haaientips
10
TEKST: REDACTIE > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
Haaien zijn van medio mei tot en met september voor veel strandvissers tegenwoordig dé targetvis. Het mooie is dat deze visserij niet bovenmatig ingewikkeld is zodat vrijwel iedereen haai kan vangen. Houd je daarbij de tips en trucs van de specialisten Kees Gillissen en Robbert Kok in het achterhoofd, dan kan succes haast niet uitblijven.
Check deze video
voor meer haaientips!
SLOTAKTE
Na een haai te hebben gevangen wil je deze uiteraard weer netjes in het water terugzetten. Daarvoor zijn lieslaarzen of een waadpak doorgaans onontbeerlijk. Het is namelijk van groot belang dat je de vis in voldoende diep water weer in zijn element zet – in een laagje van tien centimeter water is dit simpelweg geen doen. Vis je vanaf het strand, dan is het vaak prima mogelijk om een stukje de zee in te lopen voor de release van de vis. Let wel op dat je de haai over de zandbank terugzet. Soms komen ze daar niet overheen en zwemmen ze terug richting het strand. Bij dijken (of andere plekken met steenstort) is het veilig en verantwoord terugzetten van de vis een ander verhaal. In die situatie bieden lieslaarzen of een waadpak uitkomst. Zorg wel voor studs onder je laarzen of schoenen aangezien basaltblokken en stenen doorgaans bedekt zijn met spekglad wier. Denk niet alleen aan de visveiligheid, maar ook aan je eigen veiligheid.
STEKKEUZE
Hoewel je de gevlekte gladde haai in theorie overal langs de Nederlandse kust kunt tegenkomen, vormt het Zeeuwse Walcheren onbetwist de haaienhotspot van ons land. Grofweg van Dishoek tot aan de Oosterscheldekering valt op vrijwel ieder strand een haai te vangen – ook op de ondiepere stranden (bijvoorbeeld bij Domburg). Hoewel diep water bij deze visserij een fijne bijkomstigheid vormt, is dit zeker geen must om succes te kunnen boeken. Kijk dan ook eens verder dan de geijkte stekken, waar het soms best druk kan zijn met collega-sportvissers. In de zomermaanden zwemt de gevlekte gladde haai ook de Oosterschelde in, dus op diverse dijkstekken langs deze zeearm maak je dan kans op haai. Dit betreft in de regel grote vrouwtjes of pasgeboren pups. Het sterke vermoeden van onderzoekers dat de Oosterschelde fungeert als pupping ground (kraamkamer) verklaart ook waarom de stranden van Walcheren een hotspot zijn: hier zwemt een groot deel van de haaien langs op de heenweg naar en de terugweg vanuit de Oosterschelde.
JUISTE MOMENT
Zeevissen staat of valt met het kiezen van het juiste moment van het getij. Dit is voor het vissen op haai niet anders. Stroming is essentieel, want als het water niet opkomt of afgaat dan vang je geen haai – gierende stroming is echter funest aangezien het dan heel erg lastig vissen is. Wat het beste deel van het getij is verschilt per stek. Op het ene strand is het vanaf een uur na de start van het opkomend tij bingo, ergens anders kan juist afgaand water de hengeltoppen doen rammelen. Het is simpelweg een kwestie van proberen en uitdokteren wat op jouw stek het window of opportuntity is. Na verloop van tijd ga je daar vanzelf een lijn in ontdekken. Het is zelfs zo dat je op een gegeven moment de klok er haast op gelijk kunt zetten wanneer de aanbeten komen. Inderdaad, meerdere aanbeten. Vaak is er sprake van bijtmomenten waarop de knop om lijkt te gaan en schooltjes haaien en masse aan tafel gaan. Toch zijn ook de onverwachte, losse aanbeten niet te versmaden: dit zijn doorgaans grotere (vaak vrouwelijke) exemplaren die meer solitair leven.
VERTICAAL
EN LOS
Positioneer je hengels bij het vissen op haaien haast verticaal en zet de top iets op spanning. Zo heb je ook een goede beetdetectie als de lijn slap valt doordat de vis na een aanbeet naar je toe komt zwemmen. Staan de hengels meer in een hoek van 45 graden, dan zie je dit type aanbeten veel minder goed. Zorg ook dat je steunen diep genoeg in het zand steken en stevig staan: soms zijn de aanbeten keihard en staat de hele boel op en neer te schudden. In het verlengde hiervan is het belangrijk om de slip los genoeg te zetten zodat de vis ongehinderd lijn van de molen kan trekken – je wilt immers niet dat je hengel het water in wordt gesleurd. Het is soms een kwestie van even zoeken naar de juiste stand: de stroming mag geen lijn van je molen pakken, maar een vis moet wel zonder problemen lijn kunnen nemen. Overigens kunnen aanbeten juist ook heel subtiel zijn, alsof een platvis je aas pakt.
Een jojo-onderlijn is praktisch op plekken met veel steenstort omdat het werpgewicht bij het drillen van een vis omhoog wordt getrokken.
ONDERLIJN KIEZEN
Het type onderlijn waarmee je vist is (mede) afhankelijk van de stek die je hebt gekozen. Sta je bijvoorbeeld op een plek met veel steenstort, dan is een jojo-onderlijn (pulley rig) een prima keuze. Bij dit type montage wordt het werpgewicht namelijk omhoog getrokken bij het drillen van een vis, wat de kans op vastlopen tussen de stenen verkleint. Bedenk dat hier vrij veel kracht bij komt kijken, dus zorg dat de componenten waaruit je rig is opgebouwd zwaar genoeg zijn om de druk aan te kunnen. Om goed beslagen ten ijs te komen is het raadzaam om het bodemverloop op je stek vooraf in kaart te brengen. Ga daarom bij laagwater op verkenning zodat je een goed beeld krijgt van de omstandigheden ter plekke. Over omstandigheden gesproken: ook een factor als stroming heeft invloed op hoe je montage is opgebouwd. Waar de standaardlengte van een haaklijn ongeveer een meter bedraagt, varieert dit naargelang de stroming. Stroomt het nauwelijks? Dan kun je de haaklijn tot 2 meter verlengen. Stroomt het hard? Kort de boel dan in tot 50 à 60 cm.
KWALITEITSEISEN
Hoewel het vissen op haai in de basis vrij simpel is, dien je wel terdege rekening te houden met de kracht van deze vissen. Met name in de keuze voor wat betreft de lijnen en het onderlijnmateriaal. Kies daarom voor kwalitatief goede lijnen. Dus een stevige, gevlochten hoofdlijn van minimaal 18/00 en een staande lijn (de basis van de onderlijnmontage) met op zijn minst 20 kg trekkracht. Op die twee lijnen komt bij de worp immers de meeste kracht te staan. Ook de 60/00 nylon haaklijn is stevig. Dit vanwege de ruwe huid van de haai die wel wat op schuurpapier lijkt. Draait de vis tijdens de dril om de haaklijn, dan moet deze het wel houden. Zaken als quick change links en haken dienen op dit stevige werk te worden afgestemd. Kies daarom voor een quick change link met een breekkracht van 20 kg en stevige haken in maat 2 tot 4 (afstemmen op het formaat van het aas waarmee je vist). Op het moment dat je er een grote haai aan krijgt wil je immers niet dat de boel het begeeft.
UPTIDE INWERPEN
Uptide inwerpen is een must bij het vissen op haaien. Door schuin stroomopwaarts in te werpen maak je namelijk optimaal gebruik van de stroming. Dit voorkomt allereerst dat je montage in een mum van tijd van de plek waar het moet gebeuren richting het strand wordt getransporteerd. Maar er is nog een veel belangrijker effect: de eb- of vloedstroom drukt de rig en het eerste stuk hoofdlijn dat volgt mooi plat tegen de bodem. Zeker als je na de worp de hengel in de steun zet en nog een paar meter extra lijn van de molen trekt (draai de lijn dus niet te strak omdat de onderlijn anders mogelijk los komt van de bodem). Voor een bodemvis als de haai is het essentieel om je aas op deze manier te presenteren. Een garnaal, zager of krab die ergens in de waterkolom zweeft zal niet snel door een haai worden gepakt.
Een gevlochten lijn werpt verder, snijdt beter door het water en geeft aanbeten duidelijker door dan een nylon lijn.
GEVLOCHTEN HOOFDLIJN
Waar een nylon lijn bij veel vormen van strandvissen de voorkeur heeft, is een gevlochten lijn favoriet bij het vissen op haai. Dit vanwege diverse redenen. Een gevlochten lijn heeft weinig rek zodat aanbeten direct en duidelijk worden doorgegeven op de hengeltop. Ook werp je verder (minimaal twintig meter meer, afhankelijk van de dikte) met een gevlochten lijn. En deze snijdt beter door het water dan nylon zodat er minder druk op de lijn komt te staan. Dit heeft als voordeel dat het werpgewicht beter op zijn plek blijft liggen. Een nylon lijn pakt zoveel waterdruk dat de boel aan de wandel gaat en op een gegeven moment ergens achter vast blijft zitten. Kies daarom voor een 18/00 gevlochten lijn met zo’n 15 kilo trekkracht. Het monteren van een voorslag is niet (per se) nodig. Dat is weer een knoopje extra op de lijn wat vuil kan oppakken. Zorg wel dat je een lange nylon haaklijn monteert. Zo kan de vis zich niet in de hoofdlijn wikkelen en zichzelf beschadigen.
AASSOORTEN
De gevlekte gladde haai is een bodemvis, dus daar scharrelt hij zijn kostje bij elkaar. Op de menukaart staan garnalen met stip bovenaan. De steurgarnaal is duidelijk de favoriete snack, maar met de grijze garnaal en de diepvriesvariant lukt het ook – zelfs als die laatste in knoflook is gemarineerd. Alle garnaalsoorten moet je extra goed vastzetten op de haak omdat ze anders niet blijven zitten bij krachtige worpen. Gebruik daarom bindelastiek om de boel stevig te zekeren (bij de steur- en grijze garnaal rondom het staartstuk, bij de diepvriesgarnaal volledig rondom). Staar je echter niet blind op garnalen, want hét wonderaas bestaat niet. De voorkeur van de haaien kan per dag verschillen, dus experimenteer met aassoorten. Zo kun je met krabbetjes en steekzagers ook prima zaken doen. Zeker in de Oosterschelde is de zager een voorname voedselbron en dus een uitstekende optie voor aan de haak.
AASPRESENTATIE
Je kunt het beste aas voorhanden hebben, maar als je dit niet op de juiste wijze presenteert zal je daar niet het optimale rendement uit weten te halen. Mooie, grote steekzagers die in een dotje aan het einde van de haaklijn zitten gepropt zijn bijvoorbeeld zonde (zeker gezien de prijs van dit aas). Die moeten netjes gestrekt op een zogenaamde pennel rig worden gezet – jij eet toch ook liever van een netjes opgemaakt bord? Bij deze montage zitten er twee haken op lijn bevestigd zodat je ook een flinke steekzager mooi en effectief (met zowel boven als onder een haak) kunt aanbieden. Voor kleiner aas geldt overigens hetzelfde. Een steurgarnaal waarbij de haak te ver is doorgestoken – voorbij de haakbocht – zal onder invloed van de stroming gaan tollen als deze op de bodem ligt. Dat zal niet in de smaak vallen bij de haaien, die juist van zo stil en passief mogelijk aangeboden aas houden. Zorg daarom dat de garnaal recht op de haak wordt bevestigd.
TEKST: REDACTIE > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
haaientips
10
Haaien zijn van medio mei tot en met september voor veel strandvissers tegenwoordig dé targetvis. Het mooie is dat deze visserij niet bovenmatig ingewikkeld is zodat vrijwel iedereen haai kan vangen. Houd je daarbij de tips en trucs van de specialisten Kees Gillissen en Robbert Kok in het achterhoofd, dan kan succes haast niet uitblijven.
Check deze video
voor meer haaientips!
SLOTAKTE
Na een haai te hebben gevangen wil je deze uiteraard weer netjes in het water terugzetten. Daarvoor zijn lieslaarzen of een waadpak doorgaans onontbeerlijk. Het is namelijk van groot belang dat je de vis in voldoende diep water weer in zijn element zet – in een laagje van tien centimeter water is dit simpelweg geen doen. Vis je vanaf het strand, dan is het vaak prima mogelijk om een stukje de zee in te lopen voor de release van de vis. Let wel op dat je de haai over de zandbank terugzet. Soms komen ze daar niet overheen en zwemmen ze terug richting het strand. Bij dijken (of andere plekken met steenstort) is het veilig en verantwoord terugzetten van de vis een ander verhaal. In die situatie bieden lieslaarzen of een waadpak uitkomst. Zorg wel voor studs onder je laarzen of schoenen aangezien basaltblokken en stenen doorgaans bedekt zijn met spekglad wier. Denk niet alleen aan de visveiligheid, maar ook aan je eigen veiligheid.
STEKKEUZE
Hoewel je de gevlekte gladde haai in theorie overal langs de Nederlandse kust kunt tegenkomen, vormt het Zeeuwse Walcheren onbetwist de haaienhotspot van ons land. Grofweg van Dishoek tot aan de Oosterscheldekering valt op vrijwel ieder strand een haai te vangen – ook op de ondiepere stranden (bijvoorbeeld bij Domburg). Hoewel diep water bij deze visserij een fijne bijkomstigheid vormt, is dit zeker geen must om succes te kunnen boeken. Kijk dan ook eens verder dan de geijkte stekken, waar het soms best druk kan zijn met collega-sportvissers. In de zomermaanden zwemt de gevlekte gladde haai ook de Oosterschelde in, dus op diverse dijkstekken langs deze zeearm maak je dan kans op haai. Dit betreft in de regel grote vrouwtjes of pasgeboren pups. Het sterke vermoeden van onderzoekers dat de Oosterschelde fungeert als pupping ground (kraamkamer) verklaart ook waarom de stranden van Walcheren een hotspot zijn: hier zwemt een groot deel van de haaien langs op de heenweg naar en de terugweg vanuit de Oosterschelde.
JUISTE MOMENT
Zeevissen staat of valt met het kiezen van het juiste moment van het getij. Dit is voor het vissen op haai niet anders. Stroming is essentieel, want als het water niet opkomt of afgaat dan vang je geen haai – gierende stroming is echter funest aangezien het dan heel erg lastig vissen is. Wat het beste deel van het getij is verschilt per stek. Op het ene strand is het vanaf een uur na de start van het opkomend tij bingo, ergens anders kan juist afgaand water de hengeltoppen doen rammelen. Het is simpelweg een kwestie van proberen en uitdokteren wat op jouw stek het window of opportuntity is. Na verloop van tijd ga je daar vanzelf een lijn in ontdekken. Het is zelfs zo dat je op een gegeven moment de klok er haast op gelijk kunt zetten wanneer de aanbeten komen. Inderdaad, meerdere aanbeten. Vaak is er sprake van bijtmomenten waarop de knop om lijkt te gaan en schooltjes haaien en masse aan tafel gaan. Toch zijn ook de onverwachte, losse aanbeten niet te versmaden: dit zijn doorgaans grotere (vaak vrouwelijke) exemplaren die meer solitair leven.
VERTICAAL
EN LOS
Positioneer je hengels bij het vissen op haaien haast verticaal en zet de top iets op spanning. Zo heb je ook een goede beetdetectie als de lijn slap valt doordat de vis na een aanbeet naar je toe komt zwemmen. Staan de hengels meer in een hoek van 45 graden, dan zie je dit type aanbeten veel minder goed. Zorg ook dat je steunen diep genoeg in het zand steken en stevig staan: soms zijn de aanbeten keihard en staat de hele boel op en neer te schudden. In het verlengde hiervan is het belangrijk om de slip los genoeg te zetten zodat de vis ongehinderd lijn van de molen kan trekken – je wilt immers niet dat je hengel het water in wordt gesleurd. Het is soms een kwestie van even zoeken naar de juiste stand: de stroming mag geen lijn van je molen pakken, maar een vis moet wel zonder problemen lijn kunnen nemen. Overigens kunnen aanbeten juist ook heel subtiel zijn, alsof een platvis je aas pakt.
Een gevlochten lijn werpt verder, snijdt beter door het water en geeft aanbeten duidelijker door dan een nylon lijn.
GEVLOCHTEN HOOFDLIJN
Waar een nylon lijn bij veel vormen van strandvissen de voorkeur heeft, is een gevlochten lijn favoriet bij het vissen op haai. Dit vanwege diverse redenen. Een gevlochten lijn heeft weinig rek zodat aanbeten direct en duidelijk worden doorgegeven op de hengeltop. Ook werp je verder (minimaal twintig meter meer, afhankelijk van de dikte) met een gevlochten lijn. En deze snijdt beter door het water dan nylon zodat er minder druk op de lijn komt te staan. Dit heeft als voordeel dat het werpgewicht beter op zijn plek blijft liggen. Een nylon lijn pakt zoveel waterdruk dat de boel aan de wandel gaat en op een gegeven moment ergens achter vast blijft zitten. Kies daarom voor een 18/00 gevlochten lijn met zo’n 15 kilo trekkracht. Het monteren van een voorslag is niet (per se) nodig. Dat is weer een knoopje extra op de lijn wat vuil kan oppakken. Zorg wel dat je een lange nylon haaklijn monteert. Zo kan de vis zich niet in de hoofdlijn wikkelen en zichzelf beschadigen.
KWALITEITSEISEN
Hoewel het vissen op haai in de basis vrij simpel is, dien je wel terdege rekening te houden met de kracht van deze vissen. Met name in de keuze voor wat betreft de lijnen en het onderlijnmateriaal. Kies daarom voor kwalitatief goede lijnen. Dus een stevige, gevlochten hoofdlijn van minimaal 18/00 en een staande lijn (de basis van de onderlijnmontage) met op zijn minst 20 kg trekkracht. Op die twee lijnen komt bij de worp immers de meeste kracht te staan. Ook de 60/00 nylon haaklijn is stevig. Dit vanwege de ruwe huid van de haai die wel wat op schuurpapier lijkt. Draait de vis tijdens de dril om de haaklijn, dan moet deze het wel houden. Zaken als quick change links en haken dienen op dit stevige werk te worden afgestemd. Kies daarom voor een quick change link met een breekkracht van 20 kg en stevige haken in maat 2 tot 4 (afstemmen op het formaat van het aas waarmee je vist). Op het moment dat je er een grote haai aan krijgt wil je immers niet dat de boel het begeeft.
UPTIDE INWERPEN
Uptide inwerpen is een must bij het vissen op haaien. Door schuin stroomopwaarts in te werpen maak je namelijk optimaal gebruik van de stroming. Dit voorkomt allereerst dat je montage in een mum van tijd van de plek waar het moet gebeuren richting het strand wordt getransporteerd. Maar er is nog een veel belangrijker effect: de eb- of vloedstroom drukt de rig en het eerste stuk hoofdlijn dat volgt mooi plat tegen de bodem. Zeker als je na de worp de hengel in de steun zet en nog een paar meter extra lijn van de molen trekt (draai de lijn dus niet te strak omdat de onderlijn anders mogelijk los komt van de bodem). Voor een bodemvis als de haai is het essentieel om je aas op deze manier te presenteren. Een garnaal, zager of krab die ergens in de waterkolom zweeft zal niet snel door een haai worden gepakt.
Een jojo-onderlijn is praktisch op plekken met veel steenstort omdat het werpgewicht bij het drillen van een vis omhoog wordt getrokken.
ONDERLIJN KIEZEN
Het type onderlijn waarmee je vist is (mede) afhankelijk van de stek die je hebt gekozen. Sta je bijvoorbeeld op een plek met veel steenstort, dan is een jojo-onderlijn (pulley rig) een prima keuze. Bij dit type montage wordt het werpgewicht namelijk omhoog getrokken bij het drillen van een vis, wat de kans op vastlopen tussen de stenen verkleint. Bedenk dat hier vrij veel kracht bij komt kijken, dus zorg dat de componenten waaruit je rig is opgebouwd zwaar genoeg zijn om de druk aan te kunnen. Om goed beslagen ten ijs te komen is het raadzaam om het bodemverloop op je stek vooraf in kaart te brengen. Ga daarom bij laagwater op verkenning zodat je een goed beeld krijgt van de omstandigheden ter plekke. Over omstandigheden gesproken: ook een factor als stroming heeft invloed op hoe je montage is opgebouwd. Waar de standaardlengte van een haaklijn ongeveer een meter bedraagt, varieert dit naargelang de stroming. Stroomt het nauwelijks? Dan kun je de haaklijn tot 2 meter verlengen. Stroomt het hard? Kort de boel dan in tot 50 à 60 cm.
AASPRESENTATIE
Je kunt het beste aas voorhanden hebben, maar als je dit niet op de juiste wijze presenteert zal je daar niet het optimale rendement uit weten te halen. Mooie, grote steekzagers die in een dotje aan het einde van de haaklijn zitten gepropt zijn bijvoorbeeld zonde (zeker gezien de prijs van dit aas). Die moeten netjes gestrekt op een zogenaamde pennel rig worden gezet – jij eet toch ook liever van een netjes opgemaakt bord? Bij deze montage zitten er twee haken op lijn bevestigd zodat je ook een flinke steekzager mooi en effectief (met zowel boven als onder een haak) kunt aanbieden. Voor kleiner aas geldt overigens hetzelfde. Een steurgarnaal waarbij de haak te ver is doorgestoken – voorbij de haakbocht – zal onder invloed van de stroming gaan tollen als deze op de bodem ligt. Dat zal niet in de smaak vallen bij de haaien, die juist van zo stil en passief mogelijk aangeboden aas houden. Zorg daarom dat de garnaal recht op de haak wordt bevestigd.
AASSOORTEN
De gevlekte gladde haai is een bodemvis, dus daar scharrelt hij zijn kostje bij elkaar. Op de menukaart staan garnalen met stip bovenaan. De steurgarnaal is duidelijk de favoriete snack, maar met de grijze garnaal en de diepvriesvariant lukt het ook – zelfs als die laatste in knoflook is gemarineerd. Alle garnaalsoorten moet je extra goed vastzetten op de haak omdat ze anders niet blijven zitten bij krachtige worpen. Gebruik daarom bindelastiek om de boel stevig te zekeren (bij de steur- en grijze garnaal rondom het staartstuk, bij de diepvriesgarnaal volledig rondom). Staar je echter niet blind op garnalen, want hét wonderaas bestaat niet. De voorkeur van de haaien kan per dag verschillen, dus experimenteer met aassoorten. Zo kun je met krabbetjes en steekzagers ook prima zaken doen. Zeker in de Oosterschelde is de zager een voorname voedselbron en dus een uitstekende optie voor aan de haak.