Mid-strolling

DANSENDE DRAAD

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Er is een nieuwe ster aan het finesse firmament:
mid-strolling. De essentie van deze uit Japan overgewaaide techniek is om een slanke softbait op een lichte jigkop met subtiele hengelbewegingen in het midden van de waterkolom te presenteren. Onze zuiderburen Ward (44) en Leo de Corte (12) hebben hier inmiddels de nodige ervaring mee opgedaan en doen uit de doeken hoe je met strolling succesvol te werk gaat.

‘UIT BALANS’

De jigkop voor mid-strolling ziet er iets anders uit dan de reguliere jighead. In dit geval zit het zwaartepunt namelijk boven de haaksteel, in plaats van precies in het verlengde hiervan. Het resultaat van deze constructie is dat het geheel ‘uit balans’ is. Dat is met opzet gedaan, want zo is het veel gemakkelijker om de shad te laten kantelen. 

Er zijn ook jigkoppen die speciaal zijn ontworpen voor een verticale presentatie (shaking minnow technique). Deze zogenaamde Damiki jigkop heeft een 90-graden bevestiging voor de lijn, realistisch oog, centraal zwaartepunt plus een horizontale ‘uitloper’ naar achteren om het kunstaas perfect horizontaal stil te kunnen houden.

‘een natuurlijke en hele subtiele actie is van essentieel belang bij mid-strolling, dus daarom zijn softbaits het meest geschikt’

‘Laat de soft plastic subtiel kantelen in plaats van deze grof omhoog te trekken’

VARIATIE IN PRESENTATIE

Hoewel het principe van mid-strolling is dat je het kunstaas in het midden van de waterkolom presenteert, kun je hier uiteraard ook van afwijken. Ward: “In plaats van op half water, kun je ook ietsje ‘valsspelen’ en nabij de bodem starten. Na de worp wacht je tot de lijn slap valt, om het kunstaas daarna op te starten. Door te variëren met de inhaalsnelheid kun je verschillende waterlagen bevissen. En heb je het idee dat je wellicht te snel hebt gedraaid en te hoog zit? Laat de shad dan weer wat zakken door een pauze in te lassen. Zorg dat je de lijn hierbij strak houdt, want dit zweefmoment is – net als bij klassiek jiggen – vaak goed voor een aanbeet.”

TYPE SHAD

Mid-strolling vraagt om een specifiek type softbait: smal en langgerekt met een pintail of een v-staart. “Geen schoepstaart, want bij deze techniek zit de attractie in het feit dat de shad een dartende actie heeft en telkens ‘flankt’. Doordat de soft plastic is voorzien van twee kleuren – of andere reflecterende eigenschappen – krijg je een soort flash-effect zodat de shad beter opvalt”, licht Ward toe. In de beter gesorteerde hengelsportzaak en online heb je voldoende keuze qua softbaits. Je kunt er ook voor kiezen om shads uit je eigen tackle box te tunen voor mid-strolling. Bijvoorbeeld een slanke, langwerpige shad met een schoepstaart en een zo rond mogelijk profiel. “Knip hiervan de paddle tail zodanig aan de zijkanten bij dat je een subtiel, verticaal staartje overhoudt. Check voordat je gaat vissen altijd even hoe de shad zich in het water gedraagt wanneer je hier actie aan geeft. Een mooie wobble is een voorwaarde voor succes. Hanteer daarom een vast tempo met hele kleine bewegingen van de hengeltop zodat je automatisch het juiste ritme te pakken hebt.”

Geef vanuit de pols kleine, subtiele tikjes zodat de hengeltop omstreeks vijf tot tien centimeter uitslaat en de shad mooi heen en weer wiebelt

De vorm van de jigkop, het profiel van de soft plastic en de animatie met de hengeltop maken dat het kunstaas telkens heen en weer kantelt.

Zo zijn stekken waar je jiggend snel vast komt te zitten toch verantwoord bevisbaar”, zegt Ward. Behalve dat zones die je anders liever links zou laten liggen nu binnen bereik komen, zorgt de duidelijk afwijkende actie ook voor goede vangsten. “De natuurlijke, zijwaartse, rollende actie die je middels subtiele bewegingen van de hengeltop creëert is fundamenteel anders dan die van een shad met schoepstaart. Je vist langzaam en sluit een reaction strike dus uit. Dit betekent dat je – zeker in helder water – realistisch ogend kunstaas dient te gebruiken: de vis heeft immers alle tijd om je soft plastic te inspecteren.”

SLAG TE PAKKEN KRIJGEN
Een stuk verderop bevindt zich nog een hotspot in de vorm van een brug. Daaronder is er beperkt ruimte om te staan, maar dat weerhoudt Ward en Leo niet om een plekje te zoeken onder de betonnen constructie. Al snel ‘shaken’ en ‘twitchen’ de hengeltoppen heen en weer zodat het kunstaas zich flitsend doorheen het water begeeft. Op deze stek bijt pa het spits af met een snoekbaars die hij strak onder de kant vandaan plukt. “Het is voor veel kunstaasvissers in het begin wellicht even wennen – zeker omdat de shad geen weerstand heeft en je het kunstaas niet voelt ‘zwemmen’ – maar als je de slag eenmaal te pakken hebt kan het eigenlijk niet misgaan. De actie van het kunstaas oogt zo natuurlijk dat roofvissen sterk worden geprikkeld om toe te slaan.” Dat dit niet alleen snoekbaars betreft, bewijst Leo even later. “Whoaaa, een snoek! Kom snel papa, anders bijt-ie misschien de fluorocarbon voorslag door.” In een oogwenk staat Ward paraat met het landingsnet om de vis veilig te stellen. Glunderend gaat zijn zoon vervolgens op de foto met zijn vangst. “Zie je wel, mid-strolling is kinderspel”, besluit Ward met een knipoog. 

Met een geplaatste worp belandt de soft plastic precies in een hoekje van het kanaal. Na het kunstaas richting de bodem te hebben laten zakken, klapt Leo de beugel van zijn molentje resoluut dicht en begint de pols van de hand waarmee hij de hengel losjes vasthoudt te schudden. De soepele hengeltop veert vrijwel continu heen en weer op het ritme van zijn polsbewegingen. De lijn die richting het topoog gaat doet dit daarom kronkelend, afwisselend in grote en kleinere ‘golven’. In een constant, doch langzaam tempo beweegt de shad door het water. “Met iedere tik van de top wiebelt die heen en weer en ‘flankt’ het kunstaas”, licht Leo de techniek toe. In opperste concentratie vist hij de shad tot vlak voor zijn voeten. “Ook daar kun je nog een aanbeet krijgen, dus blijf scherp tot aan het eind van iedere worp.”

WIEBELEN EN KANTELEN
Het ziet er wellicht wat vreemd en vermoeiend uit, maar dat is het volgens zijn vader Ward zeker niet. “Kost het moeite, dan trek je te veel aan de hengel en ben je verkeerd bezig. Bij het mid-strolling moet je de draad als het ware laten dansen. Zorg daarom voor een klein beetje ‘slack’ – een snaarstrakke lijn biedt te weinig bewegingsvrijheid om de juiste actie aan het kunstaas te kunnen geven. De shad moet heen en weer wiebelen, waarbij deze telkens de andere kant op kantelt. Dat is essentieel, want de smalle en langgerekte soft plastic heeft geen schoepstaart die voor trillingen zorgt.” De shad is (vaak) wel voorzien van twee kleuren. “Bij het kantelen valt er afwisselend licht op de boven- en onderkant. Door het contrast tussen de twee verschillende tinten krijg je een soort flash-effect zodat de shad beter opvalt. Het lijkt net een knipperlicht, waardoor het kunstaas van ver opvalt.”

LANGZAAM, MAAR GERICHT
Intussen is Leo al verkast en een stukje verderop bezig. “Je vist met deze finesse techniek – de jigkopjes zitten in de range van omstreeks 0,9 tot 3,5 gram – behoorlijk langzaam, dus hebt eigenlijk geen tijd om op iedere stek talloze worpen te maken. Het is meer een kwestie van heel gericht vissen, dan lukraak her en der je kunstaas presenteren.” Dat de shad hierbij rondom het midden van de waterkolom wordt aangeboden betekent niet dat je vis die zich bij de bodem ophoudt overslaat. Ward: “Een roofvis komt heus wel naar boven om het kunstaas te pakken. Die heeft echt geen enkele moeite om een meter – of zelfs nog wat meer – omhoog te komen als-ie een mogelijke prooi voorbij ziet zwemmen. Zeker niet als-ie on fire is en ‘aan’ staat.” Dat blijkt wel als even later een dapper snoekbaarsje de lange slug op het 1,8 grams jigkopje naar binnen klapt.

FINESSE TECHNIEK
De straffe wind trekt verder aan en maakt vissen nabij het grote, open water ietwat lastig. “Een oplossing is om de polsbewegingen extra aan te zetten, zodat de shad – ondanks de bocht in de lijn – toch goed in beweging komt. Maar we kunnen ook verkassen richting het stadshart. Daar staan we wat meer beschut”, overweegt Ward. Na kort beraad met zoonlief zetten ze koers richting het winkelcentrum. “Onder deze galerij die het water overspant moet zeker en vast snoekbaars liggen”, zegt Leo in onvervalst Vlaams. Om zijn shad onder de bebouwing te mikken, draait hij met een korte opslag eerst twee rondjes. De aldus opgebouwde energie wordt vervolgens omgezet in een strakke worp die het kunstaas de duisternis in katapulteert. Dankzij het lichte jigkopje stuitert het shadje een paar keer op het wateroppervlak, wat in extra werpafstand resulteert. Een paar worpen later is het vlak voor zijn voeten raak. “Eerst zag ik mijn shadje tevoorschijn komen, waarna daar een snoekbaars overheen klapte. Dat was echt cool!”

OBSTAKELVRIJ VISSEN
Nu we intussen al een poosje bezig zijn valt het op dat beide heren nog geen shadje hebben verspeeld. Als er een greep in de tackle box wordt gedaan is dit enkel om een wat lichter of zwaarder jigkopje plus softbait te pakken. “Met mid-strolling zit je niet veel vast. Dat is ook niet zo verwonderlijk aangezien je een stuk boven de bodem vist. Van eventueel aanwezige obstakels heb je dus vrijwel geen last

MATERIAAL

Hengel: lengte van 1.80 tot 2.10 meter met een zachte top en een snaarstrakke blank
Molen: 1000 tot 2000 formaat
Hoofdlijn: 10/00 tot 14/00 gevlochten lijn
Voorslag: 20/00 tot 28/00 fluorocarbon
Jigkop: 1 tot omstreeks 5 gram, afhankelijk van diepte en stroming
Soft plastic: slank, visvormig, met een pintail of v-staart

DANSENDE DRAAD

Er is een nieuwe ster aan het finesse firmament: mid-strolling. De essentie van deze uit Japan overgewaaide techniek is om een slanke softbait op een lichte jigkop met subtiele hengelbewegingen in het midden van de waterkolom te presenteren. Onze zuiderburen Ward (44) en Leo de Corte (12) hebben hier inmiddels de nodige ervaring mee opgedaan en doen uit de doeken hoe je met strolling succesvol te werk gaat.

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

‘UIT BALANS’

De jigkop voor mid-strolling ziet er iets anders uit dan de reguliere jighead. In dit geval zit het zwaartepunt namelijk boven de haaksteel, in plaats van precies in het verlengde hiervan. Het resultaat van deze constructie is dat het geheel ‘uit balans’ is. Dat is met opzet gedaan, want zo is het veel gemakkelijker om de shad te laten kantelen. 

Er zijn ook jigkoppen die speciaal zijn ontworpen voor een verticale presentatie (shaking minnow technique). Deze zogenaamde Damiki jigkop heeft een 90-graden bevestiging voor de lijn, realistisch oog, centraal zwaartepunt plus een horizontale ‘uitloper’ naar achteren om het kunstaas perfect horizontaal stil te kunnen houden.

Zo zijn stekken waar je jiggend snel vast komt te zitten toch verantwoord bevisbaar”, zegt Ward. Behalve dat zones die je anders liever links zou laten liggen nu binnen bereik komen, zorgt de duidelijk afwijkende actie ook voor goede vangsten. “De natuurlijke, zijwaartse, rollende actie die je middels subtiele bewegingen van de hengeltop creëert is fundamenteel anders dan die van een shad met schoepstaart. Je vist langzaam en sluit een reaction strike dus uit. Dit betekent dat je – zeker in helder water – realistisch ogend kunstaas dient te gebruiken: de vis heeft immers alle tijd om je soft plastic te inspecteren.”

SLAG TE PAKKEN KRIJGEN
Een stuk verderop bevindt zich nog een hotspot in de vorm van een brug. Daaronder is er beperkt ruimte om te staan, maar dat weerhoudt Ward en Leo niet om een plekje te zoeken onder de betonnen constructie. Al snel ‘shaken’ en ‘twitchen’ de hengeltoppen heen en weer zodat het kunstaas zich flitsend doorheen het water begeeft. Op deze stek bijt pa het spits af met een snoekbaars die hij strak onder de kant vandaan plukt. “Het is voor veel kunstaasvissers in het begin wellicht even wennen – zeker omdat de shad geen weerstand heeft en je het kunstaas niet voelt ‘zwemmen’ – maar als je de slag eenmaal te pakken hebt kan het eigenlijk niet misgaan. De actie van het kunstaas oogt zo natuurlijk dat roofvissen sterk worden geprikkeld om toe te slaan.” Dat dit niet alleen snoekbaars betreft, bewijst Leo even later. “Whoaaa, een snoek! Kom snel papa, anders bijt-ie misschien de fluorocarbon voorslag door.” In een oogwenk staat Ward paraat met het landingsnet om de vis veilig te stellen. Glunderend gaat zijn zoon vervolgens op de foto met zijn vangst. “Zie je wel, mid-strolling is kinderspel”, besluit Ward met een knipoog. 

‘een natuurlijke en hele subtiele actie is van essentieel belang bij mid-strolling, dus daarom zijn softbaits het meest geschikt’

TYPE SHAD

Mid-strolling vraagt om een specifiek type softbait: smal en langgerekt met een pintail of een v-staart. “Geen schoepstaart, want bij deze techniek zit de attractie in het feit dat de shad een dartende actie heeft en telkens ‘flankt’. Doordat de soft plastic is voorzien van twee kleuren – of andere reflecterende eigenschappen – krijg je een soort flash-effect zodat de shad beter opvalt”, licht Ward toe. In de beter gesorteerde hengelsportzaak en online heb je voldoende keuze qua softbaits. Je kunt er ook voor kiezen om shads uit je eigen tackle box te tunen voor mid-strolling. Bijvoorbeeld een slanke, langwerpige shad met een schoepstaart en een zo rond mogelijk profiel. “Knip hiervan de paddle tail zodanig aan de zijkanten bij dat je een subtiel, verticaal staartje overhoudt. Check voordat je gaat vissen altijd even hoe de shad zich in het water gedraagt wanneer je hier actie aan geeft. Een mooie wobble is een voorwaarde voor succes. Hanteer daarom een vast tempo met hele kleine bewegingen van de hengeltop zodat je automatisch het juiste ritme te pakken hebt.”

VARIATIE IN PRESENTATIE

Hoewel het principe van mid-strolling is dat je het kunstaas in het midden van de waterkolom presenteert, kun je hier uiteraard ook van afwijken. Ward: “In plaats van op half water, kun je ook ietsje ‘valsspelen’ en nabij de bodem starten. Na de worp wacht je tot de lijn slap valt, om het kunstaas daarna op te starten. Door te variëren met de inhaalsnelheid kun je verschillende waterlagen bevissen. En heb je het idee dat je wellicht te snel hebt gedraaid en te hoog zit? Laat de shad dan weer wat zakken door een pauze in te lassen. Zorg dat je de lijn hierbij strak houdt, want dit zweefmoment is – net als bij klassiek jiggen – vaak goed voor een aanbeet.”

‘Laat de soft plastic subtiel kantelen in plaats van deze grof omhoog te trekken’

De vorm van de jigkop, het profiel van de soft plastic en de animatie met de hengeltop maken dat het kunstaas telkens heen en weer kantelt.

MATERIAAL

Hengel: lengte van 1.80 tot 2.10 meter met een zachte top en een snaarstrakke blank
Molen: 1000 tot 2000 formaat
Hoofdlijn: 10/00 tot 14/00 gevlochten lijn
Voorslag: 20/00 tot 28/00 fluorocarbon
Jigkop: 1 tot omstreeks 5 gram, afhankelijk van diepte en stroming
Soft plastic: slank, visvormig, met een pintail of v-staart

FINESSE TECHNIEK
De straffe wind trekt verder aan en maakt vissen nabij het grote, open water ietwat lastig. “Een oplossing is om de polsbewegingen extra aan te zetten, zodat de shad – ondanks de bocht in de lijn – toch goed in beweging komt. Maar we kunnen ook verkassen richting het stadshart. Daar staan we wat meer beschut”, overweegt Ward. Na kort beraad met zoonlief zetten ze koers richting het winkelcentrum. “Onder deze galerij die het water overspant moet zeker en vast snoekbaars liggen”, zegt Leo in onvervalst Vlaams. Om zijn shad onder de bebouwing te mikken, draait hij met een korte opslag eerst twee rondjes. De aldus opgebouwde energie wordt vervolgens omgezet in een strakke worp die het kunstaas de duisternis in katapulteert. Dankzij het lichte jigkopje stuitert het shadje een paar keer op het wateroppervlak, wat in extra werpafstand resulteert. Een paar worpen later is het vlak voor zijn voeten raak. “Eerst zag ik mijn shadje tevoorschijn komen, waarna daar een snoekbaars overheen klapte. Dat was echt cool!”

OBSTAKELVRIJ VISSEN
Nu we intussen al een poosje bezig zijn valt het op dat beide heren nog geen shadje hebben verspeeld. Als er een greep in de tackle box wordt gedaan is dit enkel om een wat lichter of zwaarder jigkopje plus softbait te pakken. “Met mid-strolling zit je niet veel vast. Dat is ook niet zo verwonderlijk aangezien je een stuk boven de bodem vist. Van eventueel aanwezige obstakels heb je dus vrijwel geen last

Geef vanuit de pols kleine, subtiele tikjes zodat de hengeltop omstreeks vijf tot tien centimeter uitslaat en de shad mooi heen en weer wiebelt

Met een geplaatste worp belandt de soft plastic precies in een hoekje van het kanaal. Na het kunstaas richting de bodem te hebben laten zakken, klapt Leo de beugel van zijn molentje resoluut dicht en begint de pols van de hand waarmee hij de hengel losjes vasthoudt te schudden. De soepele hengeltop veert vrijwel continu heen en weer op het ritme van zijn polsbewegingen. De lijn die richting het topoog gaat doet dit daarom kronkelend, afwisselend in grote en kleinere ‘golven’. In een constant, doch langzaam tempo beweegt de shad door het water. “Met iedere tik van de top wiebelt die heen en weer en ‘flankt’ het kunstaas”, licht Leo de techniek toe. In opperste concentratie vist hij de shad tot vlak voor zijn voeten. “Ook daar kun je nog een aanbeet krijgen, dus blijf scherp tot aan het eind van iedere worp.”

WIEBELEN EN KANTELEN
Het ziet er wellicht wat vreemd en vermoeiend uit, maar dat is het volgens zijn vader Ward zeker niet. “Kost het moeite, dan trek je te veel aan de hengel en ben je verkeerd bezig. Bij het mid-strolling moet je de draad als het ware laten dansen. Zorg daarom voor een klein beetje ‘slack’ – een snaarstrakke lijn biedt te weinig bewegingsvrijheid om de juiste actie aan het kunstaas te kunnen geven. De shad moet heen en weer wiebelen, waarbij deze telkens de andere kant op kantelt. Dat is essentieel, want de smalle en langgerekte soft plastic heeft geen schoepstaart die voor trillingen zorgt.” De shad is (vaak) wel voorzien van twee kleuren. “Bij het kantelen valt er afwisselend licht op de boven- en onderkant. Door het contrast tussen de twee verschillende tinten krijg je een soort flash-effect zodat de shad beter opvalt. Het lijkt net een knipperlicht, waardoor het kunstaas van ver opvalt.”

LANGZAAM, MAAR GERICHT
Intussen is Leo al verkast en een stukje verderop bezig. “Je vist met deze finesse techniek – de jigkopjes zitten in de range van omstreeks 0,9 tot 3,5 gram – behoorlijk langzaam, dus hebt eigenlijk geen tijd om op iedere stek talloze worpen te maken. Het is meer een kwestie van heel gericht vissen, dan lukraak her en der je kunstaas presenteren.” Dat de shad hierbij rondom het midden van de waterkolom wordt aangeboden betekent niet dat je vis die zich bij de bodem ophoudt overslaat. Ward: “Een roofvis komt heus wel naar boven om het kunstaas te pakken. Die heeft echt geen enkele moeite om een meter – of zelfs nog wat meer – omhoog te komen als-ie een mogelijke prooi voorbij ziet zwemmen. Zeker niet als-ie on fire is en ‘aan’ staat.” Dat blijkt wel als even later een dapper snoekbaarsje de lange slug op het 1,8 grams jigkopje naar binnen klapt.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm