De Noord-Aziatische
modderkruiper (Misgurnus
bipartitus) is een prachtig visje, maar
in Nederlands water bepaald geen welkome verschijning. Onlangs is deze soort zelfs op de Unielijst invasieve exoten van de Europese Unie geplaatst. Die wordt in Nederland gehandhaafd door de NVWA: bezit, handel, kweek, transport en import van de schadelijke exotische planten en dieren op deze lijst staan is op Europees niveau verboden.

TEKST: BARD BORGER
BEELD: JELGER HERDER

BIJVANGST

Uiterlijk gezien lijkt de Noord-Aziatische modderkruiper sterk op de inheemse grote modderkruiper (Misgurnus fossilis). Het onderscheid tussen de twee varianten is zichtbaar in het kleurpatroon: de grote modderkruiper heeft een donkerbruine tot roodbruine kleur met donkere lengtestrepen op de flanken, terwijl zijn Noord-Aziatische neef meer olijfkleurig en egaler van kleur is met een gemarmerd tot spikkelachtig patroon. Duidelijke lengtestrepen ontbreken bij deze invasieve exoot die tot 18 centimeter lang kan worden.

ZUURSTOFARM WATER
Noord-Aziatische modderkruipers komen van nature voor in Azië, ten noorden van de Gele Rivier. Daar leven ze in stilstaand of zwak stromend water van moerassen langs riviertjes en in meren, plassen, vijvers en rijstvelden. De soort houdt van plantenrijke wateren met een modderige bodem, waar hij overdag schuilt tussen de vegetatie of zich ingraaft in de bodem. ’s Nachts gaat hij op zoek naar zoöplankton en macrofauna, zoals wormen en insectenlarven. Omdat de modderkruiper zowel via zijn kieuwen als darmen kan ademhalen, vormen lage zuurstofgehaltes in het water geen probleem.

SLOTEN, BEKEN EN RIVIEREN
In Nederland – maar ook wereldwijd – is de Noord-Aziatische modderkruiper al jarenlang een populaire aquariumvis. Waarschijnlijk is de soort vanuit aquaria op verschillende plekken vrijgelaten in de natuur. De eerste officiële waarneming van het visje in Nederland was in 2012 in de Tungelroyse beek in Limburg. Van daaruit lijkt hij vervolgens de grens met België te zijn overgestoken. Sindsdien is zijn leefgebied gestaag uitgebreid naar andere sloten, beken en rivieren. De kans dat je als Nederlandse sportvisser een Noord-Aziatische modderkruiper vangt is dus het grootst in Limburg.

POTENTIËLE BEDREIGING
Noord-Aziatische modderkruipers planten zich voort vanaf het voorjaar tot in de zomer, bij gunstige omstandigheden soms wel twee of drie keer per jaar. Bij het paaien krult het mannetje zich om het vrouwtje om de ei-afzet tussen de waterplanten te stimuleren. De kans op hybridisatie is vooral bedreigend voor de populaties van de inheemse grote en kleine modderkruiper (die eerste heeft op Rode Lijst de status ‘kwetsbaar’).
Gekruiste nakomelingen van de Noord-Aziatische variant en zijn inheemse neefjes zijn namelijk onvruchtbaar. Ook kunnen Noord-Aziatische modderkruipers ziektes overdragen en bij hogere dichtheden stijgt de kans dat het visje gaat concurreren om voedsel. Redenen te over dus om ook deze exoot – ondanks zijn fraaie looks – uit Nederland te weren.

Uiterlijk gezien lijkt de Noord-Aziatische modderkruiper sterk op de inheemse grote modderkruiper (Misgurnus fossilis). Het onderscheid tussen de twee varianten is zichtbaar in het kleurpatroon: de grote modderkruiper heeft een donkerbruine tot roodbruine kleur met donkere lengtestrepen op de flanken, terwijl zijn Noord-Aziatische neef meer olijfkleurig en egaler van kleur is met een gemarmerd tot spikkelachtig patroon. Duidelijke lengtestrepen ontbreken bij deze invasieve exoot die tot 18 centimeter lang kan worden.

ZUURSTOFARM WATER
Noord-Aziatische modderkruipers komen van nature voor in Azië, ten noorden van de Gele Rivier. Daar leven ze in stilstaand of zwak stromend water van moerassen langs riviertjes en in meren, plassen, vijvers en rijstvelden. De soort houdt van plantenrijke wateren met een modderige bodem, waar hij overdag schuilt tussen de vegetatie of zich ingraaft in de bodem. ’s Nachts gaat hij op zoek naar zoöplankton en macrofauna, zoals wormen en insectenlarven. Omdat de modderkruiper zowel via zijn kieuwen als darmen kan ademhalen, vormen lage zuurstofgehaltes in het water geen probleem.

SLOTEN, BEKEN EN RIVIEREN
In Nederland – maar ook wereldwijd – is de Noord-Aziatische modderkruiper al jarenlang een populaire aquariumvis. Waarschijnlijk is de soort vanuit aquaria op verschillende plekken vrijgelaten in de natuur. De eerste officiële waarneming van het visje in Nederland was in 2012 in de Tungelroyse beek in Limburg. Van daaruit lijkt hij vervolgens de grens met België te zijn overgestoken. Sindsdien is zijn leefgebied gestaag uitgebreid naar andere sloten, beken en rivieren. De kans dat je als Nederlandse sportvisser een Noord-Aziatische modderkruiper vangt is dus het grootst in Limburg.

POTENTIËLE BEDREIGING
Noord-Aziatische modderkruipers planten zich voort vanaf het voorjaar tot in de zomer, bij gunstige omstandigheden soms wel twee of drie keer per jaar. Bij het paaien krult het mannetje zich om het vrouwtje om de ei-afzet tussen de waterplanten te stimuleren. De kans op hybridisatie is vooral bedreigend voor de populaties van de inheemse grote en kleine modderkruiper (die eerste heeft op Rode Lijst de status ‘kwetsbaar’).
Gekruiste nakomelingen van de Noord-Aziatische variant en zijn inheemse neefjes zijn namelijk onvruchtbaar. Ook kunnen Noord-Aziatische modderkruipers ziektes overdragen en bij hogere dichtheden stijgt de kans dat het visje gaat concurreren om voedsel. Redenen te over dus om ook deze exoot – ondanks zijn fraaie looks – uit Nederland te weren.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm