wist je dat

SPEUREN NAAR DNA-SPOREN

Vissen laten overal DNA-sporen achter. Ze poepen en verliezen huidslijm met cellen, en daarin zit altijd een beetje erfelijk materiaal. Als je dat laat analyseren in een laboratorium kom je meer te weten over de soortenrijkdom in een water – en zelfs of vispassages goed werken.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG > BEELD: JANNY BOSMAN 


Schep je een beetje water uit een sloot of plas, dan kun je via laboratoriumonderzoek een beeld krijgen van welke vissoorten er leven. Elke soort heeft in het DNA namelijk een unieke ‘vingerafdruk’, zodat je bijvoorbeeld een snoek van een karper kunt onderscheiden. Het analyseren van environmental DNA (eDNA) in watermonsters heeft allerlei voordelen. Zo kunnen waterbeheerders en waterschappen kijken hoe het gaat met de vissen in hun gebied. Dat kan zonder hen te verstoren als ze kwetsbaar zijn, zoals tijdens de paai.

PALINGTREK
Zo wilde waterschap Hunze & Aa’s meer inzicht krijgen in de trek van paling en rivierprik in de Westerwoldse Aa. Tussen 2005 en 2021 zijn in dit beeksysteem tientallen obstakels voor trekvissen verwijderd, bijvoorbeeld doordat stuwen zijn vervangen door vistrappen. Maar vinden palingen nu hun weg stroomopwaarts? Dat is onderzocht door stroomopwaarts en -afwaarts van een vispassage watermonsters te nemen en te onderzoeken op eDNA. Als er stroomopwaarts weinig sporen van paling te zien zijn en stroomafwaarts veel, dan duidt dit op een obstakel dat aal minder goed kan passeren.

eDNA & FUIKEN
Uit het onderzoek aan veertien vismigratievoorzieningen in het stroomgebied van de Westerwoldse Aa blijkt dat die in de regel goed werken. De hoeveelheid eDNA van paling boven en beneden de vispassage is ongeveer gelijk. Op een paar plekken waren de vispassages buiten gebruik en dat was zichtbaar in de ophoping van paling-eDNA stroomafwaarts. Hoewel het waterschap concludeert dat de nieuwe onderzoeksmethode werkt, blijft monitoring met fuiken nodig. Want eDNA zegt bijvoorbeeld niets over de verblijftijd of leeftijd van de vis.

TAL VAN SPOREN
Onderzoek met eDNA detecteert vaak veel meer vissoorten dan bemonstering met netten, want zeldzame vissen worden weinig gevangen. Ook geeft eDNA een idee van de verhoudingen tussen vissoorten in een water. In een ‘brasemwater’ is meer dan de helft van het eDNA afkomstig van die soort. Leven er juist veel exotische grondels, dan voeren die de boventoon qua DNA-sporen. In sommige sloten en plassen worden soms zelfs haring en sardine gedetecteerd, want ook dood aas verspreidt DNA.

MEER TOEPASSINGEN
In binnen- en buitenland is inmiddels veel ervaring opgedaan met eDNA, waarbij wetenschappers pogingen doen om steeds meer te weten te komen. Zo hebben Zweedse onderzoekers recent laten zien hoe je met eDNA het aantal kilo’s snoek in een water kunt berekenen. Andere wetenschappers hebben met eDNA het aantal stroomopwaarts trekkende Amerikaanse rivierharingen ‘geteld’ in een rivier aan de oostkust van de Verenigde Staten. En hun schatting van 700.000 vissen komt vrijwel exact overeen met de traditionele telmethodes.

SPEUREN NAAR DNA-SPOREN

wist je dat

Vissen laten overal DNA-sporen achter. Ze poepen en verliezen huidslijm met cellen, en daarin zit altijd een beetje erfelijk materiaal. Als je dat laat analyseren in een laboratorium kom je meer te weten over de soortenrijkdom in een water – en zelfs of vispassages goed werken.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG > BEELD: JANNY BOSMAN 


Schep je een beetje water uit een sloot of plas, dan kun je via laboratoriumonderzoek een beeld krijgen van welke vissoorten er leven. Elke soort heeft in het DNA namelijk een unieke ‘vingerafdruk’, zodat je bijvoorbeeld een snoek van een karper kunt onderscheiden. Het analyseren van environmental DNA (eDNA) in watermonsters heeft allerlei voordelen. Zo kunnen waterbeheerders en waterschappen kijken hoe het gaat met de vissen in hun gebied. Dat kan zonder hen te verstoren als ze kwetsbaar zijn, zoals tijdens de paai.

PALINGTREK
Zo wilde waterschap Hunze & Aa’s meer inzicht krijgen in de trek van paling en rivierprik in de Westerwoldse Aa. Tussen 2005 en 2021 zijn in dit beeksysteem tientallen obstakels voor trekvissen verwijderd, bijvoorbeeld doordat stuwen zijn vervangen door vistrappen. Maar vinden palingen nu hun weg stroomopwaarts? Dat is onderzocht door stroomopwaarts en -afwaarts van een vispassage watermonsters te nemen en te onderzoeken op eDNA. Als er stroomopwaarts weinig sporen van paling te zien zijn en stroomafwaarts veel, dan duidt dit op een obstakel dat aal minder goed kan passeren.

eDNA & FUIKEN
Uit het onderzoek aan veertien vismigratievoorzieningen in het stroomgebied van de Westerwoldse Aa blijkt dat die in de regel goed werken. De hoeveelheid eDNA van paling boven en beneden de vispassage is ongeveer gelijk. Op een paar plekken waren de vispassages buiten gebruik en dat was zichtbaar in de ophoping van paling-eDNA stroomafwaarts. Hoewel het waterschap concludeert dat de nieuwe onderzoeksmethode werkt, blijft monitoring met fuiken nodig. Want eDNA zegt bijvoorbeeld niets over de verblijftijd of leeftijd van de vis.

TAL VAN SPOREN
Onderzoek met eDNA detecteert vaak veel meer vissoorten dan bemonstering met netten, want zeldzame vissen worden weinig gevangen. Ook geeft eDNA een idee van de verhoudingen tussen vissoorten in een water. In een ‘brasemwater’ is meer dan de helft van het eDNA afkomstig van die soort. Leven er juist veel exotische grondels, dan voeren die de boventoon qua DNA-sporen. In sommige sloten en plassen worden soms zelfs haring en sardine gedetecteerd, want ook dood aas verspreidt DNA.

MEER TOEPASSINGEN
In binnen- en buitenland is inmiddels veel ervaring opgedaan met eDNA, waarbij wetenschappers pogingen doen om steeds meer te weten te komen. Zo hebben Zweedse onderzoekers recent laten zien hoe je met eDNA het aantal kilo’s snoek in een water kunt berekenen. Andere wetenschappers hebben met eDNA het aantal stroomopwaarts trekkende Amerikaanse rivierharingen ‘geteld’ in een rivier aan de oostkust van de Verenigde Staten. En hun schatting van 700.000 vissen komt vrijwel exact overeen met de traditionele telmethodes.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm