wist je dat

GASBELLEN EN VISSENSCHETEN

Luchtbelletjes die uit de diepte opborrelen en aan het wateroppervlak uiteenspatten trekken haast vanzelf de aandacht van sportvissers. Maar zijn dit signalen van 
vis of zijn deze belletjes afkomstig uit de bodem? 
TEKST: NIELS BREVÉ > BEELD: JELGER HERDER 

Wie op een zomerse dag langs een singel of gracht loopt, ziet soms ineens ergens een ‘plukje’ belletjes aan het wateroppervlak verschijnen. Vaak betreft dit opborrelend methaan. Dit is een broeikasgas wat ontstaat doordat zogenoemde ‘hydrolytische’ bacteriën organisch materiaal (bijvoorbeeld bladeren) in de bodem afbreken tot vetzuren en suikers. Andere bacteriën maken daar weer azijnzuur, waterstof en CO₂ van, waarna ‘oerbacteriën’ die stoffen vervolgens omzetten in methaan.

GAS OPWOELEN
Vissen produceren geen methaan, maar kunnen er indirect wel voor zorgen dat dit gas vrijkomt. Vooral soorten zoals karper en brasem dragen daaraan bij als ze op zoek naar voedsel in de modder wroeten. Daarbij ‘boren’ ze met enige regelmaat ook methaanophopingen aan, waardoor het gas uit de bodem ontsnapt en zichtbaar wordt in de vorm van bellen. Ook grotere vissen zoals snoekbaars – die met krachtige zwembewegingen vlakbij de bodem jaagt – kunnen ervoor zorgen dat methaan vrijkomt en als belletjes aan het oppervlak verschijnt.

VISSENSCHEETJES
Zouden de genoemde belletjes ook ‘vissenscheten’ kunnen zijn? Theoretisch wel, want er zijn soorten die soms scheten laten. De grote modderkruiper – een zeer zeldzame soort die vooral voorkomt in poldersystemen – kan bijvoorbeeld lucht uit zijn darm kwijtraken via de anus. De haring kan dit ook, waarbij deze hoorbare tikgeluiden (Fast Repetitive Ticks, FRTs) binnen scholen als communicatiesignaal dienen. Ook bepaalde exotische meervalsoorten laten regelmatig een windje, maar die vissen zul je in Nederland niet aantreffen.

OPEN EN GESLOTEN
Scheten van vissen ontstaan zodra ze gas uit hun zwemblaas laten ontsnappen om hun drijfvermogen te reguleren. Er zijn twee typen zwemblaas: physostome vissen hebben een open verbinding tussen de zwemblaas en de slokdarm, en zijn daardoor in staat om lucht in te slikken en weer uit te blazen via de mond of anus. Physoclisten hebben een gesloten systeem en regelen de gasinhoud van de zwemblaas via het bloed. Vissen die belletjes uit de bek laten ontsnappen – zoals je vaak ziet in stripverhalen of cartoons – zijn in de praktijk heel zeldzaam.

WARME ZOMERDAGEN
Kortom: er zijn maar enkele vissoorten die scheten kunnen laten. Meestal zijn de opborrelende belletjes die je aan het wateroppervlak ziet dus ontsnappend gas. Daar kunnen bepaalde bodemwoelende vissoorten een rol bij spelen, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Vooral in ondiep water met veel organisch materiaal (zoals bladeren, plantenresten en rioolslib) kan op warme zomerdagen – wanneer het metabolisme van bacteriën versnelt en de methaanproductie piekt – gas dat zit opgehoopt in holtes in de modderlaag spontaan opborrelen.

GASBELLEN EN VISSENSCHETEN

wist je dat

Luchtbelletjes die uit de diepte opborrelen en aan het wateroppervlak uiteenspatten trekken haast vanzelf de aandacht van sportvissers. Maar zijn dit signalen van vis of zijn deze belletjes afkomstig uit de bodem? 
TEKST: NIELS BREVÉ > BEELD: JELGER HERDER 

Wie op een zomerse dag langs een singel of gracht loopt, ziet soms ineens ergens een ‘plukje’ belletjes aan het wateroppervlak verschijnen. Vaak betreft dit opborrelend methaan. Dit is een broeikasgas wat ontstaat doordat zogenoemde ‘hydrolytische’ bacteriën organisch materiaal (bijvoorbeeld bladeren) in de bodem afbreken tot vetzuren en suikers. Andere bacteriën maken daar weer azijnzuur, waterstof en CO₂ van, waarna ‘oerbacteriën’ die stoffen vervolgens omzetten in methaan.

GAS OPWOELEN
Vissen produceren geen methaan, maar kunnen er indirect wel voor zorgen dat dit gas vrijkomt. Vooral soorten zoals karper en brasem dragen daaraan bij als ze op zoek naar voedsel in de modder wroeten. Daarbij ‘boren’ ze met enige regelmaat ook methaanophopingen aan, waardoor het gas uit de bodem ontsnapt en zichtbaar wordt in de vorm van bellen. Ook grotere vissen zoals snoekbaars – die met krachtige zwembewegingen vlakbij de bodem jaagt – kunnen ervoor zorgen dat methaan vrijkomt en als belletjes aan het oppervlak verschijnt.

VISSENSCHEETJES
Zouden de genoemde belletjes ook ‘vissenscheten’ kunnen zijn? Theoretisch wel, want er zijn soorten die soms scheten laten. De grote modderkruiper – een zeer zeldzame soort die vooral voorkomt in poldersystemen – kan bijvoorbeeld lucht uit zijn darm kwijtraken via de anus. De haring kan dit ook, waarbij deze hoorbare tikgeluiden (Fast Repetitive Ticks, FRTs) binnen scholen als communicatiesignaal dienen. Ook bepaalde exotische meervalsoorten laten regelmatig een windje, maar die vissen zul je in Nederland niet aantreffen.

OPEN EN GESLOTEN
Scheten van vissen ontstaan zodra ze gas uit hun zwemblaas laten ontsnappen om hun drijfvermogen te reguleren. Er zijn twee typen zwemblaas: physostome vissen hebben een open verbinding tussen de zwemblaas en de slokdarm, en zijn daardoor in staat om lucht in te slikken en weer uit te blazen via de mond of anus. Physoclisten hebben een gesloten systeem en regelen de gasinhoud van de zwemblaas via het bloed. Vissen die belletjes uit de bek laten ontsnappen – zoals je vaak ziet in stripverhalen of cartoons – zijn in de praktijk heel zeldzaam.

WARME ZOMERDAGEN
Kortom: er zijn maar enkele vissoorten die scheten kunnen laten. Meestal zijn de opborrelende belletjes die je aan het wateroppervlak ziet dus ontsnappend gas. Daar kunnen bepaalde bodemwoelende vissoorten een rol bij spelen, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Vooral in ondiep water met veel organisch materiaal (zoals bladeren, plantenresten en rioolslib) kan op warme zomerdagen – wanneer het metabolisme van bacteriën versnelt en de methaanproductie piekt – gas dat zit opgehoopt in holtes in de modderlaag spontaan opborrelen.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm