PIONIEREN OP cONGER

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

De visserij op kongeraal (Conger conger) staat in ons land nog in de kinderschoenen. Een handjevol pioniers is echter druk doende om uit te vogelen hoe je de ‘zeepaling’ het beste met succes kunt bevissen. Eind vorig jaar schoven we op de Noordpier in Wijk aan Zee aan bij Jos van Tongeren (28) voor een inkijkje in deze nieuwe tak van sport.

Stel de slip van de molen los af. Bij deze visserij pak je soms wel eens een gulletje als bijvangst en die gaan er bij een aanbeet als een speer vandoor.

>> MATERIAAL

Hengel: Strakke hengel met een harde, tubular top, 4.50 meter lengte, werpgewicht 100-200 gram
Molen: vanaf de 6000 range met een sterke as
Hoofdlijn: 30/00 tot 35/00 gevlochten lijn
Haaklijn: vanaf 70/00 nylon
Haak: maat 2/00

‘het is erg leuk en uitdagend om een nieuwe visserij in de vingers te krijgen, al hoort daar ook bij dat je af en toe het deksel op de neus krijgt’

De kongeraal zoekt graag de beschutting op van wrakken en rotspartijen om daar in te schuilen.

Jos met een fraaie kongeraal van
een eerdere
sessie op de pier.

De conger is niet als enige geïnteresseerd in het aas, ook andere vissen, garnalen en krabben snoepen hiervan. Check dus regelmatig de haken om er zeker van te zijn dat je effectief bezig bent. 

Een onderhands worpje is voldoende omdat je de conger in de buurt van de blokken van de pier zoekt.

Een betonnen werpgewichtje aan een breeklijntje is aan te raden (zowel uit milieuoogpunt als kostentechnisch gezien) aangezien je de kans loopt om vast te komen zitten tussen de blokken van de pier.

SPRANKJE HOOP
Na het diner wordt ons geduld behoorlijk op de proef gesteld. Lange tijd komt de enige actie van het met enige regelmaat binnendraaien van de montages om te checken of het aas nog op de haak zit. “Je merkt dat de wijting in het donker actiever wordt en dichter onder de kant komt”, zegt Jos wijzend op de restanten aas terwijl hij uit de aasvoorraad lekkernijen pakt om op de haak te binden. Op het moment dat we er bijna een eind aan willen breien – Jos heeft nog een reis van anderhalf uur richting het oosten van het land voor de boeg – gebeurt er echter iets opvallends. De toch al niet snaarstrak gespannen lijn van de rechterhengel valt nog verder slap. Jos heeft het direct in de gaten en pakt de hengel voorzichtig uit de steun. Heel behoedzaam draait hij de lijn strak. “Ja, ik voel een tik op de hengeltop”, zegt hij enthousiast. De geestdrift is echter van korte duur, want na enkele seconden is er geen contact meer met de vis aan de andere kant van de lijn. “Misschien een klein exemplaar dat het aas en de haak niet goed naar binnen kreeg”, oppert hij. “Opruimen, ‘uithuilen’ en op naar de volgende sessie”, besluit de Bemmelaar optimistisch.

Zelfs als we het niet meer verwachtten, zat er soms toch een kongeraal aan de andere kant van de lijn.” Zo’n meevaller is ons nu niet gegund. Er is wel van het aas gesnoept, maar door wat blijft een mysterie. Opnieuw vers aas opbinden en de montage snel weer te water is het devies.

MOOIE UIDAGING

Met links en rechts van ons sportvissers die zeer regelmatig mooie wijting en schar vangen rijst de vraag waarom Jos voor deze toch een stuk taaiere visserij kiest? “Ik vang liever één conger dan dertig wijtingen”, klinkt het resoluut. “Dit is wat mij betreft een hele andere tak van sport en ook de beleving is veel intenser. Je zou het in zekere zin een keuze voor kwaliteit in plaats van kwantiteit kunnen noemen.” Ook zijn pioniersgeest speelt een belangrijke rol bij de keuze voor de kongeraal. “Het is leuk en uitdagend om een nieuwe visserij in de vingers te krijgen. Daarbij hoort dat je ook af en toe het deksel op de neus krijgt. Maar als het dan lukt om de doelsoort te vangen geeft dat zoveel voldoening. Dan ben je de sessies zonder vis vrij snel weer vergeten. Bovendien zijn dit hele mooie, sterke en imposante vissen om te vangen. Daar steek ik – samen met mijn vismaat Wouter – met alle liefde wat extra tijd en energie in.”

DONKERE UREN
Inmiddels is het – voor zover dat met de hoogovens in de achtergrond überhaupt kan – pikdonker op de pier. De hoofdlamp komt tevoorschijn en de hengeltoppen worden van groene lichtjes voorzien. “Nu breekt in principe de beste periode voor de conger aan. Je kunt ze ook overdag vangen, maar de donkere uren zijn veruit favoriet. Dan komen ze gemakkelijker tussen de blokken vandaan.” Voor wat betreft het getij hebben hij en Wouter nog geen lijn in kunnen ontdekken wat nou het beste moment is. “Maar dat achterhalen we hopelijk nog wel.” Datzelfde geldt voor het seizoen. “Omdat we er vanuit de gulvisserij zijn ingerold hebben we vooralsnog alleen in de herfst- en winterperiode op conger gevist. Maar mogelijk kun je ze in de warmere maanden ook goed vangen. Dan is het in ieder geval een stuk aangenamer om op de pier te staan”, zegt Jos vanachter de kraag van zijn warmtepak terwijl hij de gasbrander aansteekt om warme knakworstjes op witte bolletjes te serveren.

Grasduinend op Engelse online zeevisfora deden ze nieuwe kennis op. Bovendien kreeg Wouter ook tips van een gids in Engeland bij wie hij een tripje had geboekt. Vol goede moed gingen ze dit jaar dan ook van start. “Die eerste sessie was meteen een schot in de roos: we vingen drie congers. Een kleintje van een centimeter of zestig, maar verder mooie vissen van iets onder de meter”, blikt Jos terug. Inmiddels hebben ze er de nodige succesvolle sessies op zitten; al is het niet elke keer raak.

UIT DE BLOKKEN
De overstap naar de kongeraal verliep vrij soepel dankzij hun ruime ervaring met de gulvisserij op de pier. “De aanpak en materialen komen in grote lijnen overeen, al vis je op conger net nog met wat grover en steviger materiaal. Alles speelt zich rondom de blokken van de pier af, dus het is zaak om de vis daar weg van te houden.” Dat lukt in de regel vrij aardig, ook gezien de typische dril van een kongeraal. “Heeft die het aas eenmaal gepakt – dat kan soms best even duren – dan denk je eerst even dat je vastzit. De klappen op de hengel die daarna volgen zijn signalen dat de vis achteruit zwemt. In combinatie met de druk van de lijn komt de conger doorgaans vrij vlot los van de bodem. Vervolgens is het richting het einde van de dril zaak om de vis geen kans te geven alsnog de stenen in te duiken.” Het is al met al nog best een klusje om een kongeraal te landen. “Ook omdat ze door hun dikke slijmlaag spekglad zijn en het sterke vissen zijn. Zo’n conger is één bonk spieren.”

LIJN IN EEN LUS
Na een poos naar rustig op de golven heen en weer deinende hengeltoppen te hebben gekeken, zien we richting de avondschemering op de linkerhengel ineens een iets afwijkend patroon. Ondanks dat het slechts subtiele tikjes op de top betreft staat Jos direct op scherp. “Dit gefrommel is typisch voor de conger, al kan het ook kleine vis zijn die van het aas plukt. Het is nu zaak om de lijn in de gaten te houden. Die valt vaak slap en in een lus bij een aanbeet.” Vol spanning houden we de boel in de gaten, maar een volwaardige doorbuiger zien we niet. “Wouter en ik hebben vaker vertwijfeld naar een hengeltop staan kijken en ons afgevraagd of we moesten aanslaan. 

Bind voor de
conger een flinke
brok, sterk geurend aas op de haken van een
pennel rig

Met een los, onderhands worpje belandt het 50-grams betonnen werpgewicht plus onderlijn op een meter of vijftien afstand van de pier. De lijn loopt ietwat losjes uit het water richting de hengeltop. Het is een schril contrast met de sportvissers om ons heen die juist proberen om hun rigs zover mogelijk weg te smijten en de lijnen snaarstrak hebben staan. “Deze visserij wijkt behoorlijk af van de standaard op de pier”, zegt Jos terwijl hij de hengel in de steun zet. “De kongeraal vind je niet op het wijd, maar juist kort onder de kant. Die huist in de gaten, holen en spleten tussen de blokken van de pier. En waar het aas normaal gesproken zo stabiel en passief mogelijk op de bodem wordt gepresenteerd, mag het nu best wat heen en weer ‘dwarrelen’. Het voordeel van zo’n relatief licht werpgewicht is dat je ook minder snel vast komt te zitten.”

AASCOCKTAIL
Dat treft, want dit betekent dat Jos de haken (hij vist met een pennel rig, waarbij zo’n tien centimeter boven de haak onderaan de montage een extra circle hook bevestigd zit) minder vaak opnieuw hoeft te beazen. Die handeling kost wat tijd, want met een cocktail – in verschillende samenstellingen – van makreel, inktvis, mesheft, zagers en zeepieren zit er een stevige hap op de haak. “Verse makreel is top, maar ook inktvis en pieren zijn belangrijk voor het geurspoor. De conger moet wel weten dat er iets te halen valt.” Het blijkt dat hier meer vissen van op de hoogte zijn, want bij het binnendraaien van de tweede hengel na zo’n vijftien tot twintig minuten komt er van de brok aas een afgekloven restant terug. “Wijting, schar of krabben”, taxeert Jos de boosdoeners. “Zijn die heel actief, dan draai ik de montages doorgaans wat sneller binnen om de boel te controleren.”

LEERPROCES
De congervisserij heeft hij samen met zijn vismaat Wouter – die deze sessie helaas niet kon aanschuiven – dit jaar voor het eerst echt actief aangepakt. “Vorig jaar zagen we op forums bij andere vissers wel eens een kongeraal voorbijkomen als toevalstreffer tijdens een sessie op gul. Toen hebben we het zelf een paar keer gericht geprobeerd, maar door het slechte weer en de slechte gulvangsten zijn we niet veel op de pier geweest.” Het perspectief om in eigen land een nieuwe vissoort te kunnen vangen liet hen echter niet los. 

PIONIEREN OP cONGER

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

De visserij op kongeraal (Conger conger) staat in ons land nog in de kinderschoenen. Een handjevol pioniers is echter druk doende om uit te vogelen hoe je de ‘zeepaling’ het beste met succes kunt bevissen. Eind vorig jaar schoven we op de Noordpier in Wijk aan Zee aan bij Jos van Tongeren (28) voor een inkijkje in deze nieuwe tak van sport.

Stel de slip van de molen los af. Bij deze visserij pak je soms wel eens een gulletje als bijvangst en die gaan er bij een aanbeet als een speer vandoor.

>> MATERIAAL

Hengel: Strakke hengel met een harde, tubular top, 4.50 meter lengte, werpgewicht 100-200 gram
Molen: vanaf de 6000 range met een sterke as
Hoofdlijn: 30/00 tot 35/00 gevlochten lijn
Haaklijn: vanaf 70/00 nylon
Haak: maat 2/00

‘het is erg leuk en uitdagend om een nieuwe visserij in de vingers te krijgen, al hoort daar ook bij dat je af en toe het deksel op de neus krijgt’

SPRANKJE HOOP
Na het diner wordt ons geduld behoorlijk op de proef gesteld. Lange tijd komt de enige actie van het met enige regelmaat binnendraaien van de montages om te checken of het aas nog op de haak zit. “Je merkt dat de wijting in het donker actiever wordt en dichter onder de kant komt”, zegt Jos wijzend op de restanten aas terwijl hij uit de aasvoorraad lekkernijen pakt om op de haak te binden. Op het moment dat we er bijna een eind aan willen breien – Jos heeft nog een reis van anderhalf uur richting het oosten van het land voor de boeg – gebeurt er echter iets opvallends. De toch al niet snaarstrak gespannen lijn van de rechterhengel valt nog verder slap. Jos heeft het direct in de gaten en pakt de hengel voorzichtig uit de steun. Heel behoedzaam draait hij de lijn strak. “Ja, ik voel een tik op de hengeltop”, zegt hij enthousiast. De geestdrift is echter van korte duur, want na enkele seconden is er geen contact meer met de vis aan de andere kant van de lijn. “Misschien een klein exemplaar dat het aas en de haak niet goed naar binnen kreeg”, oppert hij. “Opruimen, ‘uithuilen’ en op naar de volgende sessie”, besluit de Bemmelaar optimistisch.

Zelfs als we het niet meer verwachtten, zat er soms toch een kongeraal aan de andere kant van de lijn.” Zo’n meevaller is ons nu niet gegund. Er is wel van het aas gesnoept, maar door wat blijft een mysterie. Opnieuw vers aas opbinden en de montage snel weer te water is het devies.

MOOIE UIDAGING

Met links en rechts van ons sportvissers die zeer regelmatig mooie wijting en schar vangen rijst de vraag waarom Jos voor deze toch een stuk taaiere visserij kiest? “Ik vang liever één conger dan dertig wijtingen”, klinkt het resoluut. “Dit is wat mij betreft een hele andere tak van sport en ook de beleving is veel intenser. Je zou het in zekere zin een keuze voor kwaliteit in plaats van kwantiteit kunnen noemen.” Ook zijn pioniersgeest speelt een belangrijke rol bij de keuze voor de kongeraal. “Het is leuk en uitdagend om een nieuwe visserij in de vingers te krijgen. Daarbij hoort dat je ook af en toe het deksel op de neus krijgt. Maar als het dan lukt om de doelsoort te vangen geeft dat zoveel voldoening. Dan ben je de sessies zonder vis vrij snel weer vergeten. Bovendien zijn dit hele mooie, sterke en imposante vissen om te vangen. Daar steek ik – samen met mijn vismaat Wouter – met alle liefde wat extra tijd en energie in.”

DONKERE UREN
Inmiddels is het – voor zover dat met de hoogovens in de achtergrond überhaupt kan – pikdonker op de pier. De hoofdlamp komt tevoorschijn en de hengeltoppen worden van groene lichtjes voorzien. “Nu breekt in principe de beste periode voor de conger aan. Je kunt ze ook overdag vangen, maar de donkere uren zijn veruit favoriet. Dan komen ze gemakkelijker tussen de blokken vandaan.” Voor wat betreft het getij hebben hij en Wouter nog geen lijn in kunnen ontdekken wat nou het beste moment is. “Maar dat achterhalen we hopelijk nog wel.” Datzelfde geldt voor het seizoen. “Omdat we er vanuit de gulvisserij zijn ingerold hebben we vooralsnog alleen in de herfst- en winterperiode op conger gevist. Maar mogelijk kun je ze in de warmere maanden ook goed vangen. Dan is het in ieder geval een stuk aangenamer om op de pier te staan”, zegt Jos vanachter de kraag van zijn warmtepak terwijl hij de gasbrander aansteekt om warme knakworstjes op witte bolletjes te serveren.

De kongeraal zoekt graag de beschutting op van wrakken en rotspartijen om daar in te schuilen.

Een onderhands worpje is voldoende omdat je de conger in de buurt van de blokken van de pier zoekt.

Jos met een fraaie kongeraal van
een eerdere
sessie op de pier.

De conger is niet als enige geïnteresseerd in het aas, ook andere vissen, garnalen en krabben snoepen hiervan. Check dus regelmatig de haken om er zeker van te zijn dat je effectief bezig bent. 

Grasduinend op Engelse online zeevisfora deden ze nieuwe kennis op. Bovendien kreeg Wouter ook tips van een gids in Engeland bij wie hij een tripje had geboekt. Vol goede moed gingen ze dit jaar dan ook van start. “Die eerste sessie was meteen een schot in de roos: we vingen drie congers. Een kleintje van een centimeter of zestig, maar verder mooie vissen van iets onder de meter”, blikt Jos terug. Inmiddels hebben ze er de nodige succesvolle sessies op zitten; al is het niet elke keer raak.

UIT DE BLOKKEN
De overstap naar de kongeraal verliep vrij soepel dankzij hun ruime ervaring met de gulvisserij op de pier. “De aanpak en materialen komen in grote lijnen overeen, al vis je op conger net nog met wat grover en steviger materiaal. Alles speelt zich rondom de blokken van de pier af, dus het is zaak om de vis daar weg van te houden.” Dat lukt in de regel vrij aardig, ook gezien de typische dril van een kongeraal. “Heeft die het aas eenmaal gepakt – dat kan soms best even duren – dan denk je eerst even dat je vastzit. De klappen op de hengel die daarna volgen zijn signalen dat de vis achteruit zwemt. In combinatie met de druk van de lijn komt de conger doorgaans vrij vlot los van de bodem. Vervolgens is het richting het einde van de dril zaak om de vis geen kans te geven alsnog de stenen in te duiken.” Het is al met al nog best een klusje om een kongeraal te landen. “Ook omdat ze door hun dikke slijmlaag spekglad zijn en het sterke vissen zijn. Zo’n conger is één bonk spieren.”

LIJN IN EEN LUS
Na een poos naar rustig op de golven heen en weer deinende hengeltoppen te hebben gekeken, zien we richting de avondschemering op de linkerhengel ineens een iets afwijkend patroon. Ondanks dat het slechts subtiele tikjes op de top betreft staat Jos direct op scherp. “Dit gefrommel is typisch voor de conger, al kan het ook kleine vis zijn die van het aas plukt. Het is nu zaak om de lijn in de gaten te houden. Die valt vaak slap en in een lus bij een aanbeet.” Vol spanning houden we de boel in de gaten, maar een volwaardige doorbuiger zien we niet. “Wouter en ik hebben vaker vertwijfeld naar een hengeltop staan kijken en ons afgevraagd of we moesten aanslaan. 

Een betonnen werpgewichtje aan een breeklijntje is aan te raden (zowel uit milieuoogpunt als kostentechnisch gezien) aangezien je de kans loopt om vast te komen zitten tussen de blokken van de pier.

Bind voor de
conger een flinke
brok, sterk geurend aas op de haken van een
pennel rig

Met een los, onderhands worpje belandt het 50-grams betonnen werpgewicht plus onderlijn op een meter of vijftien afstand van de pier. De lijn loopt ietwat losjes uit het water richting de hengeltop. Het is een schril contrast met de sportvissers om ons heen die juist proberen om hun rigs zover mogelijk weg te smijten en de lijnen snaarstrak hebben staan. “Deze visserij wijkt behoorlijk af van de standaard op de pier”, zegt Jos terwijl hij de hengel in de steun zet. “De kongeraal vind je niet op het wijd, maar juist kort onder de kant. Die huist in de gaten, holen en spleten tussen de blokken van de pier. En waar het aas normaal gesproken zo stabiel en passief mogelijk op de bodem wordt gepresenteerd, mag het nu best wat heen en weer ‘dwarrelen’. Het voordeel van zo’n relatief licht werpgewicht is dat je ook minder snel vast komt te zitten.”

AASCOCKTAIL
Dat treft, want dit betekent dat Jos de haken (hij vist met een pennel rig, waarbij zo’n tien centimeter boven de haak onderaan de montage een extra circle hook bevestigd zit) minder vaak opnieuw hoeft te beazen. Die handeling kost wat tijd, want met een cocktail – in verschillende samenstellingen – van makreel, inktvis, mesheft, zagers en zeepieren zit er een stevige hap op de haak. “Verse makreel is top, maar ook inktvis en pieren zijn belangrijk voor het geurspoor. De conger moet wel weten dat er iets te halen valt.” Het blijkt dat hier meer vissen van op de hoogte zijn, want bij het binnendraaien van de tweede hengel na zo’n vijftien tot twintig minuten komt er van de brok aas een afgekloven restant terug. “Wijting, schar of krabben”, taxeert Jos de boosdoeners. “Zijn die heel actief, dan draai ik de montages doorgaans wat sneller binnen om de boel te controleren.”

LEERPROCES
De congervisserij heeft hij samen met zijn vismaat Wouter – die deze sessie helaas niet kon aanschuiven – dit jaar voor het eerst echt actief aangepakt. “Vorig jaar zagen we op forums bij andere vissers wel eens een kongeraal voorbijkomen als toevalstreffer tijdens een sessie op gul. Toen hebben we het zelf een paar keer gericht geprobeerd, maar door het slechte weer en de slechte gulvangsten zijn we niet veel op de pier geweest.” Het perspectief om in eigen land een nieuwe vissoort te kunnen vangen liet hen echter niet los. 

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm