Haringen in
Noorse wateren wisten eeuwenlang precies waar ze moesten zijn om te paaien. Kennis over trekroutes werd van generatie op generatie doorgegeven. Door selectieve en intensieve bevissing ging die verloren, zodat de paaigronden plotsklaps zo’n 800 kilometer noordwaarts verschoven.

TEKST: ARNO VAN ’T HOOG 
BEELD: SHUTTERSTOCK

BIJVANGST

Van vogels is bekend dat jonkies de trekroutes leren door in de herfst hun ouders of soortgenoten te volgen. In het kielzog van ervaren vogels doen nieuwkomers kennis op en leren ze bijvoorbeeld waar stopplaatsen liggen om onderweg bij te tanken. Ook vissen doen aan dit soort ‘kennisoverdracht’. Haring is daarvan een mooi voorbeeld. Van de verschillende haringpopulaties migreert de grootste in enorme scholen tussen IJsland en Noorwegen. Massa’s haring trekken op vaste momenten in het seizoen van voedselrijke zomerwateren naar overwinteringsgebieden en naar paaigronden. Die plekken liggen duizenden kilometers van elkaar verwijderd in de Noorse zee.

KENNISOVERDRACHT MISLUKT
In het vroege voorjaar paaien de haringen in het zuidwesten van Noorwegen (langs de kust bij Møre). Daarna drijven de larfjes op de zeestroming honderden kilometers noordwaarts naar de opgroeigebieden in de Barentszzee. Na drie tot vijf jaar voegen ze zich bij hun volwassen soortgenoten in de Noorse zee en leren ze de traditionele migratieroutes en paaicultuur kennen. Dit was eeuwenlang een wetmatigheid; tot een paar jaar geleden. Recent onderzoek laat zien dat de kennisoverdracht tussen de generaties zo rond 2020 is mislukt. Sindsdien hebben scholen haring hun traditionele paaigronden ingewisseld voor kustwateren die maar liefst 800 kilometer noordelijker liggen. 

MEER JONGVOLWASSENEN
Op zoek naar een verklaring hebben onderzoekers de gegevens van commerciële visserij, haring-surveys en studies met gemerkte haring uitgeplozen. De crux bleek hem onder meer in de visserij te zitten, want die is gericht op grote, volwassen haring. Door intensieve bevissing tussen 2019 en 2023 daalde het aantal oude, ervaren vissen met 68% (van 4 miljard naar 1,3 miljard kilo). Een aantal jaar daarvoor was de paai zeer succesvol: zo deed de jaarklasse van 2016 het buitengewoon goed. Daardoor zwommen er omstreeks 2020 veel meer jongvolwassenen dan oude rotten in de Noorse zee. En die jonkies ontwikkelden een eigenwijze voorkeur voor meer noordelijke paaigronden bij de Lofoten.

MIGRATIECULTUUR VERGETEN
Uiteindelijk gebeurde er iets opmerkelijks, schrijven de Noorse onderzoekers: de overgebleven oudjes vergaten hun traditionele migratiecultuur en volgden braaf de jongere meerderheid noordwaarts. Voor succesvolle kennisoverdracht inzake trekroutes moeten dus klaarblijkelijk voldoende volwassen vissen overblijven – een belangrijke les voor beter visserijbeheer. Overigens verwachten de onderzoekers dat deze verschuiving geen grote gevolgen heeft voor de haringpopulatie, maar mogelijk wel voor roofvissen en visetende vogels die langs de Noorse kust op haring jagen. Toch kan de traditionele paaitrek weer terugkeren. Haringen hebben vermoedelijk een aangeboren neiging om zuidwaarts te trekken aangezien de omstandigheden daar gunstiger zijn. Naarmate meer vissen dit doen, kan de oude paaitrek zich geleidelijk herstellen.

Van vogels is bekend dat jonkies de trekroutes leren door in de herfst hun ouders of soortgenoten te volgen. In het kielzog van ervaren vogels doen nieuwkomers kennis op en leren ze bijvoorbeeld waar stopplaatsen liggen om onderweg bij te tanken. Ook vissen doen aan dit soort ‘kennisoverdracht’. Haring is daarvan een mooi voorbeeld. Van de verschillende haringpopulaties migreert de grootste in enorme scholen tussen IJsland en Noorwegen. Massa’s haring trekken op vaste momenten in het seizoen van voedselrijke zomerwateren naar overwinteringsgebieden en naar paaigronden. Die plekken liggen duizenden kilometers van elkaar verwijderd in de Noorse zee.

KENNISOVERDRACHT MISLUKT
In het vroege voorjaar paaien de haringen in het zuidwesten van Noorwegen (langs de kust bij Møre). Daarna drijven de larfjes op de zeestroming honderden kilometers noordwaarts naar de opgroeigebieden in de Barentszzee. Na drie tot vijf jaar voegen ze zich bij hun volwassen soortgenoten in de Noorse zee en leren ze de traditionele migratieroutes en paaicultuur kennen. Dit was eeuwenlang een wetmatigheid; tot een paar jaar geleden. Recent onderzoek laat zien dat de kennisoverdracht tussen de generaties zo rond 2020 is mislukt. Sindsdien hebben scholen haring hun traditionele paaigronden ingewisseld voor kustwateren die maar liefst 800 kilometer noordelijker liggen. 

MEER JONGVOLWASSENEN
Op zoek naar een verklaring hebben onderzoekers de gegevens van commerciële visserij, haring-surveys en studies met gemerkte haring uitgeplozen. De crux bleek hem onder meer in de visserij te zitten, want die is gericht op grote, volwassen haring. Door intensieve bevissing tussen 2019 en 2023 daalde het aantal oude, ervaren vissen met 68% (van 4 miljard naar 1,3 miljard kilo). Een aantal jaar daarvoor was de paai zeer succesvol: zo deed de jaarklasse van 2016 het buitengewoon goed. Daardoor zwommen er omstreeks 2020 veel meer jongvolwassenen dan oude rotten in de Noorse zee. En die jonkies ontwikkelden een eigenwijze voorkeur voor meer noordelijke paaigronden bij de Lofoten.

MIGRATIECULTUUR VERGETEN
Uiteindelijk gebeurde er iets opmerkelijks, schrijven de Noorse onderzoekers: de overgebleven oudjes vergaten hun traditionele migratiecultuur en volgden braaf de jongere meerderheid noordwaarts. Voor succesvolle kennisoverdracht inzake trekroutes moeten dus klaarblijkelijk voldoende volwassen vissen overblijven – een belangrijke les voor beter visserijbeheer. Overigens verwachten de onderzoekers dat deze verschuiving geen grote gevolgen heeft voor de haringpopulatie, maar mogelijk wel voor roofvissen en visetende vogels die langs de Noorse kust op haring jagen. Toch kan de traditionele paaitrek weer terugkeren. Haringen hebben vermoedelijk een aangeboren neiging om zuidwaarts te trekken aangezien de omstandigheden daar gunstiger zijn. Naarmate meer vissen dit doen, kan de oude paaitrek zich geleidelijk herstellen.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm