wist je dat

HITTEPLAN? KRIMPEN!

Anemoonvissen slinken tijdens een hittegolf. Dat een vis afwisselend kan krimpen en groeien is nog niet eerder gezien, maar dat vissen in warmer water kleiner blijven is al langer bekend.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG >
BEELD: SHUTTERSTOCK

Anemoonvissen (Amphiprion percula) zijn populair geworden door de film ‘Finding Nemo’, maar ook geliefd als studieobject bij biologen. Deze tropische koraalvissen vormen vaste paartjes die in ondiep water in een anemoon leven. Aangezien ze honkvast zijn, kun je ze gemakkelijk vinden en vangen. Dat hebben Engelse wetenschappers gedaan in Papoea-Nieuw-Guinea om te onderzoeken wat hittestress doet met overlevingskansen van anemoonvissen. Want waar 30 graden Celsius vroeger normaal was, kan de watertemperatuur in de tropen door opwarming van de aarde flink oplopen. De onderzoekers doken elke maand om 67 paartjes anemoonvissen te vangen, te meten en weer terug te zetten. Ook registreerden ze de watertemperatuur.

OVERLEVINGSKANSEN
Tijdens het onderzoek liep de temperatuur flink op; tot 33 à 35°C. Dat heeft duidelijk gevolgen voor de anemoonvissen. Gedurende de heetste periode krompen ze gemiddeld 0,5 tot 1,5 millimeter. Sommige exemplaren werden zelfs 5 millimeter korter. Een paar millimeter op een vis van vijf tot zeven centimeter lengte lijkt niet veel, maar heeft een groot effect. Onderzoekers zagen dat krimpende vissen veel betere overlevingskansen hebben dan soortgenoten die doorgroeien. Sterker nog: ze doorstaan de hitte het beste als beide partners synchroon krimpen. Dat voorkomt onderlinge ruzie, want bij anemoonvissen zijn vrouwtjes zijn altijd groter en dominanter dan mannetjes. Hoe de Nemo’s hun lijf laten krimpen is nog niet duidelijk. Mogelijk breken ze een deel van hun spieren af. Of gaat hun stofwisseling door het warme water in een hoge versnelling, terwijl ze niet genoeg kunnen eten om dat goed te maken. Een kleiner lijf maakt minder hongerig.

WARM WATER: STRESS
Dat een vis afwisselend kan krimpen en groeien is nog niet eerder gezien. Toch sluit dit onderzoek aan bij wat al langer bekend is over vis in warm water. In noordelijke, koelere wateren zijn snoeken bijvoorbeeld gemiddeld groter dan hun soortgenoten in zuidelijkere en warmere regionen. Deze biologische wetmatigheid geldt voor vis in het algemeen. De Temperature Size Rule (TSR) betekent dat jonge vis in warmer water harder groeit, maar volwassen vis daarentegen kleiner blijft. De invloed van temperatuur op het formaat van vis zien wetenschappers ook bij opwarming van de Noordzee. Commerciële soorten als kabeljauw, wijting, tong en haring zijn zo’n zestien procent kleiner geworden terwijl de watertemperatuur één tot twee graden steeg. De verklaring zit volgens biologen in de stress die warm water oplevert voor koudbloedige vissen. Een warmer vissenlijf heeft een snellere stofwisseling, wat om meer zuurstof vraagt – zelfs als een vis stilligt op de bodem. Omdat water dertig keer minder zuurstof bevat dan lucht moeten alle vissen moeite doen om te ademen, terwijl warm water juist mínder zuurstof bevat. Bij grote vissen is dat een extra probleem omdat de kieuwen minder hard groeien dan de rest van het lijf. Logisch dus dat een krimpende vis betere overlevingskansen heeft.

HITTEPLAN? KRIMPEN!

wist je dat

Anemoonvissen slinken tijdens een hittegolf. Dat een vis afwisselend kan krimpen en groeien is nog niet eerder gezien, maar dat vissen in warmer water kleiner blijven is al langer bekend.
TEKST: ARNO VAN ’T HOOG >
BEELD: SHUTTERSTOCK

Anemoonvissen (Amphiprion percula) zijn populair geworden door de film ‘Finding Nemo’, maar ook geliefd als studieobject bij biologen. Deze tropische koraalvissen vormen vaste paartjes die in ondiep water in een anemoon leven. Aangezien ze honkvast zijn, kun je ze gemakkelijk vinden en vangen. Dat hebben Engelse wetenschappers gedaan in Papoea-Nieuw-Guinea om te onderzoeken wat hittestress doet met overlevingskansen van anemoonvissen. Want waar 30 graden Celsius vroeger normaal was, kan de watertemperatuur in de tropen door opwarming van de aarde flink oplopen. De onderzoekers doken elke maand om 67 paartjes anemoonvissen te vangen, te meten en weer terug te zetten. Ook registreerden ze de watertemperatuur.

OVERLEVINGSKANSEN
Tijdens het onderzoek liep de temperatuur flink op; tot 33 à 35°C. Dat heeft duidelijk gevolgen voor de anemoonvissen. Gedurende de heetste periode krompen ze gemiddeld 0,5 tot 1,5 millimeter. Sommige exemplaren werden zelfs 5 millimeter korter. Een paar millimeter op een vis van vijf tot zeven centimeter lengte lijkt niet veel, maar heeft een groot effect. Onderzoekers zagen dat krimpende vissen veel betere overlevingskansen hebben dan soortgenoten die doorgroeien. Sterker nog: ze doorstaan de hitte het beste als beide partners synchroon krimpen. Dat voorkomt onderlinge ruzie, want bij anemoonvissen zijn vrouwtjes zijn altijd groter en dominanter dan mannetjes. Hoe de Nemo’s hun lijf laten krimpen is nog niet duidelijk. Mogelijk breken ze een deel van hun spieren af. Of gaat hun stofwisseling door het warme water in een hoge versnelling, terwijl ze niet genoeg kunnen eten om dat goed te maken. Een kleiner lijf maakt minder hongerig.

WARM WATER: STRESS
Dat een vis afwisselend kan krimpen en groeien is nog niet eerder gezien. Toch sluit dit onderzoek aan bij wat al langer bekend is over vis in warm water. In noordelijke, koelere wateren zijn snoeken bijvoorbeeld gemiddeld groter dan hun soortgenoten in zuidelijkere en warmere regionen. Deze biologische wetmatigheid geldt voor vis in het algemeen. De Temperature Size Rule (TSR) betekent dat jonge vis in warmer water harder groeit, maar volwassen vis daarentegen kleiner blijft. De invloed van temperatuur op het formaat van vis zien wetenschappers ook bij opwarming van de Noordzee. Commerciële soorten als kabeljauw, wijting, tong en haring zijn zo’n zestien procent kleiner geworden terwijl de watertemperatuur één tot twee graden steeg. De verklaring zit volgens biologen in de stress die warm water oplevert voor koudbloedige vissen. Een warmer vissenlijf heeft een snellere stofwisseling, wat om meer zuurstof vraagt – zelfs als een vis stilligt op de bodem. Omdat water dertig keer minder zuurstof bevat dan lucht moeten alle vissen moeite doen om te ademen, terwijl warm water juist mínder zuurstof bevat. Bij grote vissen is dat een extra probleem omdat de kieuwen minder hard groeien dan de rest van het lijf. Logisch dus dat een krimpende vis betere overlevingskansen heeft.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm