TEKST: MARTIJN KATSMAN > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Paul de Bakker (52) en zijn zoon Finn (15) zijn fanatieke roofvissers. Deze Zeeuws-Vlamingen zijn op zoek naar snoekbaars en baars vaak langs de oevers van het Kanaal van Gent naar Terneuzen te vinden. Begin december liepen we op een bijzonder winderige ochtend met hen mee om te zien hoe ze daarbij te werk gaan.

METERS MAKEN

Langs het kanaal

Naast jiggen behoort ook de dropshottechniek tot het vaste repertoire van Finn

Benieuwd naar meer vangsten van Finn?
Check dan zijn Instagram-account op
@finnb909

Regelmatig worden de tackle boxen achterin de auto
uitgepluisd op zoek naar de winnende shad.

KILOMETERS MAKEN
Na zo’n drie kwartier bij het pontje van Sluiskil te hebben gestaan, worden de spullen ingepakt. “Even op een andere stek kijken”, zegt Paul. Die ligt op zo’n 200 meter in zuidelijke richting. Voor een leek ziet die er vrijwel hetzelfde uit als de rest van het kanaal, maar de ervaren roofvisser weet precies waar hij moet zijn. “Een damwand is bijvoorbeeld interessant omdat je daar meteen in diep water vist”, zegt Paul. “Bij boten, bruggen en sluizen kun je ook prima terecht. Of waar fabrieken warm koelwater lozen. Daar is de watertemperatuur net wat hoger en dat trekt vis aan, zeker in de wintermaanden.” Verder tipt hij om simpelweg te gaan pionieren. “Door veel uitproberen ontdek je vanzelf wat de beste plekken zijn. Dat kan aan de meeste kanalen prima omdat die doorgaans goed bereikbaar zijn met de auto.”

KORT INTERMEZZO
Aangekomen op de tweede stek is het niet lang wachten op de eerste vis van de dag. Een kleine snoekbaars, maar vis is vis, zo verraadt de glimlach op het gezicht van Finn. Toch besluiten ze om hier niet lang te blijven plakken: de grotere vissen willen niet bijten. Dus wordt de auto weer gepakt naar een plek vlakbij de pas geopende Nieuwe Sluis in Terneuzen. Ook dit wordt een kort intermezzo. Op een gemiste aanbeet na blijft verdere noemenswaardige actie uit. Vader en zoon gaan in overleg en besluiten om het bij de brug van Zelzate te proberen. Een voor hen onbekende stek, maar daarna willen ze de sessie afsluiten op bekend terrein. De plek waar enkele uren eerder de jigkoppen voor het eerst te water gingen: het pontje van Sluiskil. 

‘relatief klein kunstaas zorgt tijdens de worp voor minder weerstand zodat je dit verder weg kunt werpen – ook aan lichte jigkoppen’

Finn:
‘Als aanbeten uitblijven wissel ik om de vijf tot tien worpen van shad’

LICHTE SETUP
De 10/00 gevlochten hoofdlijn combineren ze met een 30/00 fluorocarbon lijn als voorslag – mikken ze gericht op snoek dan kiezen ze voor 60/00 fluoro of een stalen onderlijn. “Snoekbaars is een zichtjager en fluorocarbon valt in het water minder op”, zegt Paul. “Dat merk je ook als je in de avonden vist, zeker wanneer het bewolkt is. Op de plekken waar lampen in het water schijnen – dat zijn prima stekken – kun je mooi zien dat dit type voorslag niet goed zichtbaar is.” Aan de speld zit een jigkop van 10 gram bevestigd. Dat hoeft volgens Finn ook niet meer te zijn. “Zeker niet. Zo’n 7 tot 10 gram is wat mij betreft perfect. Kies daarbij voor een haakmaat 3/0 of 4/0 zodat de shad zijn actie behoudt.”

GEHEIME TECHNIEK
Qua shads is er met meerdere tackle boxen volop keuze. Finn en Paul hebben allebei een eigen box, waar alleen met de uitdrukkelijke toestemming van de ander een greep uit mag worden gedaan. Dit laatste uiteraard met een knipoog, want vader en zoon helpen elkaar graag. Bovendien vullen senior en junior elkaar ook aan omdat ze ieder op een andere manier vissen. “Mijn geheime techniek is dat ik de shad langzaam boven de bodem binnendraai en daarbij af en toe zachte tikjes geef”, zegt Finn. “Hier liggen veel stenen op de bodem, maar zo kom je niet vast te zitten. Als je het kunstaas een paar tikken geeft, de lijn opdraait en de shad laat afzinken is dat risico veel groter.” Dat Finn vertrouwen heeft in zijn techniek is volgens zijn vader terecht. “Van ons tweeën vangt hij altijd de meeste vissen.”

VORM, KLEUR EN FORMAAT
Het actief vissen beperkt zich niet tot de waterkant. Regelmatig wordt de gang naar de auto met openstaande achterklep gemaakt om in de dozen met kunstaas te grasduinen. “Krijg je regelmatig aanbeten, dan is er natuurlijk geen noodzaak om van shad te wisselen. Maar als actie uitblijft – zoals nu het geval is – dan wissel ik eens in de vijf tot tien worpen. Wat je de vis voorschotelt kan soms echt het verschil maken”, zegt Finn. Waar senior en junior qua kleur en vorm van de soft plastics behoorlijk variëren, is het formaat vaak hetzelfde. “We gebruiken relatief klein aas, van pakweg een centimeter of 9 tot 12”, zegt Paul. “Een grotere shad geeft meer weerstand, ook in de lucht tijdens de worp, dus die gooi je wat minder ver. Zeker omdat we met niet al te zware werpgewichten vissen.”

Met de hengeltop naar beneden draait Finn het kunstaas in een gestaag tempo net boven de bodem binnen

 “Is het nu aan het onweren?” Paul de Bakker kijkt van onder zijn pet naar boven, waar donkere wolken steeds meer voor de zon schuiven. Het is echter geen onweer: het geknal blijkt afkomstig te zijn van vuurwerk bij het voetbalveld van HSV Hoek een kilometer of tien verderop. Daar staat de Zeeuwse derby tegen Kloetinge op het programma. Aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen zijn het de wind, regenbuien, regenbogen en passerende schepen die vooralsnog voor het spektakel zorgen. Qua vangsten valt het tot nu toe enigszins tegen. “Snoekbaars is een weerbarstige vis”, zegt Paul. “Volhouden is het devies.”

WIND IN DE RUG
Dat doet hij niet alleen. Zijn zoon Finn (15) is ook van de partij. Die is niet bij het water weg te slaan: zodra het kan gaat hij naar de waterkant om te vissen. Zijn hengelsportmateriaal stalt hij geregeld bij zijn opa en oma in Sluiskil – vlakbij het pontje waar ze op deze zaterdagochtend zijn begonnen – om direct na school snel die kant op te gaan. In het weekend gaan vader en zoon vaak samen op pad. Vandaag ook, ondanks de straffe wind kracht 6 à 7 Beaufort. “Een kilometer of veertig verderop vindt het NK Tegenwindfietsen plaats, maar wij hebben de wind in de rug. Dan waait de lijn niet weg, ontstaan er geen grote lussen en is het contact met de bodem beter. Dus het komt wel goed, zeker bij hem. Finn vangt altijd wel wat; in ieder geval meer dan ik.”

METERSNOEK
In het Kanaal van Gent naar Terneuzen zwemt dankzij de mix van zoet en zout water van alles. Je kunt er naast zoetwatervis bijvoorbeeld bot, zeebaars, wijting en in de zomer tong vangen. Vandaag hebben vader en zoon De Bakker het vizier gericht op snoekbaars en baars. Dat doen ze met kunstaas en licht materiaal. “Dit hengeltje met een werpgewicht tot 28 gram kan echt veel hebben”, zegt Paul. “Hier hebben we al flinke snoekbaarzen mee gevangen; de grootste was 88,5 centimeter. Finn heeft op zijn hengeltje tot 25 gram een snoek van 117 centimeter gevangen. De diameter en trekkracht van de lijn is naar onze mening veel belangrijker.”

Langs het kanaal

METERS MAKEN

TEKST: MARTIJN KATSMAN
FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Paul de Bakker (52) en zijn zoon Finn (15) zijn fanatieke roofvissers. Deze Zeeuws-Vlamingen zijn op zoek naar snoekbaars en baars vaak langs de oevers van het Kanaal van Gent naar Terneuzen te vinden. Begin december liepen we op een bijzonder winderige ochtend met hen mee om te zien hoe ze daarbij te werk gaan.

Naast jiggen behoort ook de dropshottechniek tot het vaste repertoire van Finn

‘relatief klein kunstaas zorgt tijdens de worp voor minder weerstand zodat je dit verder weg kunt werpen – ook aan lichte jigkoppen’

Benieuwd naar meer vangsten van Finn?
Check dan zijn Instagram-account op
@finnb909

KILOMETERS MAKEN
Na zo’n drie kwartier bij het pontje van Sluiskil te hebben gestaan, worden de spullen ingepakt. “Even op een andere stek kijken”, zegt Paul. Die ligt op zo’n 200 meter in zuidelijke richting. Voor een leek ziet die er vrijwel hetzelfde uit als de rest van het kanaal, maar de ervaren roofvisser weet precies waar hij moet zijn. “Een damwand is bijvoorbeeld interessant omdat je daar meteen in diep water vist”, zegt Paul. “Bij boten, bruggen en sluizen kun je ook prima terecht. Of waar fabrieken warm koelwater lozen. Daar is de watertemperatuur net wat hoger en dat trekt vis aan, zeker in de wintermaanden.” Verder tipt hij om simpelweg te gaan pionieren. “Door veel uitproberen ontdek je vanzelf wat de beste plekken zijn. Dat kan aan de meeste kanalen prima omdat die doorgaans goed bereikbaar zijn met de auto.”

KORT INTERMEZZO
Aangekomen op de tweede stek is het niet lang wachten op de eerste vis van de dag. Een kleine snoekbaars, maar vis is vis, zo verraadt de glimlach op het gezicht van Finn. Toch besluiten ze om hier niet lang te blijven plakken: de grotere vissen willen niet bijten. Dus wordt de auto weer gepakt naar een plek vlakbij de pas geopende Nieuwe Sluis in Terneuzen. Ook dit wordt een kort intermezzo. Op een gemiste aanbeet na blijft verdere noemenswaardige actie uit. Vader en zoon gaan in overleg en besluiten om het bij de brug van Zelzate te proberen. Een voor hen onbekende stek, maar daarna willen ze de sessie afsluiten op bekend terrein. De plek waar enkele uren eerder de jigkoppen voor het eerst te water gingen: het pontje van Sluiskil. 

Regelmatig worden de tackle boxen achterin de auto uitgepluisd op zoek naar de winnende shad.

Finn:
‘Als aanbeten uitblijven wissel ik om de vijf tot tien worpen van shad’

LICHTE SETUP
De 10/00 gevlochten hoofdlijn combineren ze met een 30/00 fluorocarbon lijn als voorslag – mikken ze gericht op snoek dan kiezen ze voor 60/00 fluoro of een stalen onderlijn. “Snoekbaars is een zichtjager en fluorocarbon valt in het water minder op”, zegt Paul. “Dat merk je ook als je in de avonden vist, zeker wanneer het bewolkt is. Op de plekken waar lampen in het water schijnen – dat zijn prima stekken – kun je mooi zien dat dit type voorslag niet goed zichtbaar is.” Aan de speld zit een jigkop van 10 gram bevestigd. Dat hoeft volgens Finn ook niet meer te zijn. “Zeker niet. Zo’n 7 tot 10 gram is wat mij betreft perfect. Kies daarbij voor een haakmaat 3/0 of 4/0 zodat de shad zijn actie behoudt.”

GEHEIME TECHNIEK
Qua shads is er met meerdere tackle boxen volop keuze. Finn en Paul hebben allebei een eigen box, waar alleen met de uitdrukkelijke toestemming van de ander een greep uit mag worden gedaan. Dit laatste uiteraard met een knipoog, want vader en zoon helpen elkaar graag. Bovendien vullen senior en junior elkaar ook aan omdat ze ieder op een andere manier vissen. “Mijn geheime techniek is dat ik de shad langzaam boven de bodem binnendraai en daarbij af en toe zachte tikjes geef”, zegt Finn. “Hier liggen veel stenen op de bodem, maar zo kom je niet vast te zitten. Als je het kunstaas een paar tikken geeft, de lijn opdraait en de shad laat afzinken is dat risico veel groter.” Dat Finn vertrouwen heeft in zijn techniek is volgens zijn vader terecht. “Van ons tweeën vangt hij altijd de meeste vissen.”

VORM, KLEUR EN FORMAAT
Het actief vissen beperkt zich niet tot de waterkant. Regelmatig wordt de gang naar de auto met openstaande achterklep gemaakt om in de dozen met kunstaas te grasduinen. “Krijg je regelmatig aanbeten, dan is er natuurlijk geen noodzaak om van shad te wisselen. Maar als actie uitblijft – zoals nu het geval is – dan wissel ik eens in de vijf tot tien worpen. Wat je de vis voorschotelt kan soms echt het verschil maken”, zegt Finn. Waar senior en junior qua kleur en vorm van de soft plastics behoorlijk variëren, is het formaat vaak hetzelfde. “We gebruiken relatief klein aas, van pakweg een centimeter of 9 tot 12”, zegt Paul. “Een grotere shad geeft meer weerstand, ook in de lucht tijdens de worp, dus die gooi je wat minder ver. Zeker omdat we met niet al te zware werpgewichten vissen.”

Met de hengeltop naar beneden draait Finn het kunstaas in een gestaag tempo net boven de bodem binnen

 “Is het nu aan het onweren?” Paul de Bakker kijkt van onder zijn pet naar boven, waar donkere wolken steeds meer voor de zon schuiven. Het is echter geen onweer: het geknal blijkt afkomstig te zijn van vuurwerk bij het voetbalveld van HSV Hoek een kilometer of tien verderop. Daar staat de Zeeuwse derby tegen Kloetinge op het programma. Aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen zijn het de wind, regenbuien, regenbogen en passerende schepen die vooralsnog voor het spektakel zorgen. Qua vangsten valt het tot nu toe enigszins tegen. “Snoekbaars is een weerbarstige vis”, zegt Paul. “Volhouden is het devies.”

WIND IN DE RUG
Dat doet hij niet alleen. Zijn zoon Finn (15) is ook van de partij. Die is niet bij het water weg te slaan: zodra het kan gaat hij naar de waterkant om te vissen. Zijn hengelsportmateriaal stalt hij geregeld bij zijn opa en oma in Sluiskil – vlakbij het pontje waar ze op deze zaterdagochtend zijn begonnen – om direct na school snel die kant op te gaan. In het weekend gaan vader en zoon vaak samen op pad. Vandaag ook, ondanks de straffe wind kracht 6 à 7 Beaufort. “Een kilometer of veertig verderop vindt het NK Tegenwindfietsen plaats, maar wij hebben de wind in de rug. Dan waait de lijn niet weg, ontstaan er geen grote lussen en is het contact met de bodem beter. Dus het komt wel goed, zeker bij hem. Finn vangt altijd wel wat; in ieder geval meer dan ik.”

METERSNOEK
In het Kanaal van Gent naar Terneuzen zwemt dankzij de mix van zoet en zout water van alles. Je kunt er naast zoetwatervis bijvoorbeeld bot, zeebaars, wijting en in de zomer tong vangen. Vandaag hebben vader en zoon De Bakker het vizier gericht op snoekbaars en baars. Dat doen ze met kunstaas en licht materiaal. “Dit hengeltje met een werpgewicht tot 28 gram kan echt veel hebben”, zegt Paul. “Hier hebben we al flinke snoekbaarzen mee gevangen; de grootste was 88,5 centimeter. Finn heeft op zijn hengeltje tot 25 gram een snoek van 117 centimeter gevangen. De diameter en trekkracht van de lijn is naar onze mening veel belangrijker.”

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm