De graskarper wordt uitgezet om de plantengroei in het water in bedwang te houden. Deze vissoort moet vanwege zijn speciale functie altijd levend en onbeschadigd in hetzelfde water worden teruggezet.
‘PENNEN’ OP GRASKARPER

TEKST: ARNOUT TERLOUW > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
Bij graskarper denk je al heel snel aan warm zomerweer en het vissen aan de oppervlakte met een drijvende broodkorst. Deze vegetariërs zijn echter ook prima te vangen als het eerder herfst lijkt – maar dan wel op de bodem. Edwin van Kempe laat op een grijze voorjaarsdag zien hoe je precies met de pen te werk gaat.



SNEL HANDELEN
Vang je een graskarper? Zorg dan dat je goed voorbereid bent en snel te werk kunt gaan, zodat de vis vlot weer kan zwemmen. Zet dus van tevoren alles klaar voor een eventuele foto. Laat de vis eerst iets bijkomen in het net voordat je deze op de mat tilt. Zorg daarbij voor een dikke mat die ook groot genoeg is – graskarpers willen op de onthaakmat nogal eens uit hun dak gaan. Ondersteun de vis bij het terugzetten, zodat deze op eigen kracht rechtop blijft en weg kan zwemmen. Dit kan na een pittige dril even duren, dus neem de tijd om de vis op weg te helpen.
Edwin zijn favoriete (gras)karpervoertje.
‘Graskarpers zijn prachtige, maar ook gewiekste vissen die lastig te vangen zijn’

GRASKARPERVOERTJE
Bij het vissen op graskarper voert Edwin altijd met zijn favoriete particlemix. Die bestaat uit harde (stuk) gekookte maïs en boekweit. “De particles laat ik altijd één tot twee dagen weken, waarna ik ze een uur kook en vervolgens laat afkoelen in het kookvocht. Graskarpers – en ook karpers – zijn er gek op!”
“Daar is de rust weergekeerd en zit er wellicht nog meer in het vat. Maar eerst laat ik hier nog een schepje voer achter, mogelijk voor later.” Vanwege de noordenwind die nu nog vervelender over de sloot bij stek één staat, wordt penvissen erg lastig. “Tijd voor plan B”, zegt Edwin. Uit de auto haalt hij twee steuntjes en een hengel met een vastloodsysteem. Op zo’n 25 meter van de voerplek positioneert hij de hengel, om vervolgens de rig – een Ronnie-rig met als pop-up twee drijvende imitatie maïskorrels – van dichtbij heel voorzichtig op de stek te droppen. “Statisch vissen heeft als voordeel dat je minder last hebt van wind en stroming. Maar ook hierbij hanteer ik het principe van het penvissen dat er na aankomst op de stek snel actie moet volgen.”
ORANJE BOVEN
In tegenstelling tot veel karpervissers blijft Edwin niet lang op één plek hangen. “Met de pen vis ik zelden langer dan tien minuten op een stek. Als er vis zit, is het meestal snel raak. Levert een voerstekje dat twee tot drie uur rust heeft gehad niets op, dan ben ik zo verkast. Je zit immers dicht op de stek en ziet heel goed wat daar precies gebeurt.” Als actie uitblijft, besluit Edwin het ten slotte nog eens te proberen op stek drie. Daar plaatst hij zijn pennetje eerst dicht onder de eigen kant, maar als er na een paar minuten niets gebeurt positioneert hij de dobber wat verder uit de oever. De antenne hangt door de harde wind en stroming helemaal scheef, maar zeilt ineens resoluut weg naar links. Hangen! Edwin moet alle zeilen bijzetten om de vis af te stoppen. Opnieuw een polderschub met prachtige oranje staart en vinnen, waar Edwin maar wat blij mee is!
Ook statisch kun je heel actief achter de graskarper aan.
“Met zo snel een grote targetvis in het net kan de dag al niet meer stuk”, jubelt Edwin als de buit binnen is. Op de mat bewonderen we de vangst, waarna we snel een paar plaatjes schieten en de vis weer mag zwemmen. Voorzichtig laat Edwin de graskarper van de mat glijden en na deze voor de zekerheid nog even te hebben ondersteund, verdwijnt de vis met een machtige klap van zijn staart de diepte in.
VLOT VERKASSEN
De graskarper heeft de sloot aardig op zijn kop gezet, dus gaan we door naar stek twee. Die ligt wat meer uit de wind en Edwin zag hier bij het voorvoeren een paar graskarpers liggen. Vanwege de kabbel op het water is het nu echter lastig om vis te spotten, dus na een poosje vergeefs speuren besluit Edwin om te verkassen naar de derde stek. Aan deze iets bredere en diepere sloot staat hij binnen no time met een kromme hengel. De vis schiet bij de eerste spurt in sneltreinvaart naar links, dus Edwin weet genoeg. “Dit is geen graskarper, maar een gewone karper.” De oranje staart die even later ‘wuivend’ door het wateroppervlak gaat bewijst zijn gelijk. Ed heeft zijn handen vol aan deze oersterke polderschub. Het blijkt een prachtige vis te zijn met her en der wat beschadigingen. Edwin: “Die heeft-ie waarschijnlijk opgelopen tijdens de paai gedurende de afgelopen warme dagen.”
PLAN B IN WERKING
Edwin breit er na deze laatste stek geen eind aan, maar stelt voor om terug te keren naar de startlocatie van deze sessie.


‘Met zo snel een grote targetvis in het net kan de dag al niet meer stuk’, jubelt Edwin
MONTAGES
Penmontage: 30/00 fluorocarbon onderlijn die plat op de bodem ligt, haak maat 6, hair met een quickstop en daarop vier zachte maïskorrels (uit blik).
Statische montage: leadfree leader, haak maat 4, Ronnie rig met twee imitatie pop-up maïskorrels.
“Monteer altijd een hair wanneer je met de pen vist”, tipt Edwin. “Dan heeft de haak veel meer ruimte om goed te prikken (en meer houvast) dan wanneer je het aas op de haak bevestigt. Wees niet bang om vier of soms wel zes maïskorrels op de hair te rijgen.”

Zorg dat je in stealth mode langs het water gaat om de vis niet te verstoren

Edwin
maakt meerdere voerplekjes die hij met
de pen of – indien gedwongen door de omstandigheden – statisch bevist

Na een zomers warme week halverwege mei, is het weer vlak voor deze reportage abrupt omgeslagen: een koude noordenwind zorgt voor beduidend lagere temperaturen. “Het mooie weer van de afgelopen tijd heeft het water lekker opgewarmd, wat de graskarpers ongetwijfeld actiever heeft gemaakt”, zegt Edwin positief als hij bij aankomst op de stek vanwege de schamele 12 graden Celsius een extra jas aantrekt en een muts opzet. Daarna pakt hij een emmer voer uit de auto, om vervolgens uiterst voorzichtig naar een brede sloot in dit uitgestrekte polderstelsel te sluipen. Met beleid voert hij twee schepjes harde, stuk gekookte maïs met wat boekweit. Twee andere stekken heeft hij onderweg hierheen al aangevoerd.
STEALTH MODE
Onder een zwaarbewolkte lucht sluipt Edwin even later met hengel, landingsnet en onthaakmat naar het water. “Graskarpers zijn bijzonder schuwe vissen die bij de minste beweging of geluid het hazenpad kiezen, dus deze stealth mode is zeker niet overdreven.” De wind staat in de lengterichting over de sloot en een gemaaltje spuit water, maar door rekening te houden met de omstandigheden positioneert Edwin zijn pen precies op de stek. Die staat daar niet lang, want na nog geen twee minuten loopt de dobber weg en gaat de hengel goed krom. Het is nog even gissen wat er aan de andere kant van de lijn zit, maar een eerste glimp van de vis geeft uitsluitsel: graskarper – en een beste ook!
FELLE, KORTE RUNS
De dril is typerend voor graskarper. Korte runs, waarna de vis onder de hengeltop met de kop naar beneden van links naar rechts ploegt middels slagen van zijn grote staart. Na vijf minuten worden de uitvallen merkbaar minder krachtig en uiteindelijk geeft de graskarper zich gewonnen.
‘PENNEN’ OP GRASKARPER

Bij graskarper denk je al heel snel aan warm zomerweer en het vissen aan de oppervlakte met een drijvende broodkorst. Deze vegetariërs zijn echter ook prima te vangen als het eerder herfst lijkt – maar dan wel op de bodem. Edwin van Kempe laat op een grijze voorjaarsdag zien hoe je precies met de pen te werk gaat.
TEKST: ARNOUT TERLOUW > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

De graskarper wordt uitgezet om de plantengroei in het water in bedwang te houden. Deze vissoort moet vanwege zijn speciale functie altijd levend en onbeschadigd in hetzelfde water worden teruggezet.


SNEL HANDELEN
Vang je een graskarper? Zorg dan dat je goed voorbereid bent en snel te werk kunt gaan, zodat de vis vlot weer kan zwemmen. Zet dus van tevoren alles klaar voor een eventuele foto. Laat de vis eerst iets bijkomen in het net voordat je deze op de mat tilt. Zorg daarbij voor een dikke mat die ook groot genoeg is – graskarpers willen op de onthaakmat nogal eens uit hun dak gaan. Ondersteun de vis bij het terugzetten, zodat deze op eigen kracht rechtop blijft en weg kan zwemmen. Dit kan na een pittige dril even duren, dus neem de tijd om de vis op weg te helpen.
Edwin zijn favoriete (gras)karpervoertje.
‘Graskarpers zijn prachtige, maar ook gewiekste vissen die lastig te vangen zijn’

GRASKARPERVOERTJE
Bij het vissen op graskarper voert Edwin altijd met zijn favoriete particlemix. Die bestaat uit harde (stuk) gekookte maïs en boekweit. “De particles laat ik altijd één tot twee dagen weken, waarna ik ze een uur kook en vervolgens laat afkoelen in het kookvocht. Graskarpers – en ook karpers – zijn er gek op!”
“Daar is de rust weergekeerd en zit er wellicht nog meer in het vat. Maar eerst laat ik hier nog een schepje voer achter, mogelijk voor later.” Vanwege de noordenwind die nu nog vervelender over de sloot bij stek één staat, wordt penvissen erg lastig. “Tijd voor plan B”, zegt Edwin. Uit de auto haalt hij twee steuntjes en een hengel met een vastloodsysteem. Op zo’n 25 meter van de voerplek positioneert hij de hengel, om vervolgens de rig – een Ronnie-rig met als pop-up twee drijvende imitatie maïskorrels – van dichtbij heel voorzichtig op de stek te droppen. “Statisch vissen heeft als voordeel dat je minder last hebt van wind en stroming. Maar ook hierbij hanteer ik het principe van het penvissen dat er na aankomst op de stek snel actie moet volgen.”
ORANJE BOVEN
In tegenstelling tot veel karpervissers blijft Edwin niet lang op één plek hangen. “Met de pen vis ik zelden langer dan tien minuten op een stek. Als er vis zit, is het meestal snel raak. Levert een voerstekje dat twee tot drie uur rust heeft gehad niets op, dan ben ik zo verkast. Je zit immers dicht op de stek en ziet heel goed wat daar precies gebeurt.” Als actie uitblijft, besluit Edwin het ten slotte nog eens te proberen op stek drie. Daar plaatst hij zijn pennetje eerst dicht onder de eigen kant, maar als er na een paar minuten niets gebeurt positioneert hij de dobber wat verder uit de oever. De antenne hangt door de harde wind en stroming helemaal scheef, maar zeilt ineens resoluut weg naar links. Hangen! Edwin moet alle zeilen bijzetten om de vis af te stoppen. Opnieuw een polderschub met prachtige oranje staart en vinnen, waar Edwin maar wat blij mee is!
Ook statisch kun je heel actief achter de graskarper aan.
“Met zo snel een grote targetvis in het net kan de dag al niet meer stuk”, jubelt Edwin als de buit binnen is. Op de mat bewonderen we de vangst, waarna we snel een paar plaatjes schieten en de vis weer mag zwemmen. Voorzichtig laat Edwin de graskarper van de mat glijden en na deze voor de zekerheid nog even te hebben ondersteund, verdwijnt de vis met een machtige klap van zijn staart de diepte in.
VLOT VERKASSEN
De graskarper heeft de sloot aardig op zijn kop gezet, dus gaan we door naar stek twee. Die ligt wat meer uit de wind en Edwin zag hier bij het voorvoeren een paar graskarpers liggen. Vanwege de kabbel op het water is het nu echter lastig om vis te spotten, dus na een poosje vergeefs speuren besluit Edwin om te verkassen naar de derde stek. Aan deze iets bredere en diepere sloot staat hij binnen no time met een kromme hengel. De vis schiet bij de eerste spurt in sneltreinvaart naar links, dus Edwin weet genoeg. “Dit is geen graskarper, maar een gewone karper.” De oranje staart die even later ‘wuivend’ door het wateroppervlak gaat bewijst zijn gelijk. Ed heeft zijn handen vol aan deze oersterke polderschub. Het blijkt een prachtige vis te zijn met her en der wat beschadigingen. Edwin: “Die heeft-ie waarschijnlijk opgelopen tijdens de paai gedurende de afgelopen warme dagen.”
PLAN B IN WERKING
Edwin breit er na deze laatste stek geen eind aan, maar stelt voor om terug te keren naar de startlocatie van deze sessie.


‘Met zo snel een grote targetvis in het net kan de dag al niet meer stuk’, jubelt Edwin
MONTAGES
Penmontage: 30/00 fluorocarbon onderlijn die plat op de bodem ligt, haak maat 6, hair met een quickstop en daarop vier zachte maïskorrels (uit blik).
Statische montage: leadfree leader, haak maat 4, Ronnie rig met twee imitatie pop-up maïskorrels.
“Monteer altijd een hair wanneer je met de pen vist”, tipt Edwin. “Dan heeft de haak veel meer ruimte om goed te prikken (en meer houvast) dan wanneer je het aas op de haak bevestigt. Wees niet bang om vier of soms wel zes maïskorrels op de hair te rijgen.”

Zorg dat je in stealth mode langs het water gaat om de vis niet te verstoren

Edwin
maakt meerdere voerplekjes die hij met
de pen of – indien gedwongen door de omstandigheden – statisch bevist

Na een zomers warme week halverwege mei, is het weer vlak voor deze reportage abrupt omgeslagen: een koude noordenwind zorgt voor beduidend lagere temperaturen. “Het mooie weer van de afgelopen tijd heeft het water lekker opgewarmd, wat de graskarpers ongetwijfeld actiever heeft gemaakt”, zegt Edwin positief als hij bij aankomst op de stek vanwege de schamele 12 graden Celsius een extra jas aantrekt en een muts opzet. Daarna pakt hij een emmer voer uit de auto, om vervolgens uiterst voorzichtig naar een brede sloot in dit uitgestrekte polderstelsel te sluipen. Met beleid voert hij twee schepjes harde, stuk gekookte maïs met wat boekweit. Twee andere stekken heeft hij onderweg hierheen al aangevoerd.
STEALTH MODE
Onder een zwaarbewolkte lucht sluipt Edwin even later met hengel, landingsnet en onthaakmat naar het water. “Graskarpers zijn bijzonder schuwe vissen die bij de minste beweging of geluid het hazenpad kiezen, dus deze stealth mode is zeker niet overdreven.” De wind staat in de lengterichting over de sloot en een gemaaltje spuit water, maar door rekening te houden met de omstandigheden positioneert Edwin zijn pen precies op de stek. Die staat daar niet lang, want na nog geen twee minuten loopt de dobber weg en gaat de hengel goed krom. Het is nog even gissen wat er aan de andere kant van de lijn zit, maar een eerste glimp van de vis geeft uitsluitsel: graskarper – en een beste ook!
FELLE, KORTE RUNS
De dril is typerend voor graskarper. Korte runs, waarna de vis onder de hengeltop met de kop naar beneden van links naar rechts ploegt middels slagen van zijn grote staart. Na vijf minuten worden de uitvallen merkbaar minder krachtig en uiteindelijk geeft de graskarper zich gewonnen.