licht uit, tong aan

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: REIN RIJKE

Na een aantal relatief magere jaren qua vangsten lijkt de tong voorzichtig bezig aan een comeback. Deze bijzonder smakelijke platvis kan in de zomer en nazomer zowel vanaf de kant als vanaf de boot worden bevist. Hét VISblad monsterde eind augustus aan op de Waypoint voor een avondvisserij op de tong.

Fluorescerende kraaltjes kun je ‘opladen’ met behulp van een hoofdlamp zodat ze een glow in the dark effect geven.

MATERIAAL

Voor het vissen op tong vanaf een boot pak je een uptide hengel (2.70-3.00 meter) die werpgewichten tot 200-250 gram kan wegzetten. Combineer deze met een stevige molen die een sterke as heeft. Op de grote spoel daarvan zet je een 14/00 gevlochten lijn met aan het uiteinde een tonwartel. Daarin hang je de lus van de onderlijn  (een traditionele driehaaks paternoster of een weegschaaltje). Die bestaat uit een staande lijn van 50/00 nylon, is in de regel voorzien van verzwaringen bij de afhouders, heeft ongeveer 15 cm lange haaklijnen van 20/00 Amnesia en langstelige haken maat 8 of 6. Afhankelijk van de getijdenstroming kies je voor een werpgewicht met of zonder ankers – zorg in ieder geval dat de onderlijn mooi plat op de bodem en op zijn plek blijft liggen.

Dat de tong ook wel scheefsmoel wordt genoemd
is niet zo verwonderlijk.

Wat zijn ze ontzettend traag vanavond”, klinkt het met enige vertwijfeling uit de mond van de schipper. De minuten rijgen zich aaneen en de klok kruipt langzaamaan richting middernacht. Er wordt driftig met allerlei onderlijnen geëxperimenteerd om de boel toch aan de praat te krijgen én gezocht naar een verklaring voor de stille nacht. ‘Zouden ze op andere stekken zitten?’ Met een knipoog: ‘Die steekzagers van Texel blieven ze hier niet.’ ‘Misschien is het seizoen dit jaar wel vroeg afgelopen?’ We zijn niet de enigen bij wie het stroef loopt. Een charterboot die iets verderop lag te vissen zoekt de haven al op. “Daar hadden ze vijf tongetjes. Ook geen vetpot dus”, meldt Jacco na telefonisch contact.

LICHT IN DUISTERNIS
Als de moed ons bijna compleet in de schoenen is gezonken, brengt Peter plotsklaps licht in de duisternis. Bij het opdraaien – om zijn aas te controleren – bungelt er een mooie tong aan een van de haken van zijn paternoster. “Nou moe, normaal geven ze eerst een klap op de hengeltop en daarna gaan ze stilliggen. Deze aanbeet was echter zo subtiel dat ik hem finaal heb gemist.” Iedereen staat direct weer op scherp. De relatief korte ‘stokjes’ (bezemafhouders) aan Peters montage worden her en der aan dek vlot gekopieerd, maar dat blijkt niet eens nodig te zijn. Mark is de volgende gelukkige die een flinke lap binnendraait. “Die aanbeet was er een uit het boekje, dus vrijwel niet te missen”, zegt hij met een grote glimlach. De emmer die bestemd is voor een visje voor eigen consumptie heeft-ie dus niet voor niets meegenomen.

SPITSUUR AANGEBROKEN
Waar het heel lang – ‘Veel te lang’, aldus Jacco – stil bleef, lijkt het nu opeens wel of het spitsuur is aangebroken. Verspreid over de hele boot klappen er hengeltoppen dubbel en komen er tongen aan boord. Wat exemplaren van een kleiner slag die vlot worden onthaakt en teruggezet, maar ook fraaie tongen die een groot formaat koekenpan goeddeels (gaan) vullen. In een klein half uurtje vangt iedereen een mooi klusje vis en is de avond gered. “Het prettige van het vissen op tong is dat als je er één vangt, doorgaans in een vlaag vrij vlot meerdere vissen volgen. Maar dat het dit keer zo lang zou duren voordat de beet er goed in kwam, had ik eerlijk waar niet verwacht. Op de tong valt werkelijk geen peil te trekken”, zegt de schipper als we ruim na middernacht koers zetten naar de haven.

‘Tong heeft een
kleine bek, dus rijg niet te veel aas (pieren of zagers) op de haak – dat scheelt een hoop gemiste aanbeten’

Met en zonder verzwaringen, voorzien van fluorescerende kraaltjes of juist heel basic. Mark: “Wat werkt is altijd weer even aftasten en uitproberen. Het mooie van met meerdere sportvissers op een boot staan is dat je vrij snel in de smiezen hebt wat het goed doet.”

NOG EVEN GEDULD
Zodra de schemering zijn intrede doet waagt Vincent het erop en gaat zijn ‘weegschaaltje’ met een zwiep te water. “Deze variant van de bekende tongmontage heeft onverzwaarde haaklijnen aangezien we op dit moment rond de kentering van het tij zitten. Nu er weinig stroming staat wil ik kijken of een subtiele aanpak mogelijk succes oplevert.” Iedereen tuurt gespannen naar de lichtjes op de hengeltoppen, maar vooralsnog blijft het angstvallig stil. “Het licht is ook nog niet helemaal uit, hè. Nog even geduld a.u.b.”, zegt Jacco schertsend. Toch is het niet veel later raak voor Peter. Een miniem tikje op de hengeltop verraadt een aanbeet, de dader blijkt een tongetje te zijn. De meetlat wordt er bij gepakt, maar met 23 centimeter zit de eerste targetvis net één centimeter onder de minimummaat. Die mag dus vlot weer zwemmen.

PAUZEKNOP INGEDRUKT
Na de kentering van het tij zwelt de stroming aan. Met de vangst van zojuist vers in het geheugen zit het met het vertrouwen wel snor – nu gaat het beginnen. Er komt inderdaad voldoende actie, maar het is niet direct wat iedereen verwacht. Eerst meldt zich een bot, daarna duikt een kleine rog op de steekzager en vervolgens staat een haaitje kort in de schijnwerpers. En dan valt het stil. Alsof er onder water een pauzeknop is ingedrukt. Tussen het turen naar de toplichtjes door wordt getracht om de vis weer aan het azen te krijgen. Bijvoorbeeld door van onderlijnmontage te wisselen en het aas te verversen. Nou ja, verversen: heel fris ruikt een deel van de steekzagers niet. “Deze zijn van vorige week, dus die zijn lekker belegen”, lacht Jacco. “Ze stinken een uur in de wind, maar daar houdt de tong juist van.”

DRIFTIG EXPERIMENTEREN
Vooralsnog houden de ‘scheefsmoelen’ de kaken echter stijf op elkaar, ondanks dat de stroming er inmiddels lekker in zit en ankergewichten noodzakelijk zijn

Door uptide in te werpen en voldoende lijn te geven drukt de stroming de onderlijn mooi tegen de bodem.

Bij een aanbeet
kun je ook een paar meter
extra lijn geven in plaats van binnen te draaien – zo komt de onderlijn weer op de bodem te liggen en maak je kans op extra vis aan de
andere haken

Vlak voordat hij de trossen los gooit, zet schipper Jacco in de stuurhut op zijn dooie gemak nog een verse pot koffie voor de opstappers van deze avondvaart. “We hebben immers alle tijd: de tong begint hier pas te bijten als het donker is. Deze hele zomer vingen we maar drie keer een zogenaamde ‘vergisvis’ – dat wil zeggen: eentje die te vroeg was en het aas al pakte toen het nog licht was.” Elders in de Zeeuwse delta schat hij de kans op succes overdag groter in. “Rondom Vlissingen en in de omgeving van Cadzand is het wel mogelijk om bij daglicht tong te vangen. Daar is het water een stuk ‘bruiner’, terwijl het hier juist kraakhelder is. Dat is volgens mij de voornaamste reden dat het op deze plek vrijwel iedere keer pas in het donker bingo is.”

HAAI ALS VOORAFJE
Hoewel we dus nog even geduld moeten betrachten, hebben de opstappers Peter, Mark en Vincent de uptide boothengels al in gereedheid gebracht. Wat hen betreft kan de zon niet snel genoeg achter de horizon zakken. Na slechts een kort stukje varen laat Jacco het anker zakken bij een richel die het begin van een ondiepe zandplaat markeert. Er kan worden gevist. Vooralsnog wordt er op haai gemikt, zodat de kans op actie beduidend groter is. De met kweekzagers, steekzagers en garnalen beaasde onderlijnen worden uptide (tegen de stroming in) ingeworpen. Aangezien we richting het laatste stukje van het afgaand tij zitten is de getijstroom niet meer zo sterk en kan er met relatief lichte werpgewichten zonder ankers worden gevist.

EVEN UITPROBEREN
Al snel buigen enkele hengeltoppen lichtjes door en komen de eerste vangsten van deze avondsessie aan boord. Dit betreft haaienpups – die eerder dit jaar in de Oosterschelde ter wereld zijn gekomen – en een paar scholenbaarsjes. “Leuk om te vangen, maar vanavond is dat echt bijvangst. Wij komen voor de tong”, verwoordt Peter de mindset van de gehele bemanning.” In het laatste uurtje daglicht houdt iedereen zijn hengels nauwlettend in de gaten, maar worden toch ook alvast voorbereidingen getroffen. Uit de onderlijnmappen komen diverse montages voor Solea solea tevoorschijn. 

licht uit, tong aan

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: REIN RIJKE

Na een aantal relatief magere jaren qua vangsten lijkt de tong voorzichtig bezig aan een comeback. Deze bijzonder smakelijke platvis kan in de zomer en nazomer zowel vanaf de kant als vanaf de boot worden bevist. Hét VISblad monsterde eind augustus aan op de Waypoint voor een avondvisserij op de tong.

Fluorescerende kraaltjes kun je ‘opladen’ met behulp van een hoofdlamp zodat ze een glow in the dark effect geven.

MATERIAAL

Voor het vissen op tong vanaf een boot pak je een uptide hengel (2.70-3.00 meter) die werpgewichten tot 200-250 gram kan wegzetten. Combineer deze met een stevige molen die een sterke as heeft. Op de grote spoel daarvan zet je een 14/00 gevlochten lijn met aan het uiteinde een tonwartel. Daarin hang je de lus van de onderlijn  (een traditionele driehaaks paternoster of een weegschaaltje). Die bestaat uit een staande lijn van 50/00 nylon, is in de regel voorzien van verzwaringen bij de afhouders, heeft ongeveer 15 cm lange haaklijnen van 20/00 Amnesia en langstelige haken maat 8 of 6. Afhankelijk van de getijdenstroming kies je voor een werpgewicht met of zonder ankers – zorg in ieder geval dat de onderlijn mooi plat op de bodem en op zijn plek blijft liggen.

Dat de tong ook wel scheefsmoel wordt genoemd
is niet zo verwonderlijk.

Wat zijn ze ontzettend traag vanavond”, klinkt het met enige vertwijfeling uit de mond van de schipper. De minuten rijgen zich aaneen en de klok kruipt langzaamaan richting middernacht. Er wordt driftig met allerlei onderlijnen geëxperimenteerd om de boel toch aan de praat te krijgen én gezocht naar een verklaring voor de stille nacht. ‘Zouden ze op andere stekken zitten?’ Met een knipoog: ‘Die steekzagers van Texel blieven ze hier niet.’ ‘Misschien is het seizoen dit jaar wel vroeg afgelopen?’ We zijn niet de enigen bij wie het stroef loopt. Een charterboot die iets verderop lag te vissen zoekt de haven al op. “Daar hadden ze vijf tongetjes. Ook geen vetpot dus”, meldt Jacco na telefonisch contact.

LICHT IN DUISTERNIS
Als de moed ons bijna compleet in de schoenen is gezonken, brengt Peter plotsklaps licht in de duisternis. Bij het opdraaien – om zijn aas te controleren – bungelt er een mooie tong aan een van de haken van zijn paternoster. “Nou moe, normaal geven ze eerst een klap op de hengeltop en daarna gaan ze stilliggen. Deze aanbeet was echter zo subtiel dat ik hem finaal heb gemist.” Iedereen staat direct weer op scherp. De relatief korte ‘stokjes’ (bezemafhouders) aan Peters montage worden her en der aan dek vlot gekopieerd, maar dat blijkt niet eens nodig te zijn. Mark is de volgende gelukkige die een flinke lap binnendraait. “Die aanbeet was er een uit het boekje, dus vrijwel niet te missen”, zegt hij met een grote glimlach. De emmer die bestemd is voor een visje voor eigen consumptie heeft-ie dus niet voor niets meegenomen.

SPITSUUR AANGEBROKEN
Waar het heel lang – ‘Veel te lang’, aldus Jacco – stil bleef, lijkt het nu opeens wel of het spitsuur is aangebroken. Verspreid over de hele boot klappen er hengeltoppen dubbel en komen er tongen aan boord. Wat exemplaren van een kleiner slag die vlot worden onthaakt en teruggezet, maar ook fraaie tongen die een groot formaat koekenpan goeddeels (gaan) vullen. In een klein half uurtje vangt iedereen een mooi klusje vis en is de avond gered. “Het prettige van het vissen op tong is dat als je er één vangt, doorgaans in een vlaag vrij vlot meerdere vissen volgen. Maar dat het dit keer zo lang zou duren voordat de beet er goed in kwam, had ik eerlijk waar niet verwacht. Op de tong valt werkelijk geen peil te trekken”, zegt de schipper als we ruim na middernacht koers zetten naar de haven.

‘Tong heeft een
kleine bek, dus rijg niet te veel aas (pieren of zagers) op de haak – dat scheelt een hoop gemiste aanbeten’

Met en zonder verzwaringen, voorzien van fluorescerende kraaltjes of juist heel basic. Mark: “Wat werkt is altijd weer even aftasten en uitproberen. Het mooie van met meerdere sportvissers op een boot staan is dat je vrij snel in de smiezen hebt wat het goed doet.”

NOG EVEN GEDULD
Zodra de schemering zijn intrede doet waagt Vincent het erop en gaat zijn ‘weegschaaltje’ met een zwiep te water. “Deze variant van de bekende tongmontage heeft onverzwaarde haaklijnen aangezien we op dit moment rond de kentering van het tij zitten. Nu er weinig stroming staat wil ik kijken of een subtiele aanpak mogelijk succes oplevert.” Iedereen tuurt gespannen naar de lichtjes op de hengeltoppen, maar vooralsnog blijft het angstvallig stil. “Het licht is ook nog niet helemaal uit, hè. Nog even geduld a.u.b.”, zegt Jacco schertsend. Toch is het niet veel later raak voor Peter. Een miniem tikje op de hengeltop verraadt een aanbeet, de dader blijkt een tongetje te zijn. De meetlat wordt er bij gepakt, maar met 23 centimeter zit de eerste targetvis net één centimeter onder de minimummaat. Die mag dus vlot weer zwemmen.

PAUZEKNOP INGEDRUKT
Na de kentering van het tij zwelt de stroming aan. Met de vangst van zojuist vers in het geheugen zit het met het vertrouwen wel snor – nu gaat het beginnen. Er komt inderdaad voldoende actie, maar het is niet direct wat iedereen verwacht. Eerst meldt zich een bot, daarna duikt een kleine rog op de steekzager en vervolgens staat een haaitje kort in de schijnwerpers. En dan valt het stil. Alsof er onder water een pauzeknop is ingedrukt. Tussen het turen naar de toplichtjes door wordt getracht om de vis weer aan het azen te krijgen. Bijvoorbeeld door van onderlijnmontage te wisselen en het aas te verversen. Nou ja, verversen: heel fris ruikt een deel van de steekzagers niet. “Deze zijn van vorige week, dus die zijn lekker belegen”, lacht Jacco. “Ze stinken een uur in de wind, maar daar houdt de tong juist van.”

DRIFTIG EXPERIMENTEREN
Vooralsnog houden de ‘scheefsmoelen’ de kaken echter stijf op elkaar, ondanks dat de stroming er inmiddels lekker in zit en ankergewichten noodzakelijk zijn

Door uptide in te werpen en voldoende lijn te geven drukt de stroming de onderlijn mooi tegen de bodem.

Bij een aanbeet
kun je ook een paar meter
extra lijn geven in plaats van binnen te draaien – zo komt de onderlijn weer op de bodem te liggen en maak je kans op extra vis aan de
andere haken

Vlak voordat hij de trossen los gooit, zet schipper Jacco in de stuurhut op zijn dooie gemak nog een verse pot koffie voor de opstappers van deze avondvaart. “We hebben immers alle tijd: de tong begint hier pas te bijten als het donker is. Deze hele zomer vingen we maar drie keer een zogenaamde ‘vergisvis’ – dat wil zeggen: eentje die te vroeg was en het aas al pakte toen het nog licht was.” Elders in de Zeeuwse delta schat hij de kans op succes overdag groter in. “Rondom Vlissingen en in de omgeving van Cadzand is het wel mogelijk om bij daglicht tong te vangen. Daar is het water een stuk ‘bruiner’, terwijl het hier juist kraakhelder is. Dat is volgens mij de voornaamste reden dat het op deze plek vrijwel iedere keer pas in het donker bingo is.”

HAAI ALS VOORAFJE
Hoewel we dus nog even geduld moeten betrachten, hebben de opstappers Peter, Mark en Vincent de uptide boothengels al in gereedheid gebracht. Wat hen betreft kan de zon niet snel genoeg achter de horizon zakken. Na slechts een kort stukje varen laat Jacco het anker zakken bij een richel die het begin van een ondiepe zandplaat markeert. Er kan worden gevist. Vooralsnog wordt er op haai gemikt, zodat de kans op actie beduidend groter is. De met kweekzagers, steekzagers en garnalen beaasde onderlijnen worden uptide (tegen de stroming in) ingeworpen. Aangezien we richting het laatste stukje van het afgaand tij zitten is de getijstroom niet meer zo sterk en kan er met relatief lichte werpgewichten zonder ankers worden gevist.

EVEN UITPROBEREN
Al snel buigen enkele hengeltoppen lichtjes door en komen de eerste vangsten van deze avondsessie aan boord. Dit betreft haaienpups – die eerder dit jaar in de Oosterschelde ter wereld zijn gekomen – en een paar scholenbaarsjes. “Leuk om te vangen, maar vanavond is dat echt bijvangst. Wij komen voor de tong”, verwoordt Peter de mindset van de gehele bemanning.” In het laatste uurtje daglicht houdt iedereen zijn hengels nauwlettend in de gaten, maar worden toch ook alvast voorbereidingen getroffen. Uit de onderlijnmappen komen diverse montages voor Solea solea tevoorschijn. 

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm