
De eerste stuwverwijdering in Slowakije. De meest obstakels in Europese rivieren zijn van vergelijkbaar formaat en 150.000 daarvan zijn bovendien niet meer in gebruik.
STRIJDEN VOOR
VRIJE VISMIGRATIE
VANUIT EEN NIEUWE ROL
spraakwater

In Spraakwater spreekt iemand – van BN’ers tot politici en van sportvissers tot wetenschappers – zich uit over thema’s rond vis en sportvisserij. Deze maand is dat Herman Wanningen, marktleider rivierconnectiviteit en damverwijdering Europa bij McMillen.
VANUIT EEN NIEUWE ROL

Herman Wanningen was tien jaar lang hét boegbeeld van de World Fish Migration Foundation. Zijn recente keuze om te stoppen als voorman van de stichting die hij in 2014 oprichtte met vrije vismigratie als missie, kwam voor een groot deel van zijn internationale netwerk als een verrassing – ook omdat de organisatie daarmee ophield te bestaan. Hét VISblad vroeg Wanningen naar de erfenis van zijn stichting, de redenen voor zijn ‘move’ en zijn nieuwe functie bij McMillen.
TEKST: BARD BORGER > BEELD: ROB KLEINJANS
Serieuze aandacht voor vismigratie was er nauwelijks in Hermans tijd bij Hunze & Aa’s, het waterschap waar hij als ecoloog van 2000 tot 2007 werkte. De frustratie erover klinkt door in zijn stem zodra hij erover begint. “Bestuurders en beleidsmakers hadden in de beginjaren weinig aandacht voor de onderwaterwereld – en dus ook niet voor vis. Ecologisch onderzoek werd puur gezien als een hobby. Met onze studies naar waterinsecten werden we soms zelfs uitgelachen. Niet alleen in Nederland, maar ook internationaal liepen vakgenoten continu vast op dit onbegrip.”
LUCHTIGERE TOON
Zoekend naar aandacht voor zijn werk besloot Herman het qua toon over een andere boeg te gooien. “Een vriend van mij had piranha’s over en wilde deze vissen wegdoen. Die stopte ik in een aquarium in het hydrobiologisch laboratorium op het hoofdkantoor van het waterschap, maakte een foto en stuurde die rond op ons intranet met de boodschap: ‘Heb je een goudvis over? Breng hem langs, want deze vissen hebben honger’. Dat sloeg enorm aan. Zo merkte ik dat je een serieus thema vaak effectiever onder de aandacht brengt met een kwinkslag in je boodschap. Langs die lijn besloot ik meer draagvlak voor vismigratie te gaan kweken – zowel bij bestuurders als bij het brede publiek. Mijn eerste grote project was de World Fish Migration Day die ik in 2014 organiseerde. Die eerste editie werd gevierd op 273 locaties in 63 landen en was daarmee direct een succes.”
‘BEWEGING’ CREËREN
Ondertussen zag Wanningen ook steeds scherper wat er nodig was om onderzoek naar vismigratie wereldwijd naar een hoger niveau te tillen.
‘Voor de eerste opdracht die ik heb binnengehaald denk ik mee met de Luxemburgse overheid om meer draagvlak te krijgen voor damverwijdering en rivierherstel’
‘Sportvissers zijn bondgenoten: ze willen altijd dat het goed gaat met de rivier en de vis’


Door de aanhoudende stress raakte hij vorig jaar een paar maanden overspannen. “Zelfs mijn relatie ging er bijna aan onderdoor. Zo kon het niet langer, besloot ik. Bijna alle lopende projecten – inclusief de betrokken medewerkers – heb ik overgedragen aan andere partijen zodat alles door kon gaan. Maar na bijna tien jaar hield de World Fish Migration Foundation eind 2024 op te bestaan.”
NIEUWE ROL, ZELFDE WERK
Vanaf januari 2025 werkt Wanningen bij McMillen, een groot Amerikaans bedrijf dat is gespecialiseerd in het bouwen, renoveren en verwijderen van infrastructuur in en rond water (met name bruggen, sluizen en dammen). “Een soort Arcadis, maar dan puur gericht op waterinfrastructuur”, licht hij toe. “In mijn rol als marktleider rivierconnectiviteit en damverwijdering binnen Europa probeer ik dat specialisme van het bedrijf zoveel mogelijk verkocht te krijgen. Voor de eerste opdracht die ik heb binnengehaald denk ik mee met de Luxemburgse overheid om meer draagvlak te krijgen voor damverwijdering en rivierherstel. Doelgroepen zijn gemeentes, waterbeheerders en dameigenaren, maar ook vliegvissers. Die laatste groep blijkt ook hier weer een belangrijke bondgenoot. Sportvissers hebben namelijk veel gebiedskennis en willen altijd dat het goed gaat met de rivier en de vis.”
STRIJDBIJL NIET BEGRAVEN
“Ik voel veel meer rust”, zegt Wanningen over zijn nieuwe situatie. “In plaats van de continue zorgen die ik hiervoor steeds had, kan ik nu ook af en toe eens achterover leunen en rustig nadenken over nieuwe kansen voor vismigratie. Wat daarbij helpt, is dat McMillen me de tijd geeft. Ze weten dat je rivierherstelprojecten niet zomaar van de grond krijgt. Ik ben volop aan het ‘vissen’ naar opdrachten in Finland, Zweden, Frankrijk en voer reeds gesprekken in Engeland en Portugal. Al dat netwerken vind ik superleuk, maar ik mis nog een beetje het fysieke teamwork en de gezamenlijke kopjes koffie – veel gaat tegenwoordig digitaal. Ik ben dankbaar dat ik me vanuit deze nieuwe rol kan blijven inzetten voor vrij stromende beken en rivieren, want de strijdbijl heb ik nog lang niet begraven. Op zaterdag 23 mei 2026 organiseer ik weer een Wereld Vismigratiedag. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: doe mee, organiseer een evenement en laat van je horen!”
“Her en der verspreid vonden wel studies en projecten rondom vismigratie plaats, maar een centrale organisatie rondom dit thema – voor kennisdeling, inspiratie en als vraagbaak voor het opzetten van projecten – ontbrak. Het was allemaal veel te versnipperd. Met de oprichting van de World Fish Migration Foundation eind 2014 wilde ik één beweging creëren. Dat bleek ook een schot in de roos: de stichting groeide snel, er kwamen steeds meer webinars en zelfs een tweede boek om wereldwijd kennis over vismigratie te delen. Toen ik in 2015 de ‘Fish passage’ conferentie – die tot dan toe jaarlijks in de VS plaatsvond – voor het eerst naar Groningen wist te halen, stond het thema in heel Europa op de kaart.”
DAM REMOVAL EUROPE
Maar met alleen meer wereldwijde bewustwording rond vismigratie was Wanningen niet tevreden. “Er was fysiek ook werk aan de winkel. Vispassages zijn goed bedoeld, maar in de praktijk meestal niet meer dan een lapmiddel. De werkelijke oplossing is het compleet obstakelvrij maken van waterlopen, zodat vis weer écht vrij kan zwemmen”, legt hij uit. “Daarom richtte ik samen met freelancer Jeroen van Herk in 2015 ‘Dam Removal Europe’ op. Dit is een coalitie van organisaties die zich inzetten voor het verwijderen van dammen en andere obstakels in rivieren en beken, uiteraard waar dat verantwoord mogelijk is. Die aanpak is inmiddels onderdeel van Europees beleid en in Spanje zelfs wettelijk vastgelegd. Na het recordjaar 2023 – waarin door heel Europa maar liefst 487 dammen werden verwijderd – verwachten we voor 2024 nog hogere cijfers.”
PIONIER, GEEN MANAGER
Wanningen werkte met veel plezier samen met zijn team, maar merkte ook dat het runnen van een stichting een hell of a job kan zijn. “Zeker als je van nature geen manager bent – de rol van pionier past mij beter.” Ook alle financiële onzekerheid speelde hem parten. “Het was altijd worstelen om de begroting rond te krijgen. Ik kon mijn mensen slechts tijdelijke contracten aanbieden en moest steeds weer mijn hand ophouden voor donaties en sponsoring. Groeien lukte, maar het was niet voldoende om een stabiele organisatie neer te zetten.”
VANUIT EEN NIEUWE ROL

STRIJDEN VOOR VRIJE VISMIGRATIE
spraakwater
In Spraakwater spreekt iemand – van BN’ers tot politici en van sportvissers tot wetenschappers – zich uit over thema’s rond vis en sportvisserij. Deze maand is dat Herman Wanningen, marktleider rivier-connectiviteit en damverwijdering Europa
bij McMillen.

‘Sportvissers zijn bondgenoten: ze willen altijd dat het goed gaat met de rivier en de vis’
Elke sportvisser moet zich veilig voelen bij het uitoefenen van zijn hobby. Daarom pleit Toon Janssen (68) – penningmeester van Hengelsportvereniging De Breuly in Zevenaar – al jaren voor een sociaal veilig hengelsportklimaat. “Bij ongewenst gedrag mag de hengelsportvereniging niet de kop in het zand steken.”
TEKST: REDACTIE > FOTOGRAFIE: GERARD BURGERS
“Het is van groot belang dat we alert blijven en elkaar beschermen tegen ongewenst gedrag. Bij onze vereniging willen we op geen enkele manier vormen van machtsvertoon, ongewenst seksueel of intimiderend gedrag zien. Vissen is voor iedereen, en we doen veel om dat zo te houden”, benadrukt Janssen. Dat er op dit vlak ook in de hengelsport werk aan de winkel is blijkt wel uit praktijkvoorbeelden die elders plaatsvonden. Zo sloeg een vrijwilliger tijdens een viswedstrijd een andere (vrouwelijke) vrijwilliger op de billen. En een sportvisser die ook als trainer actief is stuurde naaktbeelden naar andere vissers in zijn ploeg. Naast de impact die dit op de slachtoffers had, waren er ook gevolgen voor de daders die ongewenst gedrag vertoonden: in sommige gevallen werden tuchtrechtelijke of strafrechtelijke stappen genomen. “Zulke ernstige zaken hebben wij gelukkig niet aan de hand gehad, maar ongewenst gedrag komt in tal van verschillende vormen voor”, zegt Janssen.
STEKKEN CLAIMEN
Zo leidt de gedrevenheid van sportvissers doorgaans tot gezonde concurrentie aan de waterkant. “Soms kan fanatisme echter ook doorslaan, zeker als de omgangsvormen opzij worden gezet”, vertelt Janssen. Vaak ligt de bron van conflicten bij een hotspot die bij meerdere vissers hoog op het lijstje staat. “Het claimen van een stek heeft wel eens tot problemen geleid. Hierdoor kwam een jongen lijnrecht tegenover een groepje te staan, wat leidde tot pestgedrag en buitensluiting. De hengelsportvereniging moet dan tactvol optreden om het niet te laten escaleren.” Een een-op-een gesprek aan de waterkant is vaak genoeg om dit te stoppen. Zeker als je vanuit de vereniging spreekt, is de impact van je woorden volgens Janssen aanzienlijk. “Je hebt hun respect verdiend door alles wat de vereniging voor hen doet.
‘Voor de eerste opdracht die ik heb binnengehaald denk
ik mee met de Luxemburgse overheid om meer draagvlak
te krijgen voor damverwijdering
en rivierherstel’
Door de aanhoudende stress raakte hij vorig jaar een paar maanden overspannen. “Zelfs mijn relatie ging er bijna aan onderdoor. Zo kon het niet langer, besloot ik. Bijna alle lopende projecten – inclusief de betrokken medewerkers – heb ik overgedragen aan andere partijen zodat alles door kon gaan. Maar na bijna tien jaar hield de World Fish Migration Foundation eind 2024 op te bestaan.”
NIEUWE ROL, ZELFDE WERK
Vanaf januari 2025 werkt Wanningen bij McMillen, een groot Amerikaans bedrijf dat is gespecialiseerd in het bouwen, renoveren en verwijderen van infrastructuur in en rond water (met name bruggen, sluizen en dammen). “Een soort Arcadis, maar dan puur gericht op waterinfrastructuur”, licht hij toe. “In mijn rol als marktleider rivierconnectiviteit en damverwijdering binnen Europa probeer ik dat specialisme van het bedrijf zoveel mogelijk verkocht te krijgen. Voor de eerste opdracht die ik heb binnengehaald denk ik mee met de Luxemburgse overheid om meer draagvlak te krijgen voor damverwijdering en rivierherstel. Doelgroepen zijn gemeentes, waterbeheerders en dameigenaren, maar ook vliegvissers. Die laatste groep blijkt ook hier weer een belangrijke bondgenoot. Sportvissers hebben namelijk veel gebiedskennis en willen altijd dat het goed gaat met de rivier en de vis.”
STRIJDBIJL NIET BEGRAVEN
“Ik voel veel meer rust”, zegt Wanningen over zijn nieuwe situatie. “In plaats van de continue zorgen die ik hiervoor steeds had, kan ik nu ook af en toe eens achterover leunen en rustig nadenken over nieuwe kansen voor vismigratie. Wat daarbij helpt, is dat McMillen me de tijd geeft. Ze weten dat je rivierherstelprojecten niet zomaar van de grond krijgt. Ik ben volop aan het ‘vissen’ naar opdrachten in Finland, Zweden, Frankrijk en voer reeds gesprekken in Engeland en Portugal. Al dat netwerken vind ik superleuk, maar ik mis nog een beetje het fysieke teamwork en de gezamenlijke kopjes koffie – veel gaat tegenwoordig digitaal. Ik ben dankbaar dat ik me vanuit deze nieuwe rol kan blijven inzetten voor vrij stromende beken en rivieren, want de strijdbijl heb ik nog lang niet begraven. Op zaterdag 23 mei 2026 organiseer ik weer een Wereld Vismigratiedag. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: doe mee, organiseer een evenement en laat van je horen!”
“Her en der verspreid vonden wel studies en projecten rondom vismigratie plaats, maar een centrale organisatie rondom dit thema – voor kennisdeling, inspiratie en als vraagbaak voor het opzetten van projecten – ontbrak. Het was allemaal veel te versnipperd. Met de oprichting van de World Fish Migration Foundation eind 2014 wilde ik één beweging creëren. Dat bleek ook een schot in de roos: de stichting groeide snel, er kwamen steeds meer webinars en zelfs een tweede boek om wereldwijd kennis over vismigratie te delen. Toen ik in 2015 de ‘Fish passage’ conferentie – die tot dan toe jaarlijks in de VS plaatsvond – voor het eerst naar Groningen wist te halen, stond het thema in heel Europa op de kaart.”
DAM REMOVAL EUROPE
Maar met alleen meer wereldwijde bewustwording rond vismigratie was Wanningen niet tevreden. “Er was fysiek ook werk aan de winkel. Vispassages zijn goed bedoeld, maar in de praktijk meestal niet meer dan een lapmiddel. De werkelijke oplossing is het compleet obstakelvrij maken van waterlopen, zodat vis weer écht vrij kan zwemmen”, legt hij uit. “Daarom richtte ik samen met freelancer Jeroen van Herk in 2015 ‘Dam Removal Europe’ op. Dit is een coalitie van organisaties die zich inzetten voor het verwijderen van dammen en andere obstakels in rivieren en beken, uiteraard waar dat verantwoord mogelijk is. Die aanpak is inmiddels onderdeel van Europees beleid en in Spanje zelfs wettelijk vastgelegd. Na het recordjaar 2023 – waarin door heel Europa maar liefst 487 dammen werden verwijderd – verwachten we voor 2024 nog hogere cijfers.”
PIONIER, GEEN MANAGER
Wanningen werkte met veel plezier samen met zijn team, maar merkte ook dat het runnen van een stichting een hell of a job kan zijn. “Zeker als je van nature geen manager bent – de rol van pionier past mij beter.” Ook alle financiële onzekerheid speelde hem parten. “Het was altijd worstelen om de begroting rond te krijgen. Ik kon mijn mensen slechts tijdelijke contracten aanbieden en moest steeds weer mijn hand ophouden voor donaties en sponsoring. Groeien lukte, maar het was niet voldoende om een stabiele organisatie neer te zetten.”