Speel video
VISblad TV is hét YouTube-visprogramma van Sportvisserij Nederland, bedoeld om sportvissers te enthousiasmeren, te inspireren en kennis te laten maken met nieuwe vistechnieken en mooie viswateren in heel Nederland.
TEKST: BARD BORGER > FOTOGRAFIE: SANDER BOER > camera: blackwater films
Bij jerkbaits wordt vaak automatisch gedacht aan XXL-kunstaas. Het ‘kleine’ spul springt misschien wat minder in het oog, maar kleine jerkbaits zijn heel geschikt voor (ultra-)ondiep water. Specialist Otto Brons (35) – die al sinds zijn tienerjaren zelf jerkbaits bouwt – gaf ons een minicursus in park- en wijkwater in en rondom zijn woonplaats Heemskerk.
IN ULTRA-ONDIEP WATER
‘JERKEN’
OP SNOEK
TYPE & ZWEMACTIE
Onderweg naar een volgende opening in het riet komt het type jerkbait waarmee Otto vist ter sprake. “In ondiep water vis ik meestal met drijvende of suspending (zwevende) varianten. Die kun je heel mooi stil laten hangen om de snoek tot een aanbeet te verleiden. Je kunt ook langzaam zinkende exemplaren gebruiken, maar die moet je dan wel wat sneller vissen om ze weg te houden van de bodem. Dat type jerkbait werkt hier alleen als de snoek wat meer tempo wil.” Qua zwem- actie varieert hij graag met gliders en hybrides. “Bij die eerste categorie zit het bevestigingsoogje voor op de neus. Daardoor schiet de jerkbait bij elke tik met de hengeltop opzij en kantelt-ie vaak ook iets omhoog – het zogenoemde ‘flanken’. Bij hybrides zit het oogje meer naar boven. Die hebben vaak een wat meer onvoorspelbare actie, waar je eerst aan moet wennen om dit type jerkbait ten volle te kunnen benutten.”
‘GLIDERS’ VOOR BEGINNERS
Daarom raadt Otto beginners het vissen met gliders aan. “Daarmee krijg je de basis van de jerkbaitvisserij het snelst onder de knie. Gliders zwemmen namelijk ook goed als je ze in een redelijk constant tempo binnenvist, net zoals een plug of spinner. Zo vis je altijd met vertrouwen en kun je langzaam wennen aan de techniek van het kunstaas ‘tikkend’ met je hengeltop tot leven wekken.” Vervolgens kun je volgens Otto gaan variëren met formaten en zinkeigenschappen. “Daarbij adviseer ik om de actie van de jerkbait altijd eerst vlak voor de kant te controleren – zodat je weet wat het kunstaas doet. Heb je het vissen met gliders onder de knie en smaakt dit naar meer, dan kun je misschien ook eens wat hybrides aanschaffen om daar vertrouwd mee te raken. Maar dat is echt pas het volgende level.”
SPIRIT WEER TERUG
“Zo hé, dat was er een”, zegt Otto plotsklaps na een onderhandse worp richting een duiker. De stofwolk en boeggolf van een vluchtende vis zijn nog nét te zien op de plek waar zijn jerkbait zojuist het water raakte. “Snoeken die schrikken in plaats van aanvallen, dat willen we nou juist níet hebben. Ze staan volgens mij echt uit vandaag”, meldt Otto met enige teleurstelling in zijn stem. In een smal en ultra-ondiep slootje is het even later gelukkig alsnog raak. Vanaf een bruggetje is goed te zien hoe een jong, maar dapper snoekje zich vol overgave op Otto’s jerkbaitje stort. Qua dril biedt het puntgave rovertje niet zo heel erg veel spektakel, maar de hatelijke nul is wel weggepoetst en onze gids van vandaag heeft de spirit weer terug.
Bij ‘gliders’ (rechts) zit het bevestigingsoog voor op de neus, bij ‘hybrides’ (links) iets meer naar boven.
De
‘schaatsende’
zwemactie in combinatie met pauzes is de
grote kracht van jerkbaits
>>ZELFBOUW-PASSIE
Toen hij tien jaar oud was kocht Otto op een hengelsportbeurs een videoband met beelden van Henk Rusman en Bertus Rozemeijer (twee bekende snoekvissers, red.) die op de Vinkeveense plassen vanuit de boot met jerkbaits visten. “Ze vingen snoek alsof het niets was. Dát wilde ik ook!”, vertelt Otto over de oorsprong van zijn zelfbouw-passie. Datzelfde jaar nog gaf zijn moeder hem voor zijn verjaardag een jerkbaithengel met een werpgewicht van een gram of zestig plus een reeltje cadeau. “Van de hengelsportzaak kreeg ik er een kleine jerkbait bij, het ‘bulletje’ van Aad Dam. Met dat setje maakte ik overuren aan de waterkant. Dit smaakte naar meer, maar omdat ik nog geen cent te makken had besloot ik om zelf jerkbaits te gaan maken in het schuurtje van mijn vader. Dat was zo leuk en werkte zo goed dat het al snel een hobby op zich werd. En ik ben nooit meer gestopt met bouwen.”
>> ONLINE INSPIRATIE
Zoek jij inspiratie en praktische tips om net als Otto zelf je jerkbaits te gaan bouwen? Op YouTube vind je volop video’s met heldere uitleg. Gevraagd naar zijn favoriete kanalen noemt Otto onder meer Solarfall Baits, een fanatieke Finse snoekvisser die hij al bijna twintig jaar volgt. Otto raadt ook aan om de Facebookgroep ‘Vissen met jerkbaits’ te volgen. Aan deze pagina zijn meer dan duizend jerkbait-liefhebbers verbonden. Zelfbouwers tonen er hun nieuwste creaties en wisselen onderling tips uit, onder meer via de chatgroep.
Otto gebruikt het liefst een reeltje bij het vissen met jerkbaits, maar je kunt bij kunstaas van bescheiden formaat ook een stevige molen gebruiken.
Een
onderlijn van
stijf materiaal – zoals titanium – werkt het beste voor
jerkbaits
MATERIAALTIPS
Om de kans op vis voor de camera te vergroten heeft de verslaggever van dienst ondertussen ook een hengel ter hand genomen. Het grote verschil met de set-up van Otto is dat daar een molen op zit in plaats van een reel. “Het werkt allebei prima, het is maar net wat je fijn vindt”, antwoordt Otto gevraagd naar zijn advies. “Zelf vis ik het liefst met een reel omdat je daarmee naar mijn idee het fijnst je kunstaas kunt ‘afremmen’, maar dat kan in principe ook prima met een molen. Qua hengel zou ik voor een stug exemplaar gaan van zo’n 2.10 meter lang met een werpgewicht van 60 tot 80 gram. Kies voor een gevlochten hoofdlijn van pakweg 25/00 en een onderlijn van titanium. Dat materiaal is stijver dan fluorocarbon en ‘verstoort’ daardoor minder de typische zigzag-actie van een jerkbait.”
LICHTGEKLEURD BUIKJE
Tijdens een korte lunch bij het startpunt van deze sessie komt het uiterlijk van jerkbaits ter sprake. Zijn de looks ook belangrijk? “In de hengelsportzaak ligt er tal van moois en je kunt bij het zelf bouwen van jerkbaits ook eindeloos variëren met kleuren. Dat is op zich wel leuk, maar ik vind het cruciaal dat een jerkbait een licht buikje heeft. Die lichte vlek of streep aan de onderzijde zie je namelijk mooi ‘flitsen’ bij elke kanteling van het kunstaas. Dit zorgt ervoor dat je de koers van de jerkbait goed kunt volgen – en het oplichtende effect zal de snoek ook niet ontgaan.” Toch schuilt de grootste kracht van jerkbaits wat Otto betreft in de unieke zwemactie die je combineert met regelmatige pauzes. “Zo imiteer je de beweging van een echte aasvis en is het kunstaas langer in het zichtveld van de snoek.”
EINDSPEKTAKEL
Met één schamel snoekje is Otto’s vangdrang nog niet gestild, dus rijden we na de lunch nog naar een nabijgelegen woonwijk. Hier is het water net even wat dieper, iets breder en vooral aanzienlijk troebeler. Het eerste kwartier blijft actie uit, maar dan ineens is daar een kolk achter het kunstaas waar hele crew van opschrikt. De jagende snoek mist Otto’s jerkbait maar liefst twee keer, om bij het derde schot wél te blijven ‘plakken’. “Zo, die wilde hem echt graag hebben!”, klinkt het enthousiast terwijl Otto de vis van een centimeter of 65 naar de kant dirigeert en met de kieuwgreep vlot uit het water tilt. Het kunstaas zit keurig voor in de bek en de vis is vlot onthaakt. “Zo spectaculair kan jerkbaitvissen dus zijn, juist in klein en ondiep water.” Voor de video bij dit artikel zijn we later nog een keer met Otto op pad geweest. Benieuwd of de snoek toen wel los was? Scan dan de QR-code bij dit artikel of bekijk de video op youtube.com/sportvisserijnl.
‘Snoek vangen op zelfgebouwd kunstaas is voor mij het summum’
“Vorige week waren ze hier goed los. Alleen al in deze sloot doken toen vier snoekjes op mijn kunstaas,” meldt Otto enthousiast nadat hij zijn fiets in de berm op slot heeft gezet – pal naast een brede rietkraag. “Het zou dus zomaar kunnen dat we al heel snel actie hebben”, klinkt het hoopvol. Uit de rugzak van de Heemskerker komt een tackle box vol met jerkbaits tevoorschijn. Daarin zit een bonte mix van kleuren en maten, maar het valt op dat niet één jerkbait groter is dan pakweg vijftien centimeter. “Het lijkt wel een hype om altijd en overal met XXL-jerkbaits te vissen, maar zeker in dit type water – klein en ondiep, met vooral veel jonge snoek – vind ik dat onzin. Met kleiner kunstaas heb je hier veel meer actie, vang je meer vis en heb je ook meer lol.”
NOOIT TE ONDIEP
Met een strakke worp lanceert Otto even later een jerkbait met baarsprint. Het stukje huisvlijt suist door de lucht en landt ruim twintig meter verderop, stijf tegen een rietkraag, met een zachte plons in het water. Otto draait het kunstaas rustig binnen, waarbij hij met zijn hengeltop korte rukjes geeft om actie aan de jerkbait te geven. Die komt als een schaatser ónder de waterspiegel dichterbij. Dat Otto zijn hengel recht voor zich uit houdt, heeft een reden. “Op deze manier – of met je top iets omhoog – kun je een jerkbait beter over vuil en waterplanten heen sturen. Dit ‘trucje’ is juist in ondiep water vaak zeer praktisch. Je hoeft niet bang te zijn dat je te ondiep vist, want snoek jaagt van nature met de blik omhoog gericht. In dit soort watertjes kun je dus eigenlijk nooit te ondiep vissen.” Een ander voordeel is dat je ondiep vissend de jerkbait constant ziet zwemmen.
HOPPEND STRUINEN
“Tja, dat zul je altijd zien: als het dan een keer voor de lens van de fotograaf moet gebeuren, geven ze niet thuis”, mompelt Otto terwijl hij zijn jerkbait een half uur later na weer een vruchteloze worp uit het water tilt. “Eerder deze week is de wind naar zuidoost gedraaid en het water staat iets lager vergeleken met laatst – vandaar dat het waarschijnlijk ook wat helderder is. Het kan zomaar dat die veranderingen de bijtlust van de snoek geen goed hebben gedaan.” Toch zou er met de lange en brede rietkragen langs het parkwater in theorie plenty snoek moeten liggen. “Het waterschap maait hier al jarenlang de oevers niet meer om de natuur meer met rust te laten. Dat juich ik op zichzelf toe, maar het nadeel is dat je nu alleen nog op de geijkte plekken bij het water kunt komen. Je moet hier dus ‘hoppend’ struinen en slaat daarbij veel water over.”
IN ULTRA-ONDIEP WATER
‘JERKEN’
OP SNOEK
TEKST: BARD BORGER > FOTOGRAFIE: SANDER BOER > camera: blackwater films
Bij jerkbaits wordt vaak automatisch gedacht aan XXL-kunstaas. Het ‘kleine’ spul springt misschien wat minder in het oog, maar kleine jerkbaits zijn heel geschikt voor (ultra-)ondiep water. Specialist Otto Brons (35) – die al sinds zijn tienerjaren zelf jerkbaits bouwt – gaf ons een minicursus in park- en wijkwater in en rondom zijn woonplaats Heemskerk.
Speel video
VISblad TV is hét YouTube-visprogramma van Sportvisserij Nederland, bedoeld om sportvissers te enthousiasmeren, te inspireren en kennis te laten maken met nieuwe vistechnieken en mooie viswateren in heel Nederland.
>> ONLINE INSPIRATIE
Zoek jij inspiratie en praktische tips om net als Otto zelf je jerkbaits te gaan bouwen? Op YouTube vind je volop video’s met heldere uitleg. Gevraagd naar zijn favoriete kanalen noemt Otto onder meer Solarfall Baits, een fanatieke Finse snoekvisser die hij al bijna twintig jaar volgt. Otto raadt ook aan om de Facebookgroep ‘Vissen met jerkbaits’ te volgen. Aan deze pagina zijn meer dan duizend jerkbait-liefhebbers verbonden. Zelfbouwers tonen er hun nieuwste creaties en wisselen onderling tips uit, onder meer via de chatgroep.
Een
onderlijn van
stijf materiaal – zoals titanium – werkt het beste voor
jerkbaits
MATERIAALTIPS
Om de kans op vis voor de camera te vergroten heeft de verslaggever van dienst ondertussen ook een hengel ter hand genomen. Het grote verschil met de set-up van Otto is dat daar een molen op zit in plaats van een reel. “Het werkt allebei prima, het is maar net wat je fijn vindt”, antwoordt Otto gevraagd naar zijn advies. “Zelf vis ik het liefst met een reel omdat je daarmee naar mijn idee het fijnst je kunstaas kunt ‘afremmen’, maar dat kan in principe ook prima met een molen. Qua hengel zou ik voor een stug exemplaar gaan van zo’n 2.10 meter lang met een werpgewicht van 60 tot 80 gram. Kies voor een gevlochten hoofdlijn van pakweg 25/00 en een onderlijn van titanium. Dat materiaal is stijver dan fluorocarbon en ‘verstoort’ daardoor minder de typische zigzag-actie van een jerkbait.”
LICHTGEKLEURD BUIKJE
Tijdens een korte lunch bij het startpunt van deze sessie komt het uiterlijk van jerkbaits ter sprake. Zijn de looks ook belangrijk? “In de hengelsportzaak ligt er tal van moois en je kunt bij het zelf bouwen van jerkbaits ook eindeloos variëren met kleuren. Dat is op zich wel leuk, maar ik vind het cruciaal dat een jerkbait een licht buikje heeft. Die lichte vlek of streep aan de onderzijde zie je namelijk mooi ‘flitsen’ bij elke kanteling van het kunstaas. Dit zorgt ervoor dat je de koers van de jerkbait goed kunt volgen – en het oplichtende effect zal de snoek ook niet ontgaan.” Toch schuilt de grootste kracht van jerkbaits wat Otto betreft in de unieke zwemactie die je combineert met regelmatige pauzes. “Zo imiteer je de beweging van een echte aasvis en is het kunstaas langer in het zichtveld van de snoek.”
EINDSPEKTAKEL
Met één schamel snoekje is Otto’s vangdrang nog niet gestild, dus rijden we na de lunch nog naar een nabijgelegen woonwijk. Hier is het water net even wat dieper, iets breder en vooral aanzienlijk troebeler. Het eerste kwartier blijft actie uit, maar dan ineens is daar een kolk achter het kunstaas waar hele crew van opschrikt. De jagende snoek mist Otto’s jerkbait maar liefst twee keer, om bij het derde schot wél te blijven ‘plakken’. “Zo, die wilde hem echt graag hebben!”, klinkt het enthousiast terwijl Otto de vis van een centimeter of 65 naar de kant dirigeert en met de kieuwgreep vlot uit het water tilt. Het kunstaas zit keurig voor in de bek en de vis is vlot onthaakt. “Zo spectaculair kan jerkbaitvissen dus zijn, juist in klein en ondiep water.” Voor de video bij dit artikel zijn we later nog een keer met Otto op pad geweest. Benieuwd of de snoek toen wel los was? Scan dan de QR-code bij dit artikel of bekijk de video op youtube.com/sportvisserijnl.
>>ZELFBOUW-PASSIE
Toen hij tien jaar oud was kocht Otto op een hengelsportbeurs een videoband met beelden van Henk Rusman en Bertus Rozemeijer (twee bekende snoekvissers, red.) die op de Vinkeveense plassen vanuit de boot met jerkbaits visten. “Ze vingen snoek alsof het niets was. Dát wilde ik ook!”, vertelt Otto over de oorsprong van zijn zelfbouw-passie. Datzelfde jaar nog gaf zijn moeder hem voor zijn verjaardag een jerkbaithengel met een werpgewicht van een gram of zestig plus een reeltje cadeau. “Van de hengelsportzaak kreeg ik er een kleine jerkbait bij, het ‘bulletje’ van Aad Dam. Met dat setje maakte ik overuren aan de waterkant. Dit smaakte naar meer, maar omdat ik nog geen cent te makken had besloot ik om zelf jerkbaits te gaan maken in het schuurtje van mijn vader. Dat was zo leuk en werkte zo goed dat het al snel een hobby op zich werd. En ik ben nooit meer gestopt met bouwen.”
Otto gebruikt het liefst een reeltje bij het vissen met jerkbaits, maar je kunt bij kunstaas van bescheiden formaat ook een stevige molen gebruiken.
TYPE & ZWEMACTIE
Onderweg naar een volgende opening in het riet komt het type jerkbait waarmee Otto vist ter sprake. “In ondiep water vis ik meestal met drijvende of suspending (zwevende) varianten. Die kun je heel mooi stil laten hangen om de snoek tot een aanbeet te verleiden. Je kunt ook langzaam zinkende exemplaren gebruiken, maar die moet je dan wel wat sneller vissen om ze weg te houden van de bodem. Dat type jerkbait werkt hier alleen als de snoek wat meer tempo wil.” Qua zwem- actie varieert hij graag met gliders en hybrides. “Bij die eerste categorie zit het bevestigingsoogje voor op de neus. Daardoor schiet de jerkbait bij elke tik met de hengeltop opzij en kantelt-ie vaak ook iets omhoog – het zogenoemde ‘flanken’. Bij hybrides zit het oogje meer naar boven. Die hebben vaak een wat meer onvoorspelbare actie, waar je eerst aan moet wennen om dit type jerkbait ten volle te kunnen benutten.”
‘GLIDERS’ VOOR BEGINNERS
Daarom raadt Otto beginners het vissen met gliders aan. “Daarmee krijg je de basis van de jerkbaitvisserij het snelst onder de knie. Gliders zwemmen namelijk ook goed als je ze in een redelijk constant tempo binnenvist, net zoals een plug of spinner. Zo vis je altijd met vertrouwen en kun je langzaam wennen aan de techniek van het kunstaas ‘tikkend’ met je hengeltop tot leven wekken.” Vervolgens kun je volgens Otto gaan variëren met formaten en zinkeigenschappen. “Daarbij adviseer ik om de actie van de jerkbait altijd eerst vlak voor de kant te controleren – zodat je weet wat het kunstaas doet. Heb je het vissen met gliders onder de knie en smaakt dit naar meer, dan kun je misschien ook eens wat hybrides aanschaffen om daar vertrouwd mee te raken. Maar dat is echt pas het volgende level.”
SPIRIT WEER TERUG
“Zo hé, dat was er een”, zegt Otto plotsklaps na een onderhandse worp richting een duiker. De stofwolk en boeggolf van een vluchtende vis zijn nog nét te zien op de plek waar zijn jerkbait zojuist het water raakte. “Snoeken die schrikken in plaats van aanvallen, dat willen we nou juist níet hebben. Ze staan volgens mij echt uit vandaag”, meldt Otto met enige teleurstelling in zijn stem. In een smal en ultra-ondiep slootje is het even later gelukkig alsnog raak. Vanaf een bruggetje is goed te zien hoe een jong, maar dapper snoekje zich vol overgave op Otto’s jerkbaitje stort. Qua dril biedt het puntgave rovertje niet zo heel erg veel spektakel, maar de hatelijke nul is wel weggepoetst en onze gids van vandaag heeft de spirit weer terug.
Bij ‘gliders’ (rechts) zit het bevestigingsoog voor op de neus, bij ‘hybrides’ (links) iets meer naar boven.
De
‘schaatsende’
zwemactie in combinatie met pauzes is de
grote kracht van jerkbaits
‘Snoek vangen op zelfgebouwd kunstaas is voor mij het summum’
“Vorige week waren ze hier goed los. Alleen al in deze sloot doken toen vier snoekjes op mijn kunstaas,” meldt Otto enthousiast nadat hij zijn fiets in de berm op slot heeft gezet – pal naast een brede rietkraag. “Het zou dus zomaar kunnen dat we al heel snel actie hebben”, klinkt het hoopvol. Uit de rugzak van de Heemskerker komt een tackle box vol met jerkbaits tevoorschijn. Daarin zit een bonte mix van kleuren en maten, maar het valt op dat niet één jerkbait groter is dan pakweg vijftien centimeter. “Het lijkt wel een hype om altijd en overal met XXL-jerkbaits te vissen, maar zeker in dit type water – klein en ondiep, met vooral veel jonge snoek – vind ik dat onzin. Met kleiner kunstaas heb je hier veel meer actie, vang je meer vis en heb je ook meer lol.”
NOOIT TE ONDIEP
Met een strakke worp lanceert Otto even later een jerkbait met baarsprint. Het stukje huisvlijt suist door de lucht en landt ruim twintig meter verderop, stijf tegen een rietkraag, met een zachte plons in het water. Otto draait het kunstaas rustig binnen, waarbij hij met zijn hengeltop korte rukjes geeft om actie aan de jerkbait te geven. Die komt als een schaatser ónder de waterspiegel dichterbij. Dat Otto zijn hengel recht voor zich uit houdt, heeft een reden. “Op deze manier – of met je top iets omhoog – kun je een jerkbait beter over vuil en waterplanten heen sturen. Dit ‘trucje’ is juist in ondiep water vaak zeer praktisch. Je hoeft niet bang te zijn dat je te ondiep vist, want snoek jaagt van nature met de blik omhoog gericht. In dit soort watertjes kun je dus eigenlijk nooit te ondiep vissen.” Een ander voordeel is dat je ondiep vissend de jerkbait constant ziet zwemmen.
HOPPEND STRUINEN
“Tja, dat zul je altijd zien: als het dan een keer voor de lens van de fotograaf moet gebeuren, geven ze niet thuis”, mompelt Otto terwijl hij zijn jerkbait een half uur later na weer een vruchteloze worp uit het water tilt. “Eerder deze week is de wind naar zuidoost gedraaid en het water staat iets lager vergeleken met laatst – vandaar dat het waarschijnlijk ook wat helderder is. Het kan zomaar dat die veranderingen de bijtlust van de snoek geen goed hebben gedaan.” Toch zou er met de lange en brede rietkragen langs het parkwater in theorie plenty snoek moeten liggen. “Het waterschap maait hier al jarenlang de oevers niet meer om de natuur meer met rust te laten. Dat juich ik op zichzelf toe, maar het nadeel is dat je nu alleen nog op de geijkte plekken bij het water kunt komen. Je moet hier dus ‘hoppend’ struinen en slaat daarbij veel water over.”