voeraccessoires
TEKST: REDACTIE > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
Werppijpen, voerscheppen, PVA-producten, voerraketten en op afstand bestuurbare baitboats. Het arsenaal aan hulpmiddelen om je voer en aas op de juiste plek te krijgen is bijzonder groot. Veel karpervissers kiezen uit automatisme voor een specifiek hulpmiddel, zonder de werking en het effect hiervan goed te overwegen. Bart Haring (40) laat in dit artikel verschillende producten de revue passeren en voorziet deze van praktische tips en uitleg.
PVA-PRODUCTEN
PVA-producten zijn perfect geschikt voor het presenteren van een compacte hoeveelheid voer in de directe nabijheid van het haakaas. Je vult de gewenste variant – tape, string, sticks en solid bags – met voer en haakt dit aan de rig. Doordat het natuurvriendelijke PVA (Polyvinyl Alcohol) vrij snel oplost in water, creëer je klein voerplekje op de plek waar je hebt ingeworpen.
Op het PVA-vlak zijn er twee hoofdcategorieën: sticks en solid bags versus string en tape. De eerste categorie staat bekend als voerpakketjes. Daarmee kun je, in tegenstelling tot string en tape, ook klein en licht aas voeren. Met een PVA-stick bevestig je een beperkte hoeveelheid ‘verpakt’ aas en voer aan de haak of de onderlijn. Bij een solid bag stop je het voer en de montage in een dichte PVA-zak. Dit reist tijdens de worp met de rig mee en komt daardoor vlakbij het haakaas te liggen. Zo ontstaat een compact voerplekje waar de karper snel op het aas stuit. Houd daarbij in gedachten dat je de vis wilt lokken en niet wilt verzadigen – minder is vaak meer. Kies dus eerder voor het formaat visstick in plaats van een rookworst. Zeker in de winter is dat essentieel aangezien de spijsvertering van de vis dan op een laag pitje staat. Bijkomende voordeel van sticks en bags zijn de anti-tangle eigenschappen; de montage werp je nauwelijks in de war.
De tweede categorie is tegenwoordig ietwat in de vergetelheid geraakt: PVA-string en tape worden nauwelijks meer gebruikt. Dit terwijl deze presentatie uniek is omdat-ie op geen andere methode lijkt. Door enkele hele boilies op een string te rijgen – en deze vervolgens aan de haak te knopen – presenteer je rondom het haakaas wat voer. Niet bijzonder compact, maar er losjes iets omheen. Let erop dat je de boilies niet te dicht tegen elkaar zet omdat het PVA anders intact blijft.
Snijd de
PVA-wokkel in de lengterichting open en beleg dit ‘broodje’ met de onderlijn. Bevochtig de binnenkant om de boel dicht te lijmen en klap de wokkel dicht.
Voer met beleid om te worden beloond
TIP
PVA-WOKKEL
ALS RICHTPUNT
De worp is prima en de onderlijnmontage plonst op de juiste plek in het water. Je legt de hengel rustig op de steunen en bevestigt de waker. Vervolgens pak je de werppijp of voerschep om wat bij te voeren, maar dan rijst de vraag: waar had ik nou precies ingeworpen? Het inschatten van de afstand en de richting is soms behoorlijk lastig. Om dit probleem te tackelen komt de PVA-wokkel van pas. Die komt los van de rig en drijft naar het oppervlak zodat je een perfect mikpunt hebt. Deze witte puntjes zijn tot wel 70 meter uit de kant goed zichtbaar.
TIP
HANDJE
IN HET KANTJE
Alle technische – en soms peperdure – hulpmiddelen ten spijt, het hoeft helemaal niet altijd zo ingewikkeld te worden gemaakt. Doorgaans gaat de focus al snel op de ver weg gelegen stekken, maar daarbij worden de kansen onder de eigen kant regelmatig over het hoofd gezien. Terwijl die stekken zeker niet minder interessant zijn. En het mooie is dat je die met ‘een handje langs het kantje’ snel, simpel en gratis van voer kunt voorzien.
VOERBOOT
Dankzij radiografisch bestuurbare voerbootjes zijn zowel de montage als alle denkbare voersoorten heel secuur te droppen; zelfs op plekken die voorheen buiten werpbereik lagen. Dit biedt legio mogelijkheden, maar een voerbootje kent ook zijn beperkingen.
De zogenaamde baitboats bestaan al tientallen jaren, maar de kwaliteit van de basismodellen is de afgelopen jaren met sprongen vooruitgegaan. Deze ‘instappers’ zijn bovendien redelijk betaalbaar geworden. Dat geldt eveneens voor de accessoires – zoals draadloze dieptemeters en gps – waardoor de bootjes gretig aftrek vinden en bij veel karpervissers een vaste plek in hun uitrusting hebben gekregen. De montage heel secuur spot on inleggen is vaak de hoofdreden voor het gebruik van een voerboot (houd er wel rekening mee dat je bij veelvuldig gebruik gaat inleveren op je werptechniek).
Toch kleeft er ook een nadeel aan de basic voerboot. Die kan het aas maar op één manier droppen: vanuit de laadruimte direct naar beneden. Uit automatisme – en voor een boost van het vertrouwen – voorzien veel karpervissers de laadruimte altijd van een paar handen voer. Zo ontstaat bij de montage een compacte hoop voer. Op wateren waar veel wordt gevist en aardig wat voerboten rondvaren is dit voor geconditioneerde karpers een ‘red flag’. Die voerstekken worden met de nodige argwaan bekeken en soms zelfs vermeden. Doe het daarom eens anders: drop de montage zonder voer en creëer met een ander hulpmiddel een alternatief voerpatroon. Ook zakjes, tape of strings van PVA in de laadruimte bieden creatieve mogelijkheden om voor karper de associatie met gevaar grotendeels weg te nemen. Een andere voervorm realiseren is ook mogelijk door het installeren van een bait thrower, spreader of voervijzel of te kiezen voor een model met meerdere laadruimtes. Die verspreiden het voer over een groter oppervlak – al betekent dit wel een extra investering in je uitrusting.
Gebruik
een speciale werpsteel en niet de steel van je schepnet – die laatste is niet bestand tegen krachtige
worpen
VOERRAKET
De spomb of spod is een raketvormig omhulsel dat wordt ingezet om voer naar de stek te transporteren. Doordat dit in een afgesloten compartiment zit is het mogelijk om zowel grof als zeer fijn voer te gebruiken. Om deze raket in een baan naar de stek te krijgen is een stevige hengel wel een vereiste.
De meeste modellen voerraketten zijn tegenwoordig volledig afsluitbaar en klappen open bij de landing op het water, waarna de lading naar de bodem zakt. Er zijn echter ook varianten die speciaal zijn ontworpen om naar de bodem te zinken en daar pas open te klappen. En er zijn modellen die al in de lucht kunnen worden geopend om wat meer verspreid te voeren.
Om ervoor te zorgen dat de ‘inslag’ telkens op dezelfde plek plaatsvindt is het belangrijk om een vast richtpunt aan te houden en een standaard werpafstand te hanteren. Kies bijvoorbeeld voor een boom aan de overkant van het water en zet de hoofdlijn op een bepaalde afstand vast achter de lijnclip op de molenspoel. Zo komt de raket vrijwel iedere keer op dezelfde vierkante meter terecht. Weet je vooraf op hoeveel meter de stek die je wilt bevissen zich bevindt? Dan kun je de exacte werpafstand uitmeten met behulp van twee zogenaamde distance sticks die je op de kant hebt uitgezet (op een vaste afstand van elkaar). Dan werp je het voer telkens bovenop de stek.
Gebruik
een speciale werpsteel en niet de steel van je schepnet – die laatste is niet bestand tegen krachtige
worpen
VOERSCHEP
De voerschep is met name geschikt voor het op de stek brengen van particles, boilies en zwaardere pellets. Daarmee werp je deze voersoorten tot circa 25 meter afstand. Je zult versteld staan hoe nauwkeurig je dit na enige oefening kunt doen.
Aassoorten van klein formaat zijn vanwege het geringe volume en dito gewicht lastig ver(der) weg te zetten met de hand. Met een voerschep krijg je die toch nog op redelijke afstand, al moet je ook geen wonderen verwachten met lichtgewicht spul zoals micro pellets of maden (om die te voeren zijn alternatieve hulpmiddelen beschikbaar, zoals PVA of een voerboot). Een schep met een langgerekte vorm is beter geschikt om verder mee te werpen. Hetzelfde principe geldt voor de steel: hoe langer deze is, des te verder je werpt. Daarbij geniet een speciale werpsteel de voorkeur boven de schepnetsteel: die laatste is niet ontworpen voor krachtige worpen. Je zal niet de eerste zijn die een schepnetsteel op deze manier pardoes doormidden breekt. In het verlengde hiervan is het aan te raden om bij kletsnatte particles een schep met gaatjes – die kun je er ook zelf in boren – te gebruiken. Dan lekt het vocht eruit en verloopt de worp gemakkelijker en soepeler. Net zoals bij de werppijp zorgt een bovenhandse worp voor een cirkelvormige spreiding van het aas, terwijl met een zijwaartse worp een langgerekte voerstrook (tot wel 20 meter) ontstaat. Behalve aas met een kleinere diameter kun je met een voerschep ook boilies vanaf 20 mm met krachtige worpen tot wel vijftig meter wegzetten. Bedenk echter dat je met een werppijp veel minder energie nodig hebt voor hetzelfde resultaat.
Door boilies
kort te bevochtigen voorkom je dat ze tijdens de worp in stukken breken
>> WERPPIJP
De werppijp is ontworpen om boilies mee te lanceren. Die werp je met gemak tussen de 30 en 70 meter ver weg, terwijl na wat werptraining zelfs afstanden tot 120 meter binnen bereik komen. Voor de korte afstand is dit attribuut vanwege zijn vorm minder effectief aangezien de precisie onder de 30 meter zienderogen afneemt.
Werppijpen zijn verkrijgbaar in uitvoeringen van plastic, aluminium en carbon. De laatste variant is weliswaar het duurst, maar heeft als voordeel dat hij lichtgewicht is en dus lekker in de hand ligt. Bovendien is carbon heel stijf, zodat bij de worp veel kracht wordt omgezet in afstand en precisie. Kies in ieder geval voor een buis die qua diameter past bij het formaat boilies dat je gebruikt. Een model met ondervuller – net boven de handgreep – maakt het laden van de buis gemakkelijker. Zeker als je aardig wat boilies weg wilt zetten is dit een bijzonder praktisch voordeel. In het verlengde hiervan is een buiktasje om je ‘bollen’ bij de hand te hebben een handig hulpmiddel wat bukwerk scheelt. Hoewel je met een werppijp gemakkelijk meerdere boilies tegelijk kunt ‘afvuren’, nemen dan zowel de precisie als de afstand af – al is dat eerste in sommige situaties niet eens verkeerd. De bovenhandse worp is standaard en zorgt voor een cirkelvormige spreiding van het voer. Maak je een zijwaartse worp, dan trek je een brede streep. Houd er ook rekening mee dat boilies door de snelheid waarmee ze worden gelanceerd tijdens de vlucht in stukken kunnen breken. Om dit te voorkomen bevochtig je de boilies even kort voordat ze in de werppijp gaan.
Het maken van een voerstek om Cyprinus carpio naar het haakaas te lokken is gemeengoed onder karpervissers. De gedekte tafel moet uitnodigen, vertrouwen wekken en de vissen aanzetten tot azen, om uiteindelijk te resulteren in een aanbeet (of beter nog: meerdere aanbeten). Daarbij staan de stek- en aaskeuze doorgaans bovenaan de lijst van prioriteiten qua tactiek, maar die hebben ook praktische gevolgen voor de aanpak. “Kies je in het voorjaar bijvoorbeeld voor gebroken boilies, dan kun je die met de hand tot een paar meter uit de kant wegzetten. Voor stekken op grotere afstand zal je andere methoden moeten aanwenden om een voerplek op te bouwen”, stipt Bart aan. “Vanwege het enorme aanbod aan aassoorten is er geen ideaal hulpmiddel dat in alle gevallen de klus klaart. Je zult dus per situatie steeds moeten bekijken en bedenken wat in die omstandigheden het beste werkt.”
GEEN BLAUWDRUK
Naast het praktische aspect spelen ook tactische overwegingen een belangrijke rol bij het kiezen van de voermethode. “Strategisch gezien bestaat er geen blauwdruk voor welke aanpak het beste werkt. Dit omdat er tal van factoren meespelen. Zo speelt hengeldruk een belangrijke rol”, zegt de Tukker. “Op diverse wateren waar ik vis zie ik het merendeel van de karpervissers een voerboot of een spomb (voerraket) gebruiken. Zo’n compact hoopje voer op de bodem waarbij je jouw rig presenteert is in theorie heel mooi. Maar op wateren waar flink wordt gevist zijn de karpers in de loop der jaren wijzer geworden. Die benaderen een dergelijke situatie met de nodige argwaan”, stelt Bart resoluut. Daarom adviseert hij om te achterhalen hoe andere karpervissers het voeren aanpakken en wat hun resultaten zijn. “Vallen die tegen, dan kan een andere aanpak verrassend goed werken.”
ZWEMMEN EN ZOEKEN
Zo is de werppijp veelal zijn favoriete hulpmiddel om boilies te voeren. “Die verspreid ik bewust over een groot gebied, van soms wel tientallen vierkante meters. En dan voer ik echt geen kilo boilies hoor. Het is simpelweg een kwestie van flink zwemmen voor een karper om alle lekkers te vinden. Daar zit de volgende gedachte achter: een bewegende vis is gemakkelijker te vangen – en haakt zich beter op een zelfhaaksysteem – dan een exemplaar dat stil hangt boven een compact hoopje voer”, doet Bart zijn theorie uit de doeken. “Behalve die voordelen is deze methode vaak ook compleet anders dan de veelgebruikte compacte aaspresentatie”, plaatst hij zijn succesvolle aanpak in een bredere context. Maar zoals reeds aangestipt is wat het beste werkt afhankelijk van meerdere factoren. Om ervoor te zorgen dat je in vrijwel alle situaties goed uit de voeten kunt, volgt in dit artikel een overzicht van de meest gangbare hulpmiddelen bij het voeren.
IN VOGELVLUCHT
Werppijpen, voerscheppen, PVA-producten, voerraketten en op afstand bestuurbare baitboats. Het arsenaal aan hulpmiddelen om je voer en aas op de juiste plek te krijgen is bijzonder groot. Veel karpervissers kiezen uit automatisme voor een specifiek hulpmiddel, zonder de werking en het effect hiervan goed te overwegen. Bart Haring (40) laat in dit artikel verschillende producten de revue passeren en voorziet deze van praktische tips en uitleg.
TEKST: REDACTIE > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
voeraccessoires
VOERBOOT
Dankzij radiografisch bestuurbare voerbootjes zijn zowel de montage als alle denkbare voersoorten heel secuur te droppen; zelfs op plekken die voorheen buiten werpbereik lagen. Dit biedt legio mogelijkheden, maar een voerbootje kent ook zijn beperkingen.
De zogenaamde baitboats bestaan al tientallen jaren, maar de kwaliteit van de basismodellen is de afgelopen jaren met sprongen vooruitgegaan. Deze ‘instappers’ zijn bovendien redelijk betaalbaar geworden. Dat geldt eveneens voor de accessoires – zoals draadloze dieptemeters en gps – waardoor de bootjes gretig aftrek vinden en bij veel karpervissers een vaste plek in hun uitrusting hebben gekregen. De montage heel secuur spot on inleggen is vaak de hoofdreden voor het gebruik van een voerboot (houd er wel rekening mee dat je bij veelvuldig gebruik gaat inleveren op je werptechniek).
Toch kleeft er ook een nadeel aan de basic voerboot. Die kan het aas maar op één manier droppen: vanuit de laadruimte direct naar beneden. Uit automatisme – en voor een boost van het vertrouwen – voorzien veel karpervissers de laadruimte altijd van een paar handen voer. Zo ontstaat bij de montage een compacte hoop voer. Op wateren waar veel wordt gevist en aardig wat voerboten rondvaren is dit voor geconditioneerde karpers een ‘red flag’. Die voerstekken worden met de nodige argwaan bekeken en soms zelfs vermeden. Doe het daarom eens anders: drop de montage zonder voer en creëer met een ander hulpmiddel een alternatief voerpatroon. Ook zakjes, tape of strings van PVA in de laadruimte bieden creatieve mogelijkheden om voor karper de associatie met gevaar grotendeels weg te nemen. Een andere voervorm realiseren is ook mogelijk door het installeren van een bait thrower, spreader of voervijzel of te kiezen voor een model met meerdere laadruimtes. Die verspreiden het voer over een groter oppervlak – al betekent dit wel een extra investering in je uitrusting.
Gebruik
een speciale werpsteel en niet de steel van je schepnet – die laatste is niet bestand tegen krachtige
worpen
VOERRAKET
De spomb of spod is een raketvormig omhulsel dat wordt ingezet om voer naar de stek te transporteren. Doordat dit in een afgesloten compartiment zit is het mogelijk om zowel grof als zeer fijn voer te gebruiken. Om deze raket in een baan naar de stek te krijgen is een stevige hengel wel een vereiste.
De meeste modellen voerraketten zijn tegenwoordig volledig afsluitbaar en klappen open bij de landing op het water, waarna de lading naar de bodem zakt. Er zijn echter ook varianten die speciaal zijn ontworpen om naar de bodem te zinken en daar pas open te klappen. En er zijn modellen die al in de lucht kunnen worden geopend om wat meer verspreid te voeren.
Om ervoor te zorgen dat de ‘inslag’ telkens op dezelfde plek plaatsvindt is het belangrijk om een vast richtpunt aan te houden en een standaard werpafstand te hanteren. Kies bijvoorbeeld voor een boom aan de overkant van het water en zet de hoofdlijn op een bepaalde afstand vast achter de lijnclip op de molenspoel. Zo komt de raket vrijwel iedere keer op dezelfde vierkante meter terecht. Weet je vooraf op hoeveel meter de stek die je wilt bevissen zich bevindt? Dan kun je de exacte werpafstand uitmeten met behulp van twee zogenaamde distance sticks die je op de kant hebt uitgezet (op een vaste afstand van elkaar). Dan werp je het voer telkens bovenop de stek.
TIP
Snijd de
PVA-wokkel in de lengterichting open en beleg dit ‘broodje’ met de onderlijn. Bevochtig de binnenkant om de boel dicht te lijmen en klap de wokkel dicht.
Voer met beleid om te worden beloond
PVA-WOKKEL
ALS RICHTPUNT
De worp is prima en de onderlijnmontage plonst op de juiste plek in het water. Je legt de hengel rustig op de steunen en bevestigt de waker. Vervolgens pak je de werppijp of voerschep om wat bij te voeren, maar dan rijst de vraag: waar had ik nou precies ingeworpen? Het inschatten van de afstand en de richting is soms behoorlijk lastig. Om dit probleem te tackelen komt de PVA-wokkel van pas. Die komt los van de rig en drijft naar het oppervlak zodat je een perfect mikpunt hebt. Deze witte puntjes zijn tot wel 70 meter uit de kant goed zichtbaar.
PVA-PRODUCTEN
PVA-producten zijn perfect geschikt voor het presenteren van een compacte hoeveelheid voer in de directe nabijheid van het haakaas. Je vult de gewenste variant – tape, string, sticks en solid bags – met voer en haakt dit aan de rig. Doordat het natuurvriendelijke PVA (Polyvinyl Alcohol) vrij snel oplost in water, creëer je klein voerplekje op de plek waar je hebt ingeworpen.
Op het PVA-vlak zijn er twee hoofdcategorieën: sticks en solid bags versus string en tape. De eerste categorie staat bekend als voerpakketjes. Daarmee kun je, in tegenstelling tot string en tape, ook klein en licht aas voeren. Met een PVA-stick bevestig je een beperkte hoeveelheid ‘verpakt’ aas en voer aan de haak of de onderlijn. Bij een solid bag stop je het voer en de montage in een dichte PVA-zak. Dit reist tijdens de worp met de rig mee en komt daardoor vlakbij het haakaas te liggen. Zo ontstaat een compact voerplekje waar de karper snel op het aas stuit. Houd daarbij in gedachten dat je de vis wilt lokken en niet wilt verzadigen – minder is vaak meer. Kies dus eerder voor het formaat visstick in plaats van een rookworst. Zeker in de winter is dat essentieel aangezien de spijsvertering van de vis dan op een laag pitje staat. Bijkomende voordeel van sticks en bags zijn de anti-tangle eigenschappen; de montage werp je nauwelijks in de war.
De tweede categorie is tegenwoordig ietwat in de vergetelheid geraakt: PVA-string en tape worden nauwelijks meer gebruikt. Dit terwijl deze presentatie uniek is omdat-ie op geen andere methode lijkt. Door enkele hele boilies op een string te rijgen – en deze vervolgens aan de haak te knopen – presenteer je rondom het haakaas wat voer. Niet bijzonder compact, maar er losjes iets omheen. Let erop dat je de boilies niet te dicht tegen elkaar zet omdat het PVA anders intact blijft.
TIP
HANDJE
IN HET KANTJE
Alle technische – en soms peperdure – hulpmiddelen ten spijt, het hoeft helemaal niet altijd zo ingewikkeld te worden gemaakt. Doorgaans gaat de focus al snel op de ver weg gelegen stekken, maar daarbij worden de kansen onder de eigen kant regelmatig over het hoofd gezien. Terwijl die stekken zeker niet minder interessant zijn. En het mooie is dat je die met ‘een handje langs het kantje’ snel, simpel en gratis van voer kunt voorzien.
Het maken van een voerstek om Cyprinus carpio naar het haakaas te lokken is gemeengoed onder karpervissers. De gedekte tafel moet uitnodigen, vertrouwen wekken en de vissen aanzetten tot azen, om uiteindelijk te resulteren in een aanbeet (of beter nog: meerdere aanbeten). Daarbij staan de stek- en aaskeuze doorgaans bovenaan de lijst van prioriteiten qua tactiek, maar die hebben ook praktische gevolgen voor de aanpak. “Kies je in het voorjaar bijvoorbeeld voor gebroken boilies, dan kun je die met de hand tot een paar meter uit de kant wegzetten. Voor stekken op grotere afstand zal je andere methoden moeten aanwenden om een voerplek op te bouwen”, stipt Bart aan. “Vanwege het enorme aanbod aan aassoorten is er geen ideaal hulpmiddel dat in alle gevallen de klus klaart. Je zult dus per situatie steeds moeten bekijken en bedenken wat in die omstandigheden het beste werkt.”
GEEN BLAUWDRUK
Naast het praktische aspect spelen ook tactische overwegingen een belangrijke rol bij het kiezen van de voermethode. “Strategisch gezien bestaat er geen blauwdruk voor welke aanpak het beste werkt. Dit omdat er tal van factoren meespelen. Zo speelt hengeldruk een belangrijke rol”, zegt de Tukker. “Op diverse wateren waar ik vis zie ik het merendeel van de karpervissers een voerboot of een spomb (voerraket) gebruiken. Zo’n compact hoopje voer op de bodem waarbij je jouw rig presenteert is in theorie heel mooi. Maar op wateren waar flink wordt gevist zijn de karpers in de loop der jaren wijzer geworden. Die benaderen een dergelijke situatie met de nodige argwaan”, stelt Bart resoluut. Daarom adviseert hij om te achterhalen hoe andere karpervissers het voeren aanpakken en wat hun resultaten zijn. “Vallen die tegen, dan kan een andere aanpak verrassend goed werken.”
ZWEMMEN EN ZOEKEN
Zo is de werppijp veelal zijn favoriete hulpmiddel om boilies te voeren. “Die verspreid ik bewust over een groot gebied, van soms wel tientallen vierkante meters. En dan voer ik echt geen kilo boilies hoor. Het is simpelweg een kwestie van flink zwemmen voor een karper om alle lekkers te vinden. Daar zit de volgende gedachte achter: een bewegende vis is gemakkelijker te vangen – en haakt zich beter op een zelfhaaksysteem – dan een exemplaar dat stil hangt boven een compact hoopje voer”, doet Bart zijn theorie uit de doeken. “Behalve die voordelen is deze methode vaak ook compleet anders dan de veelgebruikte compacte aaspresentatie”, plaatst hij zijn succesvolle aanpak in een bredere context. Maar zoals reeds aangestipt is wat het beste werkt afhankelijk van meerdere factoren. Om ervoor te zorgen dat je in vrijwel alle situaties goed uit de voeten kunt, volgt in dit artikel een overzicht van de meest gangbare hulpmiddelen bij het voeren.
Gebruik
een speciale werpsteel en niet de steel van je schepnet – die laatste is niet bestand tegen krachtige
worpen
VOERSCHEP
De voerschep is met name geschikt voor het op de stek brengen van particles, boilies en zwaardere pellets. Daarmee werp je deze voersoorten tot circa 25 meter afstand. Je zult versteld staan hoe nauwkeurig je dit na enige oefening kunt doen.
Aassoorten van klein formaat zijn vanwege het geringe volume en dito gewicht lastig ver(der) weg te zetten met de hand. Met een voerschep krijg je die toch nog op redelijke afstand, al moet je ook geen wonderen verwachten met lichtgewicht spul zoals micro pellets of maden (om die te voeren zijn alternatieve hulpmiddelen beschikbaar, zoals PVA of een voerboot). Een schep met een langgerekte vorm is beter geschikt om verder mee te werpen. Hetzelfde principe geldt voor de steel: hoe langer deze is, des te verder je werpt. Daarbij geniet een speciale werpsteel de voorkeur boven de schepnetsteel: die laatste is niet ontworpen voor krachtige worpen. Je zal niet de eerste zijn die een schepnetsteel op deze manier pardoes doormidden breekt. In het verlengde hiervan is het aan te raden om bij kletsnatte particles een schep met gaatjes – die kun je er ook zelf in boren – te gebruiken. Dan lekt het vocht eruit en verloopt de worp gemakkelijker en soepeler. Net zoals bij de werppijp zorgt een bovenhandse worp voor een cirkelvormige spreiding van het aas, terwijl met een zijwaartse worp een langgerekte voerstrook (tot wel 20 meter) ontstaat. Behalve aas met een kleinere diameter kun je met een voerschep ook boilies vanaf 20 mm met krachtige worpen tot wel vijftig meter wegzetten. Bedenk echter dat je met een werppijp veel minder energie nodig hebt voor hetzelfde resultaat.
Door boilies
kort te bevochtigen voorkom je dat ze tijdens de worp in stukken breken
>> WERPPIJP
De werppijp is ontworpen om boilies mee te lanceren. Die werp je met gemak tussen de 30 en 70 meter ver weg, terwijl na wat werptraining zelfs afstanden tot 120 meter binnen bereik komen. Voor de korte afstand is dit attribuut vanwege zijn vorm minder effectief aangezien de precisie onder de 30 meter zienderogen afneemt.
Werppijpen zijn verkrijgbaar in uitvoeringen van plastic, aluminium en carbon. De laatste variant is weliswaar het duurst, maar heeft als voordeel dat hij lichtgewicht is en dus lekker in de hand ligt. Bovendien is carbon heel stijf, zodat bij de worp veel kracht wordt omgezet in afstand en precisie. Kies in ieder geval voor een buis die qua diameter past bij het formaat boilies dat je gebruikt. Een model met ondervuller – net boven de handgreep – maakt het laden van de buis gemakkelijker. Zeker als je aardig wat boilies weg wilt zetten is dit een bijzonder praktisch voordeel. In het verlengde hiervan is een buiktasje om je ‘bollen’ bij de hand te hebben een handig hulpmiddel wat bukwerk scheelt. Hoewel je met een werppijp gemakkelijk meerdere boilies tegelijk kunt ‘afvuren’, nemen dan zowel de precisie als de afstand af – al is dat eerste in sommige situaties niet eens verkeerd. De bovenhandse worp is standaard en zorgt voor een cirkelvormige spreiding van het voer. Maak je een zijwaartse worp, dan trek je een brede streep. Houd er ook rekening mee dat boilies door de snelheid waarmee ze worden gelanceerd tijdens de vlucht in stukken kunnen breken. Om dit te voorkomen bevochtig je de boilies even kort voordat ze in de werppijp gaan.