DE FRITS JANSEN-METHODE 

TEKST: MARK PIJNAPPELS > FOTOGRAFIE: SANDER BOER > ILLUSTRATIE: EMIEL VAN DIJK

Elk jaar vangt Frits Jansen (68) honderden karpers. Dat doet hij met twee drijvertjes als ‘penmontage’, alternatief haakaas en een uitgekiende voerstrategie. Om te ontdekken wat dit systeem zo bijzonder maakt trokken we een ochtend langs park- en cultuurwater met de man die het drijvertjes-systeem mede ontwikkelde.

Prik de
haakpunt in het
midden van de
frikandel en draai
de haak recht.

frikandel BEVESTIGEN

DEEGRECEPT

Deeg is een karperlekkernij die tegenwoordig nauwelijks nog wordt gebruikt. Dat was vroeger wel anders. “Sla de boeken van Rini Groothuis er maar op na”, zegt Frits. “Die ving prima met deeg. In de tussentijd is er veel veranderd in het karpervissen, maar deze klassieker werkt nog altijd prima. En het kost je de kop niet: voor € 2,45 heb je ongeveer 1,2 kilo deeg.”

Het recept van Frits bestaat uit twee blikken paté kattenvoer (800 gram) en één pak paneermeel (400 gram). “Die verhouding zorgt voor een deeg dat niet te stevig, maar ook niet te zacht is. Gooi alles bij elkaar en kneed de boel goed tot een mooie bal. Qua smaken kattenvoer is er ruime keuze, maar in vangkracht ik heb geen verschil gemerkt.”

Frits
kneedt het deeg tot het formaat van een pruim. Dan duwt hij de haak er van boven in en sluit hij de bal.

DEEG BEVESTIGEN

ZAAIEN EN OOGSTEN
Struinen met de penhengel doet Frits altijd goed voorbereid. “Enkele voerbeurten helpen enorm qua vangsten. Een beproefde methode is drie dagen lang deegballetjes voorvoeren. Verspreid over de stekken die ik op het oog heb gaan er elke dag zo’n veertig balletjes deeg te water. Voer gerust iets meer verspreid om zoveel mogelijk karpers te interesseren. Het idee achter deze strategie is gewenning en vertrouwen: ze komen overal veilige deegballen tegen”, legt Frits uit terwijl hij een verse portie deeg klaarmaakt. Op de visdag zelf – bij voorkeur in de ochtendschemering – voorziet hij tien tot vijftien stekjes gericht van voer. “Die vis ik systematisch af en daarna doe ik het rondje nog eens”, zegt de pensionado. “Dit opbouwen van stekken vergt wel wat voorbereiding en tijd, maar levert goede vangsten op. Na een paar dagen vissen op dit water schakel ik over naar een ander water en herhaal ik hetzelfde principe.”

GEOLIEDE MACHINE
Acht stekjes verder eindigen we bij het startpunt, waarna we een deel van de ronde opnieuw lopen. Dat levert – naast twee brasems – snel resultaat op zodra we terug zijn bij de ‘frikandellenvijver’. Op het tweede voerplekje is het daar binnen een minuut al raak. Met in totaal drie mooie schubkarpers ronden we deze ochtendsessie af. “Je ziet dat het systeem met drijvertjes uitstekend werkt. Zeker in combinatie met een mobiele aanpak en gericht voorvoeren vormt het een gouden combinatie”, zegt Frits tevreden. Dat er nog meer in het vat zit, blijkt uit een appje dat hij twee dagen later stuurt: “Gisteren had ik er zeven, straks ga ik het weer even proberen.”

FRIKANDELLENBRIE
De volgende stek die we aandoen is hemelsbreed zo’n honderd meter verder. Daar ligt een duiker die de sloot waar we zojuist stonden verbindt met een vijver. “Dit zijn vaak jaarrond goede stekken, maar hier pieken de vangsten steevast richting het najaar en in de winter. Vanwege de doorspoeling van het systeem is de bodem hier wat meer uitgesleten en ’s winters houden karpers zich ook op in de ondergrondse buizen”, tipt de Rotterdammer. We vissen systematisch de verschillende voerplekjes af die hij vanmorgen heeft gemaakt. “Ik geef elk plekje minimaal vijf en maximaal tien minuten de tijd. Zie ik dan nog steeds geen activiteit? Dan ga ik verder. Uren op één plek wachten is er niet bij. De karpers moeten al op de stek rondzwemmen en binnen enkele minuten het haakaas pakken.” Het blijft stil op deze plek, dus verkast Frits weer. Maar niet voordat er nog een schepje voermix – zogenaamde ‘frikandellenbrie’; een particlemix met legkorrels voor kippen en stukjes frikandel – op de stek te water gaat.

KILOKNALLER
Op de volgende stek wisselt Frits van haakaas. “Op deze vijver heb ik met stukjes frikandel gevoerd. Dus dat zet ik nu ook op de haak. Vroeger gebruikte ik soms smac, maar de prijs daarvan is enorm gestegen. Een kilo frikandellen kost om en nabij slechts een vijfde van wat je voor smac betaalt en vangt net zo goed”, zegt de prijsbewuste karpervisser. “Daarnaast gebruik ik graag kattenbrokjes uit blik als haakaas, al vraagt dat wel om een kleinere haak. Ook met kikkererwten of pinda’s vang je trouwens goed karper”, tipt hij tot slot. Het snelle wisselschema levert bij de vijver niets op, maar bij de volgende sloot werpt de actieve aanpak direct zijn vruchten af. Vlak voor een duiker is het raak. De witte drijvertjes – die kleur is het beste zichtbaar, ook in troebel water – lopen vlotjes weg en na een korte dril ligt er een mooie vis in het net. Frits mag wederom poseren met een fraai gekleurde schubkarper.

De minimalistische opzet zorgt voor weinig weerstand.

DRIJVERSYSTEEM
De hoofddrijvers die Frits gebruikt hebben een draagvermogen van 0,2 tot 0,5 gram. Waar deze oorspronkelijk van hout waren gemaakt, fabriceert Johan Boer ze nu met biologisch afbreekbaar PLA en een 3D-printer. Dit systeem is echter ook eenvoudig zelf te maken met oude, kapotte dobbers. Ouderwetse baarsdrijvertjes, bijvoorbeeld als back-up volger, zijn nog in hengelsportzaken te koop. Voor meer informatie over de drijvertjes ga je naar www.karperidee.nl.

Soms schuift de montage
door azende vis in een kuiltje
en verdwijnt de drijver uit beeld. Ook bladeren of drijfvuil kunnen hem soms verbergen. Dan kijk je naar de back-up, die zo’n veertig centimeter hoger zit.

Liplezend begrijpen we dat er op de stek een vis aast. In een flits trekt Frits de hengel omhoog, maar hij slaat een gat in de lucht. “Mis, maar ze zitten er nog hoor”, zegt hij grijnzend terwijl hij naar zijn fiets loopt. De fietstassen dienen als mobiele tacklebox en bevatten voer, aas en materiaal. Hij pakt een pluk deeg uit de zak en drukt zijn haak in de verse bal. “Mijn hoofddrijvertje kon ik net niet meer zien, dus keek ik naar de volger. Soms schuift de montage door azende vis in een kuiltje en verdwijnt de drijver uit beeld. Ook bladeren of drijfvuil kunnen hem soms verbergen. Dan kijk je naar de back-up, die zo’n veertig centimeter hoger zit. Dit systeem heeft ook iets nostalgisch: het doet me denken aan vroeger, toen we met een rijtje drijvertjes op baars visten.”

SUCCES IN HERKANSING
De karpercrack van het eerste uur gunt de stek nog een laatste kans. Nauwelijks een minuut na het opnieuw inleggen loopt de hoofddrijver resoluut schuin weg. Met een flinke tik zet Frits de haak, waarna de hengel direct diep doorbuigt en er een boeggolf over het wateroppervlak rolt. “Ja, dit is een karper hoor”, zegt hij tevreden. “Ik laat de vis het werk doen en trek niet te hard aan mijn 1,5 lbs hengel. Hoe meer druk je zet, des te feller de vis terugvecht.” Met opvallend gemak dirigeert hij de schubkarper naar het schepnet. “Kijk eens hoe gretig deze vis de deegbal naar binnen heeft gezogen”, wijst hij aan wanneer de schub op de onthaakmat ligt. “De haak zit muurvast, maar omdat ik zonder weerhaak vis heb ik die ook zo weer los”, voegt hij de daad bij het woord. Na een snelle vangstfoto strooit Frits nog wat voer op de stek, waarna we verkassen naar de volgende plek. “Hier komen we later terug, want er ligt meer vis. Maar op deze stek is het nu wel even gedaan met de rust.”

Een subtiele montage zonder de klassieke karperpen, maar met twee drijvertjes als beetindicator. Het idee kwam uit de koker van karpervisser Johan Boer en werd op basis van Frits zijn ervaring verder verfijnd. De montage die zij bedachten is iets waar de inner circle van het struin- en penvissen niet over uitgepraat raakt: de Frits Jansen-methode. In de ochtendschemering verschijnt aan het parkwater het silhouet van de man naar wie deze techniek is vernoemd. “In het donker heb ik al meerdere stekken aangevoerd. Zullen we direct beginnen?”, stelt Frits na de kennismaking enthousiast voor.

HOOFDDRIJVER
Bij een brede sloot zet Frits zijn drie meter lange hengel in elkaar en laat hij het systeem zien. “Ongeveer dertig centimeter boven de haak heb ik een verzwaring op de 22/00 nylon hoofdlijn geknepen. Die rust op de bodem, waardoor het laatste stukje lijn mooi plat ligt. Vanaf de knijphagel loopt de lijn net als bij een penmontage omhoog. Maar in plaats van een dobber heb ik een langwerpige drijver op de lijn geklemd”, legt de Rotterdammer uit terwijl hij de montage op een meter uit de kant subtiel inlegt. “Kijk naar de speciaal ontworpen drijver. Die zinkt op het gewicht van de verzwaring en peil ik twee tot drie centimeter onder het oppervlak uit. Voor de beetindicatie houd ik vooral deze onderwaterdrijver in de gaten”, fluistert hij. Dat er vis ligt, wordt meteen duidelijk: de drijver trilt en de spanning stijgt. “Gerommel met het aas zie je zo veel beter dan met een traditionele karperpen. Zuigt een karper het haakaas naar binnen, dan schiet het drijvertje als bij een opsteker omhoog en kun je direct de haak zetten. Met dit systeem vis je enorm scherp. Dat is ideaal op wateren met veel hengeldruk, maar ook in de winter wanneer de vissen traag azen”, tipt Frits

BACK-UP VERKLIKKER
Om de karpers niet te verstoren doen de fotograaf en ik een paar stappen achteruit. Frits staat roerloos stil, zijn blik op de stek gericht. Met een subtiele handbeweging maakt hij duidelijk dat er iets gebeurt.

DE FRITS JANSEN-METHODE 

Elk jaar vangt Frits Jansen (68) honderden karpers. Dat doet hij met twee drijvertjes als ‘penmontage’, alternatief haakaas en een uitgekiende voerstrategie. Om te ontdekken wat dit systeem zo bijzonder maakt trokken we een ochtend langs park- en cultuurwater met de man die het drijvertjes-systeem mede ontwikkelde.

TEKST: MARK PIJNAPPELS > FOTOGRAFIE: SANDER BOER > ILLUSTRATIE: EMIEL VAN DIJK

Prik de
haakpunt in het
midden van de
frikandel en draai
de haak recht.

frikandel BEVESTIGEN

ZAAIEN EN OOGSTEN
Struinen met de penhengel doet Frits altijd goed voorbereid. “Enkele voerbeurten helpen enorm qua vangsten. Een beproefde methode is drie dagen lang deegballetjes voorvoeren. Verspreid over de stekken die ik op het oog heb gaan er elke dag zo’n veertig balletjes deeg te water. Voer gerust iets meer verspreid om zoveel mogelijk karpers te interesseren. Het idee achter deze strategie is gewenning en vertrouwen: ze komen overal veilige deegballen tegen”, legt Frits uit terwijl hij een verse portie deeg klaarmaakt. Op de visdag zelf – bij voorkeur in de ochtendschemering – voorziet hij tien tot vijftien stekjes gericht van voer. “Die vis ik systematisch af en daarna doe ik het rondje nog eens”, zegt de pensionado. “Dit opbouwen van stekken vergt wel wat voorbereiding en tijd, maar levert goede vangsten op. Na een paar dagen vissen op dit water schakel ik over naar een ander water en herhaal ik hetzelfde principe.”

GEOLIEDE MACHINE
Acht stekjes verder eindigen we bij het startpunt, waarna we een deel van de ronde opnieuw lopen. Dat levert – naast twee brasems – snel resultaat op zodra we terug zijn bij de ‘frikandellenvijver’. Op het tweede voerplekje is het daar binnen een minuut al raak. Met in totaal drie mooie schubkarpers ronden we deze ochtendsessie af. “Je ziet dat het systeem met drijvertjes uitstekend werkt. Zeker in combinatie met een mobiele aanpak en gericht voorvoeren vormt het een gouden combinatie”, zegt Frits tevreden. Dat er nog meer in het vat zit, blijkt uit een appje dat hij twee dagen later stuurt: “Gisteren had ik er zeven, straks ga ik het weer even proberen.”

DEEGRECEPT

Deeg is een karperlekkernij die tegenwoordig nauwelijks nog wordt gebruikt. Dat was vroeger wel anders. “Sla de boeken van Rini Groothuis er maar op na”, zegt Frits. “Die ving prima met deeg. In de tussentijd is er veel veranderd in het karpervissen, maar deze klassieker werkt nog altijd prima. En het kost je de kop niet: voor € 2,45 heb je ongeveer 1,2 kilo deeg.”

Het recept van Frits bestaat uit twee blikken paté kattenvoer (800 gram) en één pak paneermeel (400 gram). “Die verhouding zorgt voor een deeg dat niet te stevig, maar ook niet te zacht is. Gooi alles bij elkaar en kneed de boel goed tot een mooie bal. Qua smaken kattenvoer is er ruime keuze, maar in vangkracht ik heb geen verschil gemerkt.”

Frits
kneedt het deeg tot het formaat van een pruim. Dan duwt hij de haak er van boven in en sluit hij de bal.

DEEG BEVESTIGEN

FRIKANDELLENBRIE
De volgende stek die we aandoen is hemelsbreed zo’n honderd meter verder. Daar ligt een duiker die de sloot waar we zojuist stonden verbindt met een vijver. “Dit zijn vaak jaarrond goede stekken, maar hier pieken de vangsten steevast richting het najaar en in de winter. Vanwege de doorspoeling van het systeem is de bodem hier wat meer uitgesleten en ’s winters houden karpers zich ook op in de ondergrondse buizen”, tipt de Rotterdammer. We vissen systematisch de verschillende voerplekjes af die hij vanmorgen heeft gemaakt. “Ik geef elk plekje minimaal vijf en maximaal tien minuten de tijd. Zie ik dan nog steeds geen activiteit? Dan ga ik verder. Uren op één plek wachten is er niet bij. De karpers moeten al op de stek rondzwemmen en binnen enkele minuten het haakaas pakken.” Het blijft stil op deze plek, dus verkast Frits weer. Maar niet voordat er nog een schepje voermix – zogenaamde ‘frikandellenbrie’; een particlemix met legkorrels voor kippen en stukjes frikandel – op de stek te water gaat.

KILOKNALLER
Op de volgende stek wisselt Frits van haakaas. “Op deze vijver heb ik met stukjes frikandel gevoerd. Dus dat zet ik nu ook op de haak. Vroeger gebruikte ik soms smac, maar de prijs daarvan is enorm gestegen. Een kilo frikandellen kost om en nabij slechts een vijfde van wat je voor smac betaalt en vangt net zo goed”, zegt de prijsbewuste karpervisser. “Daarnaast gebruik ik graag kattenbrokjes uit blik als haakaas, al vraagt dat wel om een kleinere haak. Ook met kikkererwten of pinda’s vang je trouwens goed karper”, tipt hij tot slot. Het snelle wisselschema levert bij de vijver niets op, maar bij de volgende sloot werpt de actieve aanpak direct zijn vruchten af. Vlak voor een duiker is het raak. De witte drijvertjes – die kleur is het beste zichtbaar, ook in troebel water – lopen vlotjes weg en na een korte dril ligt er een mooie vis in het net. Frits mag wederom poseren met een fraai gekleurde schubkarper.

De minimalistische opzet zorgt voor weinig weerstand.

DRIJVERSYSTEEM
De hoofddrijvers die Frits gebruikt hebben een draagvermogen van 0,2 tot 0,5 gram. Waar deze oorspronkelijk van hout waren gemaakt, fabriceert Johan Boer ze nu met biologisch afbreekbaar PLA en een 3D-printer. Dit systeem is echter ook eenvoudig zelf te maken met oude, kapotte dobbers. Ouderwetse baarsdrijvertjes, bijvoorbeeld als back-up volger, zijn nog in hengelsportzaken te koop. Voor meer informatie over de drijvertjes ga je naar www.karperidee.nl.

Soms schuift de montage
door azende vis in een kuiltje
en verdwijnt de drijver uit beeld. Ook bladeren of drijfvuil kunnen hem soms verbergen. Dan kijk je naar de back-up, die zo’n veertig centimeter hoger zit.

Liplezend begrijpen we dat er op de stek een vis aast. In een flits trekt Frits de hengel omhoog, maar hij slaat een gat in de lucht. “Mis, maar ze zitten er nog hoor”, zegt hij grijnzend terwijl hij naar zijn fiets loopt. De fietstassen dienen als mobiele tacklebox en bevatten voer, aas en materiaal. Hij pakt een pluk deeg uit de zak en drukt zijn haak in de verse bal. “Mijn hoofddrijvertje kon ik net niet meer zien, dus keek ik naar de volger. Soms schuift de montage door azende vis in een kuiltje en verdwijnt de drijver uit beeld. Ook bladeren of drijfvuil kunnen hem soms verbergen. Dan kijk je naar de back-up, die zo’n veertig centimeter hoger zit. Dit systeem heeft ook iets nostalgisch: het doet me denken aan vroeger, toen we met een rijtje drijvertjes op baars visten.”

SUCCES IN HERKANSING
De karpercrack van het eerste uur gunt de stek nog een laatste kans. Nauwelijks een minuut na het opnieuw inleggen loopt de hoofddrijver resoluut schuin weg. Met een flinke tik zet Frits de haak, waarna de hengel direct diep doorbuigt en er een boeggolf over het wateroppervlak rolt. “Ja, dit is een karper hoor”, zegt hij tevreden. “Ik laat de vis het werk doen en trek niet te hard aan mijn 1,5 lbs hengel. Hoe meer druk je zet, des te feller de vis terugvecht.” Met opvallend gemak dirigeert hij de schubkarper naar het schepnet. “Kijk eens hoe gretig deze vis de deegbal naar binnen heeft gezogen”, wijst hij aan wanneer de schub op de onthaakmat ligt. “De haak zit muurvast, maar omdat ik zonder weerhaak vis heb ik die ook zo weer los”, voegt hij de daad bij het woord. Na een snelle vangstfoto strooit Frits nog wat voer op de stek, waarna we verkassen naar de volgende plek. “Hier komen we later terug, want er ligt meer vis. Maar op deze stek is het nu wel even gedaan met de rust.”

Een subtiele montage zonder de klassieke karperpen, maar met twee drijvertjes als beetindicator. Het idee kwam uit de koker van karpervisser Johan Boer en werd op basis van Frits zijn ervaring verder verfijnd. De montage die zij bedachten is iets waar de inner circle van het struin- en penvissen niet over uitgepraat raakt: de Frits Jansen-methode. In de ochtendschemering verschijnt aan het parkwater het silhouet van de man naar wie deze techniek is vernoemd. “In het donker heb ik al meerdere stekken aangevoerd. Zullen we direct beginnen?”, stelt Frits na de kennismaking enthousiast voor.

HOOFDDRIJVER
Bij een brede sloot zet Frits zijn drie meter lange hengel in elkaar en laat hij het systeem zien. “Ongeveer dertig centimeter boven de haak heb ik een verzwaring op de 22/00 nylon hoofdlijn geknepen. Die rust op de bodem, waardoor het laatste stukje lijn mooi plat ligt. Vanaf de knijphagel loopt de lijn net als bij een penmontage omhoog. Maar in plaats van een dobber heb ik een langwerpige drijver op de lijn geklemd”, legt de Rotterdammer uit terwijl hij de montage op een meter uit de kant subtiel inlegt. “Kijk naar de speciaal ontworpen drijver. Die zinkt op het gewicht van de verzwaring en peil ik twee tot drie centimeter onder het oppervlak uit. Voor de beetindicatie houd ik vooral deze onderwaterdrijver in de gaten”, fluistert hij. Dat er vis ligt, wordt meteen duidelijk: de drijver trilt en de spanning stijgt. “Gerommel met het aas zie je zo veel beter dan met een traditionele karperpen. Zuigt een karper het haakaas naar binnen, dan schiet het drijvertje als bij een opsteker omhoog en kun je direct de haak zetten. Met dit systeem vis je enorm scherp. Dat is ideaal op wateren met veel hengeldruk, maar ook in de winter wanneer de vissen traag azen”, tipt Frits

BACK-UP VERKLIKKER
Om de karpers niet te verstoren doen de fotograaf en ik een paar stappen achteruit. Frits staat roerloos stil, zijn blik op de stek gericht. Met een subtiele handbeweging maakt hij duidelijk dat er iets gebeurt.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm