
De korf is
gevuld met maden en wordt afgetopt met een klein beetje voer met daarin wat hennep en casters.



Feedervissen met
geplakte maden
PLAKKEN MAAR!




3
Spreid de maden vervolgens uit op een droge theedoek.

2
Giet het water met daarin de maden door een zeef.


9
Zo heb je een soort madenkoek waar je stukjes van af kunt plukken om de korf mee te vullen.

6
Neem een kopje van 200ml, vul dit voor twee derde met Stabilix en verdeel dit goed over de maden.

7
Vul het kopje voor een derde met Arabic gom en verdeel dit ook over de maden. Zorg dat alle maden goed met een wit laagje bedekt zijn.

5
Giet de maden in een ruime voerbak.

8
Voeg vervolgens in kleine stapjes enkele druppels water toe. Doe dit met je handen/vingers (niet met een plantenspuit, want dan worden ze snel veel te nat!) en net zolang totdat de maden goed aan elkaar beginnen te kleven. Als je er een stevig balletje van kunt maken, zit je goed.

4
Vouw de theedoek met de punten naar elkaar toe samen en druk deze voorzichtig aan. De theedoek absorbeert het meeste vocht, maar dep de maden indien nodig hier nog even mee na.

1
Neem 1,5 liter maden, overgiet die met water en meng alles goed.

Voordat je maden gaat plakken, moet je zorgen dat deze goed schoon zijn. Hoe schoner de maden, des te beter de madenplak ‘grip’ kan krijgen en de boel aan elkaar plakt. Juul gebruikt daarom een zeef, speciale madenreiniger en water om de maden klaar te maken voor het plakproces.
STAPPENPLAN MADEN PLAKKEN

DRIE TOPTIPS
Peil je stek goed uit en zoek naar fijn grind op de bodem.
Zorg voor verse en schone maden, dat plakt een stuk beter en gemakkelijker.
Vis niet te licht: de voerkorf mag op de stek maximaal 2 of 3 keer rollen.
meer over maden
Barbeel kun je uiteraard ook met andere aassoorten vangen (bijvoorbeeld kaas of pellets), maar maden werken volgens Juul soms duidelijk beter. “Vooral in de (na)zomer en het begin van de herfst kan het vissen met maden heel effectief zijn. In die periode staat het water vaak laag, is dit doorgaans behoorlijk helder en gaat het met pellets in de regel vrij moeizaam. Met natuurlijk voedsel zoals maden lukt het vaak wel om de barbeel te verleiden toe te happen.”
Voeren en vissen met geplakte maden betekent dat er op een dag aardig wat wriemelaars doorheen kunnen gaan. “Mijn advies is om te beginnen met minimaal één liter maden. In deze ochtendsessie heb ik in enkele uren tijd al ruim anderhalve liter maden gebruikt. Het is dus zaak om genoeg voer en aas bij je te hebben voor als het echt goed loopt.” Zit er meer witvis op de stek? Dan kun je ervoor kiezen om kleinere hoeveelheden maden in de korf te doen (50%) en die voor de rest te vullen met hennep en casters. “Dan heb je ook zeker 1 liter casters en 1 liter hennep nodig”, tipt Juul.


‘Door maden te plakken creëer je een gedekte tafel: de maden blijven langer in de korf zitten en spoelen niet gelijk tientallen meters stroomafwaarts’
BARBEEL OP HET SPOOR
Na anderhalf uur vissen volgt een typische barbeelaanbeet. De feedertop stuitert even, veert plotsklaps recht en blijft vervolgens goed krom staan als Juul de hengel oppakt. De vis blijft in eerste instantie wat mokken bij de bodem, maar na een paar minuten lijn geven en nemen kan Juul de eerste barbeel in het net dirigeren. Een mooie hoge vijftiger mag even voor de camera poseren. Twee worpen later krijgt hij een identieke aanbeet en is barbeel nummer twee een feit. Deze is met ruim zestig centimeter net een slagje groter. “Het lijkt erop dat een groepje barbelen het voerspoor heeft gevonden. Dat is mooi, maar ik ga mijn montage wel iets aanpassen. Dit aangezien de korf toch een paar keer van zijn plek rolde. Daarom switch ik naar een korf van 180 gram.” Ook verlengt hij de onderlijn van 120 naar 150 cm om nog wat meer rust te creëren bij de presentatie van het aas. Dit resulteer al snel in barbeel nummer drie.
BOPPER VOL HENNEP
In de hoop op nog meer – en liefst nog wat grotere – barbelen besluit Juul de stek aan te voeren met wat extra hennep. “Daar zijn barbelen namelijk gek op.” Met een Bopper – een speciale, werpbare voerdropper voor stromend water – gaat er precies op de stek een handvol hennep te water. Juul geeft de vis vervolgens even de tijd om het voer te vinden en neemt na een korte pauze weer plaats op zijn zitkist. Het blijft even verdacht rustig, maar na tien minuten wachten trekt de top mooi krom bij een aanbeet. “Dit is duidelijk geen barbeel”, zegt Juul terwijl hij de vis met beleid naar de kant dirigeert. Hij krijgt gelijk, want even later ligt er een mooie blankvoorn in het net. Deze wordt al snel gevolgd door nog een fraai exemplaar van hetzelfde slag. Zeker geen verkeerde vissen om te vangen, maar niet precies waar Juul op had gerekend. “Waar zijn de barbelen gebleven? Die hadden de hennep inmiddels wel moeten vinden”, vraagt hij zich vertwijfeld af. Ondanks dat-ie nog een poosje doorgaat, meldt Barbus barbus zich niet meer. “Dat is een beetje jammer, maar hoort er ook bij – je kunt het niet altijd afdwingen. We hebben met een ochtend vol actie in ieder geval heerlijk gevist!”
ROBUUSTE SETUP
Een lange feederhengel is eveneens praktisch om zo min mogelijk stroomdruk op de lijn te hebben. Daarom vist Juul met een 14 ft (4.20m) lange feeder met een werpgewicht van 150 gram en een 4 oz carbon top. “Een ander voordeel van zo’n lange hengel is dat je een gehaakte vis beter uit de blokken of de taludrand kunt houden.” Als korf gebruikt hij een speciale, afgeplatte gaaskorf van 150 gram die aan één kant gesloten is. “Dit type korf kun je mooi ‘strak’ vissen omdat hij bij veel stroming goed blijft liggen – veel beter dan een zware, gesloten, plastic madenkorf die veel meer stroming pakt.” Bij deze visserij op diep en snelstromend water dient ook de molen vrij robuust te zijn. “Daarom kies ik voor een model in het 5000-formaat met een grote spoel. Daarop zit 30/00 nylon als hoofdlijn en 26/00 nylon als onderlijn, met aan die laatste een stevige haak maat 10 of 12.”
VOORTVAREND BEGIN
Deze sessie voert en vist Juul alleen met maden. Het kleine beetje voer met wat hennep en casters dient enkel om de gaaskorf mee af te toppen. Voordat de maden de korf in kunnen, moeten deze worden geprepareerd. “Zeven, schoonspoelen en dan pas plakken. Daar neem ik de tijd voor, want het is een heel secuur werkje waarbij het aankomt op de juiste verhoudingen. De hoeveelheid ‘madenlijm’ moet goed aansluiten bij de vochtigheid van de maden”, licht Juul toe (zie pagina 31 voor een stapsgewijze en gedetailleerde toelichting op dit proces). Even later toont hij een balletje geplakte maden. Daarmee vult Juul de korf, die hij aftopt met voer. Al snel melden de eerste vissen zich: blankvoorns van een mooi slag, gevolgd door een paar windes. De aanbeten volgen elkaar in een rap tempo op, waarbij opvalt dat er bij iedere vis meestal nog wat geplakte maden in de korf zitten. “Als het goed is blijven de maden zeker vijf minuten in de korf zitten. Ideaal is zeven tot acht minuten. Dan weet je zeker dat er steeds wat maden over de voerstrook heen ‘druppelen’. Samen met het voer en de hennep creëren die een mooi voerspoor.”

Met de Bopper voert Juul heel secuur hennep
bij op zijn stek.


TEKST: ARNOUT TERLOUW > FOTOGRAFIE: SANDER BOER
Veel feedervissers vullen de korf bij het vissen op de grote rivieren vaak niet met maden – die spoelen door de sterke stroming immers snel (ver) weg. Geplakte maden bieden uitkomst om óp je stek een aantrekkelijk voerspoor te creëren. Aan de Gelderse IJssel laat Juul Slabbers (27) zien hoe dat werkt.
Het is vroeg in de ochtend als we Juul treffen vlakbij het pontje van Brummen naar Bronkhorst. Daar is het op deze doordeweekse dag rustig, dus kan hij zijn stek kiezen tussen de kribben in de buitenbocht. “Hier ligt meer grind, wat de kans op barbeel vergroot. Het water staat nu ook laag zodat je prima tussen de korte kribben kunt vissen”, licht hij de stekkeuze toe. Na een paar proefworpen ontdekt hij op zo’n 28 meter afstand een mooie grindstrook van een paar meter breed. Op basis van deze informatie past hij die afstand af op zijn distance sticks, om vervolgens de lijn te clippen. “Wil je een mooi voerspoor creëren, dan is het zaak om te zorgen dat je korf telkens nauwkeurig op dezelfde vierkante meter landt. En daar vervolgens ook blijft liggen. Met de lijn in de clip, een merkteken aan de overkant en een zware voerkorf is dat geen probleem.”
LUS IS EEN PLUS
De richting waar je de korf inwerpt speelt ook een belangrijke rol. “Dat doe ik altijd schuin stroomopwaarts. Daarbij hef ik de hengel zijwaarts naar achteren voordat de clip wordt ‘geraakt’. Die houd ik in deze positie totdat de korf de bodem raakt, waarna ik de hengel op de steun leg en de stroming vervolgens de lijn op spanning brengt. Zo komt die mooi in een lus te staan. Dat heeft twee voordelen. De stroming oefent veel minder druk uit op de lijn, zodat je korf veel beter blijft liggen. Het laatste wat je wilt is dat de korf gaat rollen (en daardoor steeds ietsje dichterbij komt te liggen) en het voerspoor te breed wordt. Door die lus in de lijn heb je ook behoorlijk wat extra meters speelruimte wanneer je een sterke vis haakt. Als die er vandoor knalt, zit je niet direct tegen de clip aan. Dit verkleint de kans op lijnbreuk aanzienlijk.”
feedervissen met geplakte maden
plakken maar!

De korf is
gevuld met maden en wordt afgetopt met een klein beetje voer met daarin wat hennep en casters.








DRIE TOPTIPS
Peil je stek goed uit en zoek naar fijn grind op de bodem.
Zorg voor verse en schone maden, dat plakt een stuk beter en gemakkelijker.
Vis niet te licht: de voerkorf mag op de stek maximaal 2 of 3 keer rollen.
BARBEEL OP HET SPOOR
Na anderhalf uur vissen volgt een typische barbeelaanbeet. De feedertop stuitert even, veert plotsklaps recht en blijft vervolgens goed krom staan als Juul de hengel oppakt. De vis blijft in eerste instantie wat mokken bij de bodem, maar na een paar minuten lijn geven en nemen kan Juul de eerste barbeel in het net dirigeren. Een mooie hoge vijftiger mag even voor de camera poseren. Twee worpen later krijgt hij een identieke aanbeet en is barbeel nummer twee een feit. Deze is met ruim zestig centimeter net een slagje groter. “Het lijkt erop dat een groepje barbelen het voerspoor heeft gevonden. Dat is mooi, maar ik ga mijn montage wel iets aanpassen. Dit aangezien de korf toch een paar keer van zijn plek rolde. Daarom switch ik naar een korf van 180 gram.” Ook verlengt hij de onderlijn van 120 naar 150 cm om nog wat meer rust te creëren bij de presentatie van het aas. Dit resulteer al snel in barbeel nummer drie.
BOPPER VOL HENNEP
In de hoop op nog meer – en liefst nog wat grotere – barbelen besluit Juul de stek aan te voeren met wat extra hennep. “Daar zijn barbelen namelijk gek op.” Met een Bopper – een speciale, werpbare voerdropper voor stromend water – gaat er precies op de stek een handvol hennep te water. Juul geeft de vis vervolgens even de tijd om het voer te vinden en neemt na een korte pauze weer plaats op zijn zitkist. Het blijft even verdacht rustig, maar na tien minuten wachten trekt de top mooi krom bij een aanbeet. “Dit is duidelijk geen barbeel”, zegt Juul terwijl hij de vis met beleid naar de kant dirigeert. Hij krijgt gelijk, want even later ligt er een mooie blankvoorn in het net. Deze wordt al snel gevolgd door nog een fraai exemplaar van hetzelfde slag. Zeker geen verkeerde vissen om te vangen, maar niet precies waar Juul op had gerekend. “Waar zijn de barbelen gebleven? Die hadden de hennep inmiddels wel moeten vinden”, vraagt hij zich vertwijfeld af. Ondanks dat-ie nog een poosje doorgaat, meldt Barbus barbus zich niet meer. “Dat is een beetje jammer, maar hoort er ook bij – je kunt het niet altijd afdwingen. We hebben met een ochtend vol actie in ieder geval heerlijk gevist!”
‘Door maden te plakken creëer je een gedekte tafel: de maden blijven langer in de korf zitten en spoelen niet gelijk tientallen meters stroomafwaarts’

ROBUUSTE SETUP
Een lange feederhengel is eveneens praktisch om zo min mogelijk stroomdruk op de lijn te hebben. Daarom vist Juul met een 14 ft (4.20m) lange feeder met een werpgewicht van 150 gram en een 4 oz carbon top. “Een ander voordeel van zo’n lange hengel is dat je een gehaakte vis beter uit de blokken of de taludrand kunt houden.” Als korf gebruikt hij een speciale, afgeplatte gaaskorf van 150 gram die aan één kant gesloten is. “Dit type korf kun je mooi ‘strak’ vissen omdat hij bij veel stroming goed blijft liggen – veel beter dan een zware, gesloten, plastic madenkorf die veel meer stroming pakt.” Bij deze visserij op diep en snelstromend water dient ook de molen vrij robuust te zijn. “Daarom kies ik voor een model in het 5000-formaat met een grote spoel. Daarop zit 30/00 nylon als hoofdlijn en 26/00 nylon als onderlijn, met aan die laatste een stevige haak maat 10 of 12.”
VOORTVAREND BEGIN
Deze sessie voert en vist Juul alleen met maden. Het kleine beetje voer met wat hennep en casters dient enkel om de gaaskorf mee af te toppen. Voordat de maden de korf in kunnen, moeten deze worden geprepareerd. “Zeven, schoonspoelen en dan pas plakken. Daar neem ik de tijd voor, want het is een heel secuur werkje waarbij het aankomt op de juiste verhoudingen. De hoeveelheid ‘madenlijm’ moet goed aansluiten bij de vochtigheid van de maden”, licht Juul toe (zie pagina 31 voor een stapsgewijze en gedetailleerde toelichting op dit proces). Even later toont hij een balletje geplakte maden. Daarmee vult Juul de korf, die hij aftopt met voer. Al snel melden de eerste vissen zich: blankvoorns van een mooi slag, gevolgd door een paar windes. De aanbeten volgen elkaar in een rap tempo op, waarbij opvalt dat er bij iedere vis meestal nog wat geplakte maden in de korf zitten. “Als het goed is blijven de maden zeker vijf minuten in de korf zitten. Ideaal is zeven tot acht minuten. Dan weet je zeker dat er steeds wat maden over de voerstrook heen ‘druppelen’. Samen met het voer en de hennep creëren die een mooi voerspoor.”

Met de Bopper voert Juul heel secuur hennep
bij op zijn stek.

meer over maden
Barbeel kun je uiteraard ook met andere aassoorten vangen (bijvoorbeeld kaas of pellets), maar maden werken volgens Juul soms duidelijk beter. “Vooral in de (na)zomer en het begin van de herfst kan het vissen met maden heel effectief zijn. In die periode staat het water vaak laag, is dit doorgaans behoorlijk helder en gaat het met pellets in de regel vrij moeizaam. Met natuurlijk voedsel zoals maden lukt het vaak wel om de barbeel te verleiden toe te happen.”
Voeren en vissen met geplakte maden betekent dat er op een dag aardig wat wriemelaars doorheen kunnen gaan. “Mijn advies is om te beginnen met minimaal één liter maden. In deze ochtendsessie heb ik in enkele uren tijd al ruim anderhalve liter maden gebruikt. Het is dus zaak om genoeg voer en aas bij je te hebben voor als het echt goed loopt.” Zit er meer witvis op de stek? Dan kun je ervoor kiezen om kleinere hoeveelheden maden in de korf te doen (50%) en die voor de rest te vullen met hennep en casters. “Dan heb je ook zeker 1 liter casters en 1 liter hennep nodig”, tipt Juul.



9
Zo heb je een soort madenkoek waar je stukjes van af kunt plukken om de korf mee te vullen.

8
Voeg vervolgens in kleine stapjes enkele druppels water toe. Doe dit met je handen/vingers (niet met een plantenspuit, want dan worden ze snel veel te nat!) en net zolang totdat de maden goed aan elkaar beginnen te kleven. Als je er een stevig balletje van kunt maken, zit je goed.

7
Vul het kopje voor een derde met Arabic gom en verdeel dit ook over de maden. Zorg dat alle maden goed met een wit laagje bedekt zijn.

6
Neem een kopje van 200ml, vul dit voor twee derde met Stabilix en verdeel dit goed over de maden.

5
Giet de maden in een ruime voerbak.

4
Vouw de theedoek met de punten naar elkaar toe samen en druk deze voorzichtig aan. De theedoek absorbeert het meeste vocht, maar dep de maden indien nodig hier nog even mee na.

3
Spreid de maden vervolgens uit op een droge theedoek.

2
Giet het water met daarin de maden door een zeef.

1
Neem 1,5 liter maden, overgiet die met water en meng alles goed.

Voordat je maden gaat plakken, moet je zorgen dat deze goed schoon zijn. Hoe schoner de maden, des te beter de madenplak ‘grip’ kan krijgen en de boel aan elkaar plakt. Juul gebruikt daarom een zeef, speciale madenreiniger en water om de maden klaar te maken voor het plakproces.
STAPPENPLAN MADEN PLAKKEN
TEKST: ARNOUT TERLOUW
FOTOGRAFIE: SANDER BOER
Veel feedervissers vullen de korf bij het vissen op de grote rivieren vaak niet met maden – die spoelen door de sterke stroming immers snel (ver) weg. Geplakte maden bieden uitkomst om óp je stek een aantrekkelijk voerspoor te creëren. Aan de Gelderse IJssel laat Juul Slabbers (27) zien hoe dat werkt.
Het is vroeg in de ochtend als we Juul treffen vlakbij het pontje van Brummen naar Bronkhorst. Daar is het op deze doordeweekse dag rustig, dus kan hij zijn stek kiezen tussen de kribben in de buitenbocht. “Hier ligt meer grind, wat de kans op barbeel vergroot. Het water staat nu ook laag zodat je prima tussen de korte kribben kunt vissen”, licht hij de stekkeuze toe. Na een paar proefworpen ontdekt hij op zo’n 28 meter afstand een mooie grindstrook van een paar meter breed. Op basis van deze informatie past hij die afstand af op zijn distance sticks, om vervolgens de lijn te clippen. “Wil je een mooi voerspoor creëren, dan is het zaak om te zorgen dat je korf telkens nauwkeurig op dezelfde vierkante meter landt. En daar vervolgens ook blijft liggen. Met de lijn in de clip, een merkteken aan de overkant en een zware voerkorf is dat geen probleem.”
LUS IS EEN PLUS
De richting waar je de korf inwerpt speelt ook een belangrijke rol. “Dat doe ik altijd schuin stroomopwaarts. Daarbij hef ik de hengel zijwaarts naar achteren voordat de clip wordt ‘geraakt’. Die houd ik in deze positie totdat de korf de bodem raakt, waarna ik de hengel op de steun leg en de stroming vervolgens de lijn op spanning brengt. Zo komt die mooi in een lus te staan. Dat heeft twee voordelen. De stroming oefent veel minder druk uit op de lijn, zodat je korf veel beter blijft liggen. Het laatste wat je wilt is dat de korf gaat rollen (en daardoor steeds ietsje dichterbij komt te liggen) en het voerspoor te breed wordt. Door die lus in de lijn heb je ook behoorlijk wat extra meters speelruimte wanneer je een sterke vis haakt. Als die er vandoor knalt, zit je niet direct tegen de clip aan. Dit verkleint de kans op lijnbreuk aanzienlijk.”