjes door – bereiken we de Giessen. Dit jaar zijn de vangsten in het dorp beter dan die in het buitengebied, dus kiest Tanno voor een stek in Giessenburg; direct achter Museum Het Reghthuys.
VOLGENS PLAN
Nadat Tanno de boot met steekstokken heeft vastgezet, mengt hij een half handje casters en dode pinkies door het lokvoer om vervolgens drie balletjes te kneden. “Hiermee lok ik eerst kleine vis, in de hoop dat die vervolgens weer grotere vis aantrekt. Zien eten doet immers eten”, zegt de Giessenaar terwijl hij het voer met een cupset te water laat. De voerbal plonst bewust van een halve meter hoogte in het water om de witvis erop te attenderen dat hier wat te halen valt. “Nauwkeurig met de hand voeren is lastig, omdat ik dan rechtop moet staan en de vaste hengel in een steun moet zetten – en die laatste ontbreekt. Bootvissen heeft ook zo zijn beperkingen, maar die neem ik graag voor lief”, zegt Tanno. Hij prikt drie maden op de haak (maat 16) en laat de montage in het water zakken. Na ongeveer vijf minuten zeilt de dobber traag schuin weg en is de eerste blankvoorn een feit. Bij de volgende inzet komt het elastiek al wat verder uit de hengeltop: dit is een soortgenoot van beter formaat. Kort daarna vangt Tanno een kolblei. De kleine vis is gearriveerd; tot nu toe verloopt alles precies volgens plan.
Al meer dan veertig jaar vist Tanno Swets (52) vanuit een boot met de vaste hengel op witvis. De rust, ontspanning en de unieke ervaring zijn voor hem de belangrijkste redenen om op het veenriviertje de Giessen een hengeltje uit te werpen. We stapten aan boord van Dirk voor een ochtendje ongecompliceerd dobberen.
DOBBEREN
meT DIRK
Door over te schakelen naar wormen op de haak en een onderlijn die plat op de bodem ligt, maak je meer kans op brasem.
MATERIAAL
Hengel: vaste hengel van vijf meter
Dobber: 1,5 tot 2 gram
Hoofdlijn: 12/00 nylon
Onderlijn: 10/00 nylon
Haak: maat 16
Aas: maden, casters en wormen
De visdiepte bepaalt grotendeels de henggellengte, want een vaste hengel afsteken is in de boot niet heel erg praktisch. Tanno: “Afstand is bovendien geen issue, want als je ergens wilt vissen vaar je daar simpelweg naartoe. Op deze plek staat 2,5 meter water, dus vis ik met een vijf meter lange hengel en een opslag van ongeveer een meter. Zo hoef je bij de meeste vissen geen deel af te steken en kun je ze in één keer uit het water tillen of scheppen.”
Ankeren op zeven meter uit de oever stelt je in staat om richting de vaargeul te vissen, maar vergeet ook de zone tussen wal en schip zeker niet
DE GIESSEN
De Giessen is een zestien kilometer lange veenrivier die meandert tussen Noordeloos en Hardinxveld-Giessendam. Om hier te mogen vissen is een VISpas van een van de dertien in de Alblasserwaard gevestigde hengelsportverenigingen noodzakelijk. De bootvisser is hier in het voordeel aangezien de mogelijkheden voor de kantvisser beperkt zijn tot kleine strookjes openbaar groen of kade tussen de bebouwing.
Meer informatie: www.visplanner.nl
Complete
verrassing: na vier decennia zonder
karper vangt Tanno
nu ineens twee
spiegelkarpers
op rij
STERKE VERRASSING
De overstap naar een meer brasemgerichte aanpak levert aanvankelijk enkel wat kolbleien op. Maar dan meldt zich de eerste vis van formaat. Na de aanbeet lijkt het eerst even alsof Tanno vastzit aan de bodem, maar na een paar seconden voelt hij doffe dreunen op de hengeltop en komt het elastiek steeds verder uit de hengeltop naar buiten. Voorzichtig drilt hij de vis naar de boot, de eerste brasem is binnen. Vaak volgen er dan snel meerdere soortgenoten, maar deze keer blijft het verdacht lang stil totdat een tweede grote vis zich meldt. “Deze is duidelijk sterker, ik denk daarom dat het een zeelt is.” Na een paar minuten – zonder een glimp van de vis te hebben gezien – beginnen we ons af te vragen of het misschien toch iets anders is. “Een spiegelkarper”, roept Tanno verbaasd wanneer de vis aan het wateroppervlak verschijnt, en direct daarna weer naar beneden duikt.
GROOTSE PRESTATIE
De combinatie van hengel, elastiek en lijn is goed in balans, waardoor ook met licht materiaal bijzondere prestaties mogelijk zijn. Dit wordt gestaafd door de karper die even later in het net ligt. Een hele prestatie gezien de onderlijn van slechts 10/00 nylon. Een kwartier later herhaalt dit tafereel zich en vangt Tanno warempel een tweede spiegelkarper. “In ruim veertig jaar heb ik hier met de vaste hengel nog nooit een karper gevangen, en nu heb ik er binnen een half uur twee”, zegt hij verbouwereerd. Dat is mooi, maar hij vermoedt dat de kans op brasem nu vrijwel verkeken is. “Die karpers domineren de stek en hebben deze flink opgeschud. Maar we proberen in de resterende tijd nog een brasem te vangen.” Het slotakkoord is echter weer voor de kleine vis en zo is de cirkel rond. “Zo’n onverwachte wending is toch fantastisch?!,” zegt Tanno tevreden nagenietend terwijl hij zijn materiaal opbergt en we ons opmaken om terug te varen naar de ligplaats.
ONTSPANNINGS-BADKUIP
Dirk mag vergeleken met moderne slagschepen ouderwets zijn en comfort ontberen, maar voor Tanno maakt dat de viservaring niet minder bijzonder. Integendeel: de sentimentele waarde geeft elke visochtend extra glans. “Uiteraard heb ik wel eens over een nieuwe boot nagedacht. Geen stalen exemplaar dat je om de drie jaar helemaal moet strippen, schuren en opnieuw schilderen. Maar ik kan er geen afstand van doen. Er kleven simpelweg teveel herinneringen aan deze boot”, zegt hij terwijl-ie Dirk met een paar stevige steken vastlegt, het dekzeil monteert en tevreden huiswaarts keert.
BOOTTIPS
Steekstokken zijn essentieel om een visboot te verankeren en stil op de plek te houden. Tanno: “Plaats beide stokken aan dezelfde zijde van de boot. Eentje bij de boeg, de andere bij de achtersteven. Mijn steekstokken zijn circa vier meter lang, gemaakt van 40 mm rond aluminium en hebben een licht afgeronde prikpunt. Alhoewel een vlijmscherpe punt beter in de bodem prikt, heeft deze ook de neiging om zich sneller los te wrikken. Buisisolatie op de steekstok dempt de deining van de boot en voorkomt beschadigen van de bootrand en de steekstok.”
Neem vanwege de beperkte ruimte in de boot minder materiaal mee en bereid je spullen en het voer thuis voor. “Mijn luxe viskist – met handige zijplateaus voor aas en andere benodigdheden – past niet in deze boot. Daarom gebruik ik een kleine viskist of een compacte stoel. Een emmer dient als stabiele verhoging voor mijn aasbak. Het lokvoer maak ik thuis klaar, want dit in de boot bereiden is niet heel praktisch.”
PERFECTE TEGENHANGER
Zelfs na 42 jaar verveelt het vissen met de vaste stok vanaf het water Tanno niet. “Vanuit de boot voel je je één met het water en de natuur. Bij voorkeur stap ik om 06.30 uur in de boot. Zeker in het weekend heerst er dan nog een serene rust. Terwijl ik al lang wakker en alert ben, zie ik de omgeving geleidelijk ontwaken.” Aangezien hij vaak alleen vanuit de boot vist, heeft Tanno doorgaans niet veel aanspraak. “Vanaf de kant maak je geregeld een praatje met een wandelaar of leg je de hengel even neer om met een collega-visser de vangsten door te nemen. Maar in mijn oude, simpele boot kom ik helemaal tot rust. Het is in veel opzichten de perfecte tegenhanger van het hectische en drukke leven van tegenwoordig,” analyseert Tanno, die samen met zijn vrouw een eigen onderneming runt. Inmiddels heeft hij meer kleine visjes gevangen, dus stopt hij wat wormen in de cupset met grotere vissen als doel.
NIET TE SNEL PIEKEN
Op de Giessen kun je prachtig vissen. “Je vangt hier mooie witvis, vooral forse brasems die vaak tussen de 45 en 65 centimeter lang zijn. In het voorjaar worden er ook regelmatig fraaie zeelten gevangen.” De brasem heeft doorgaans wel wat tijd nodig – vaak een uur – voordat die zich op de stek meldt en met vertrouwen begint te azen, maar dat is prima wat Tanno betreft. “Een snelle brasemvangst lijkt wellicht ideaal, maar mijn ervaring is dat het daar dan vaak bij blijft – terwijl je denkt: ‘Nu gaat het los’. Het is alsof je de verkenner hebt gevangen en de rest van de school zich terugtrekt. Dat is me hier al vaker overkomen. Daarom stem ik mijn voer en aas in het begin af op het vangen van kleine vis. Als dat begint te lopen, pas ik mijn presentatie aan. Dan kies ik voor een klassieker als de worm en schuif ik de dobber omhoog zodat de onderlijn plat op de bodem ligt – precies hoe de brasem het graag heeft.”
Blankvoorns zijn als eerste present op de stek, waarna de grotere vis later volgt.
Als Giessenburg nog slaapt, sluipen we over het smalle pad langs zijn ouderlijk huis achter Tanno aan. “Dit is mijn boot”, zegt de Giessenaar trots als we de ligplaats bereiken. “Mijn opa, ook een sportvisser, heeft deze stalen platbodem zelf gebouwd. Daarna nam mijn vader de boot over. Samen met hem heb ik hierin een hoop mooie herinneringen gemaakt. Na zijn overlijden ben ik de derde generatie die de boot bezit. Ik heb hem Dirk genoemd, naar de bijnaam van mijn vader”, legt Tanno uit terwijl hij het dekzeil verwijdert en het hengelmateriaal in de boot legt. Na een korte vaartocht over de vliet – langs oer-Hollandse boerderijen en onder lage bruggetjes door – bereiken we de Giessen. Dit jaar zijn de vangsten in het dorp beter dan die in het buitengebied, dus kiest Tanno voor een stek in Giessenburg; direct achter Museum Het Reghthuys.
VOLGENS PLAN
Nadat Tanno de boot met steekstokken heeft vastgezet, mengt hij een half handje casters en dode pinkies door het lokvoer om vervolgens drie balletjes te kneden. “Hiermee lok ik eerst kleine vis, in de hoop dat die vervolgens weer grotere vis aantrekt. Zien eten doet immers eten”, zegt de Giessenaar terwijl hij het voer met een cupset te water laat. De voerbal plonst bewust van een halve meter hoogte in het water om de witvis erop te attenderen dat hier wat te halen valt. “Nauwkeurig met de hand voeren is lastig, omdat ik dan rechtop moet staan en de vaste hengel in een steun moet zetten – en die laatste ontbreekt. Bootvissen heeft ook zo zijn beperkingen, maar die neem ik graag voor lief”, zegt Tanno. Hij prikt drie maden op de haak (maat 16) en laat de montage in het water zakken. Na ongeveer vijf minuten zeilt de dobber traag schuin weg en is de eerste blankvoorn een feit. Bij de volgende inzet komt het elastiek al wat verder uit de hengeltop: dit is een soortgenoot van beter formaat. Kort daarna vangt Tanno een kolblei. De kleine vis is gearriveerd; tot nu toe verloopt alles precies volgens plan.